Typologie(ën)

architectenwoning
burgerwoning

Ontwerper(s)

J. RAMAEKERSarchitect1904

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14828
lees meer

Beschrijving

Fraai herenhuis in neogotische stijl n.o.v. arch. en eigenaar J. RAMAEKERS, 1904.

Twee of drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde bedaking. In oorsprong gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan het heden afgebroken Nr. 25. Vermelding bouwjaar (1904) in de derde bouwlaag. Gevel met sierankers in rode baksteen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met versmallende ordonnantie en Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën., oplopend tot trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de eerste en de tweede bouwlaag (getralied op de begane grond), in derde bouwlaag rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. waarboven klein spitsboogvenster. Zijtravee met muuropeningen gevat in een oplopende spitsboognis; kenmerkende originele houten paneeldeur met afgeschuinde omlijsting en getralied bovenvenster; spitsboogvenster op de verdiepingen. Alle muuropeningen met arduinen latei onder spitsboogveld met fraai sgrafitto; goed bewaarde glas-in-lood versiering. Bekroning met uitgelengde tandfries.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 16432 (1904).