Voormalig Hotel Cohn-Donnay, heden brasserie-restaurant "De Ultieme Hallucinatie"
Koningsstraat 316
Poststraat 70
Typologie(ën)
herenhuis
café/brasserie/taverne
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
Paul HAMESSE – architect – 1904
INCONNU - ONBEKEND – 1841
Stijlen
Art nouveau
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10928
Beschrijving
Herenhuis in neoclassicistiche stijl opgetrokken in 1841, inclusief bijgebouw, stallen en koetshuizen die zich richting Poststraat uitstrekken. Veelvuldig verbouwd.
In 1877 wijzigingen aangebracht aan bijgebouw: zolderverdieping door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. doorbroken en wijziging van de muuropeningen aan de gevel van de Poststraat n.o.v. arch. Ernest HENDRICKX. In 1878 gevelverhoging en toevoeging van geveldecoratie (waarschijnlijk aan de tuinzijde). In 1888 vervanging van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond van de hoofdgevel.
In 1904 opmerkelijke heraankleding in art-nouveaustijl zowel van de buiten- als binnenkant n.o.v. arch. Paul HAMESSE. Het interieur werd voorzien van meubilair in "Modern Style" dat perfect aansloot op zijn architecturale omgeving.
Buiten verving hij het centrale, over twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) lopende balkon waarvan de plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. opgenomen was in de puilijst, door een imposante houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in art-nouveaustijl met bekronend balkon; ook het houtwerk werd vernieuwd.

Achter de woning bouwde HAMESSE tegen de rechter tuinmuur een beglaasde galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. die leidde naar een concertzaal, aanpalend aan het bijgebouw aan de Poststraat. De bijgebouwen aan de Poststraat werden verhoogd met anderhalve verdieping in "Schemmestein" om er woonruimte te creëren, maar de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en de centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. bleven behouden; de oorspronkelijke pleisterlaag werd gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en voorzien van "blauwe" cementbanden die heden niet meer zichtbaar zijn. Binnen werd de begane grond heringericht tot conciërgewoning met daarnaast paardenstallen en opslagplaatsen. Gebruik makend van het grote niveauverschil werd er een sterk dalend wagenpad aangelegd naar het koetshuis dat zich onder de tuin van de woning bevond.
In 1980 werd het pand in gebruik genomen als brasserie-restaurant. Het interieur werd gerestaureerd en heringericht, aansluitend op de stijl van de woning. De tuin - waarin de brasserie is ondergebracht - werd overdekt met een deels houten deels glazen bedaking met metalen gebinte en stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. De bar is op vernuftige wijze in de glazen galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. geïntegreerd. De wand hiertegenover wordt gevormd door een rotsmuur, overblijfsel van de oorspronkelijke tuininrichting. Het meubilair van de brasserie, waarvan de houten zitbanken uit oude treinen afkomstig zijn, past goed in het interieur. In de oude stallen en koetshuizen aan de Poststraat Nr. 70 zijn een dancing en opslagplaatsen ondergebracht, doch oorspronkelijke structuur werd behouden.
Gevels en bedakingen, interieur met mobilair, muziekpaviljoen en wintertuinGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. van het voormalige Hotel Cohn-Donnay werden beschermd volgens KB van 08.08.1988.
Gevelopstand van drie in de hoogte afnemende bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gedeeltelijk leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Klassieke gevelopstand met rechthoekige muuropeningen, op verdiepingen in geriemde omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., al dan niet met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en rustend op doorlopende lekdrempel. Centrale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., beschilderd en verguld, bekroond door een balkon met ijzeren leuning in art-nouveaustijl. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. met door schijfvormen bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Boven elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Schuiframen op begane grond met geometriserende glasramen boven wisseldorpel. Verzorgde afwerking, o.a. deurbeslag waarin een klink en brievenbus zijn verwerkt evenals de stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Interieur: aan de zijde van de Koningsstraat, begane grond met hal en trap die naar de verdiepingen leidt gevolgd door een biljartzaal en schaakhoek, aan de andere zijde achtereenvolgens twee salons en een eetkamer. De decoratie is van een uitzonderlijke kwaliteit en werd goed bewaard.
Ze werd uitgevoerd in een art-nouveaustijl die van ruimte tot ruimte verschilt - nu eens zuiver geometrische vormen, dan weer gestileerde vegetale motieven - en waarin de meest uiteenlopende invloeden zichtbaar zijn, in het bijzonder die van de Weense Sezession ,zie het salon vooraan, met neo-Griekse inslag, voorzien van een monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. schouw in wit geaderd marmer en een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met danseressen. Het kleine centrale salon, waarvan de muren beschilderd zijn met gestileerde florale motieven, heeft wit gelakt houten meubilair in de stijl van Mackintosh en een egyptiserendeHistoriserende stijl die teruggrijpt naar de vormentaal van het oude Egypte met o.m. bundelzuilen met papyrus- en palmenkapitelen, de holgebogen kroonlijst alsook de voor deze antieke cultuur typerende versieringen. In Brussel werd de neo-Egyptische stijl aangewend in een aantal vrijmetselaarstempels. schouw in geel marmer. In de eetkamer, plafond gedecoreerd met bloemen en pauwenfries, een motief dat hernomen wordt in de deur met glas-in-lood die naar de biljartzaal leidt. Hier dragen de muren een motief van Weense afkomst: gestileerde bomen waarvan het bladwerk zich inschrijft in een rechthoek. De schaakhoek wordt verlicht door een breed raamVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. dat eertijds zicht gaf op de tuin en door een lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten., beide met glas-in-lood dat voorzien is van geometriserende motieven.
De hal heeft een mozaïeken vloer en met geometrische motieven beschilderde wanden, waaronder afbeeldingen van gestileerde insecten. De houten vestiairekast met Mackintosh-invloed bevat een spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en, onderaan, een koperen radiatorkast waarop twee tegenover mekaar geplaatste pauwen staan afgebeeld. Drie andere radiatorkasten, van gelijkaardige opbouw en gedecoreerd met twee pelikanen of een vis, bevinden zich resp. in de biljartzaal en de eetkamer; ze zijn alle getekend met "RION".
Oorspronkelijk meubilair, inclusief de verlichting waarvan de vormen variëren naar gelang van de stijl van de ruimte. Opmerkelijk is het "poëzie-salon" dat in de hoek een klein houten bouwsel omvat, een soort overdekt podium met elegante leuning; aan de voorzijde, grote ruimte met marmeren schouw afgesloten door een koperen haardscherm met pauwenmotief, van dezelfde makelij als de radiatorkasten op de begane grond. Het muziekpaviljoen, dat met zekerheid aan Hamesse kan worden toegeschreven, wordt gekarakteriseerd door zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..
De gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel van de bijgebouwen aan de Poststraat telt drie en een halve bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechts leidt een inrijpoort naar de kelderverdieping, de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de linkertravee zijn rechthoekig en van tralies voorzien, op de verdiepingen getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster..
Interieur met o.a. opeenvolging van smalle bakstenen troggewelven met zichtbaar gebinte van balken en dwarsbalken, rustend op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., het dalende wagenpad en de houten provisiekasten.
Bescherming 08.08.1988.
In 1877 wijzigingen aangebracht aan bijgebouw: zolderverdieping door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. doorbroken en wijziging van de muuropeningen aan de gevel van de Poststraat n.o.v. arch. Ernest HENDRICKX. In 1878 gevelverhoging en toevoeging van geveldecoratie (waarschijnlijk aan de tuinzijde). In 1888 vervanging van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond van de hoofdgevel.
In 1904 opmerkelijke heraankleding in art-nouveaustijl zowel van de buiten- als binnenkant n.o.v. arch. Paul HAMESSE. Het interieur werd voorzien van meubilair in "Modern Style" dat perfect aansloot op zijn architecturale omgeving.
Buiten verving hij het centrale, over twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) lopende balkon waarvan de plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. opgenomen was in de puilijst, door een imposante houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in art-nouveaustijl met bekronend balkon; ook het houtwerk werd vernieuwd.
Achter de woning bouwde HAMESSE tegen de rechter tuinmuur een beglaasde galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. die leidde naar een concertzaal, aanpalend aan het bijgebouw aan de Poststraat. De bijgebouwen aan de Poststraat werden verhoogd met anderhalve verdieping in "Schemmestein" om er woonruimte te creëren, maar de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en de centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. bleven behouden; de oorspronkelijke pleisterlaag werd gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en voorzien van "blauwe" cementbanden die heden niet meer zichtbaar zijn. Binnen werd de begane grond heringericht tot conciërgewoning met daarnaast paardenstallen en opslagplaatsen. Gebruik makend van het grote niveauverschil werd er een sterk dalend wagenpad aangelegd naar het koetshuis dat zich onder de tuin van de woning bevond.
In 1980 werd het pand in gebruik genomen als brasserie-restaurant. Het interieur werd gerestaureerd en heringericht, aansluitend op de stijl van de woning. De tuin - waarin de brasserie is ondergebracht - werd overdekt met een deels houten deels glazen bedaking met metalen gebinte en stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. De bar is op vernuftige wijze in de glazen galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. geïntegreerd. De wand hiertegenover wordt gevormd door een rotsmuur, overblijfsel van de oorspronkelijke tuininrichting. Het meubilair van de brasserie, waarvan de houten zitbanken uit oude treinen afkomstig zijn, past goed in het interieur. In de oude stallen en koetshuizen aan de Poststraat Nr. 70 zijn een dancing en opslagplaatsen ondergebracht, doch oorspronkelijke structuur werd behouden.
Gevels en bedakingen, interieur met mobilair, muziekpaviljoen en wintertuinGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. van het voormalige Hotel Cohn-Donnay werden beschermd volgens KB van 08.08.1988.
Gevelopstand van drie in de hoogte afnemende bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gedeeltelijk leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Klassieke gevelopstand met rechthoekige muuropeningen, op verdiepingen in geriemde omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., al dan niet met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en rustend op doorlopende lekdrempel. Centrale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., beschilderd en verguld, bekroond door een balkon met ijzeren leuning in art-nouveaustijl. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. met door schijfvormen bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Boven elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Schuiframen op begane grond met geometriserende glasramen boven wisseldorpel. Verzorgde afwerking, o.a. deurbeslag waarin een klink en brievenbus zijn verwerkt evenals de stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Interieur: aan de zijde van de Koningsstraat, begane grond met hal en trap die naar de verdiepingen leidt gevolgd door een biljartzaal en schaakhoek, aan de andere zijde achtereenvolgens twee salons en een eetkamer. De decoratie is van een uitzonderlijke kwaliteit en werd goed bewaard.
Ze werd uitgevoerd in een art-nouveaustijl die van ruimte tot ruimte verschilt - nu eens zuiver geometrische vormen, dan weer gestileerde vegetale motieven - en waarin de meest uiteenlopende invloeden zichtbaar zijn, in het bijzonder die van de Weense Sezession ,zie het salon vooraan, met neo-Griekse inslag, voorzien van een monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. schouw in wit geaderd marmer en een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met danseressen. Het kleine centrale salon, waarvan de muren beschilderd zijn met gestileerde florale motieven, heeft wit gelakt houten meubilair in de stijl van Mackintosh en een egyptiserendeHistoriserende stijl die teruggrijpt naar de vormentaal van het oude Egypte met o.m. bundelzuilen met papyrus- en palmenkapitelen, de holgebogen kroonlijst alsook de voor deze antieke cultuur typerende versieringen. In Brussel werd de neo-Egyptische stijl aangewend in een aantal vrijmetselaarstempels. schouw in geel marmer. In de eetkamer, plafond gedecoreerd met bloemen en pauwenfries, een motief dat hernomen wordt in de deur met glas-in-lood die naar de biljartzaal leidt. Hier dragen de muren een motief van Weense afkomst: gestileerde bomen waarvan het bladwerk zich inschrijft in een rechthoek. De schaakhoek wordt verlicht door een breed raamVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. dat eertijds zicht gaf op de tuin en door een lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten., beide met glas-in-lood dat voorzien is van geometriserende motieven.
De hal heeft een mozaïeken vloer en met geometrische motieven beschilderde wanden, waaronder afbeeldingen van gestileerde insecten. De houten vestiairekast met Mackintosh-invloed bevat een spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en, onderaan, een koperen radiatorkast waarop twee tegenover mekaar geplaatste pauwen staan afgebeeld. Drie andere radiatorkasten, van gelijkaardige opbouw en gedecoreerd met twee pelikanen of een vis, bevinden zich resp. in de biljartzaal en de eetkamer; ze zijn alle getekend met "RION".
Oorspronkelijk meubilair, inclusief de verlichting waarvan de vormen variëren naar gelang van de stijl van de ruimte. Opmerkelijk is het "poëzie-salon" dat in de hoek een klein houten bouwsel omvat, een soort overdekt podium met elegante leuning; aan de voorzijde, grote ruimte met marmeren schouw afgesloten door een koperen haardscherm met pauwenmotief, van dezelfde makelij als de radiatorkasten op de begane grond. Het muziekpaviljoen, dat met zekerheid aan Hamesse kan worden toegeschreven, wordt gekarakteriseerd door zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..
De gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel van de bijgebouwen aan de Poststraat telt drie en een halve bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechts leidt een inrijpoort naar de kelderverdieping, de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de linkertravee zijn rechthoekig en van tralies voorzien, op de verdiepingen getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster..
Interieur met o.a. opeenvolging van smalle bakstenen troggewelven met zichtbaar gebinte van balken en dwarsbalken, rustend op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., het dalende wagenpad en de houten provisiekasten.
Bescherming 08.08.1988.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 2056 (1877), 2203 (1878), 3509 (1888), 6716, 6770 (1904).
Publicaties en studies
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art nouveau in België: architectuur en interieurs, Lannoo, Tielt, 1991, pp. 205-207.
MESNIL, C., L'Art nouveau aujourd'hui à Bruxelles, Collet, Braine-l'Alleud, 1992, pp. 61-63.
Tijdschriften
CELIS, M., “Het herenhuis Cohn-Donnay in Sint-Joost-ten-Noode. Een binnenhuisinrichting van Paul Hamesse”, M & L, 1, 1982, pp. 18-25.
Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse
GASJ/DS/OW 2056 (1877), 2203 (1878), 3509 (1888), 6716, 6770 (1904).
Publicaties en studies
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art nouveau in België: architectuur en interieurs, Lannoo, Tielt, 1991, pp. 205-207.
MESNIL, C., L'Art nouveau aujourd'hui à Bruxelles, Collet, Braine-l'Alleud, 1992, pp. 61-63.
Tijdschriften
CELIS, M., “Het herenhuis Cohn-Donnay in Sint-Joost-ten-Noode. Een binnenhuisinrichting van Paul Hamesse”, M & L, 1, 1982, pp. 18-25.
Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse
Opmerkelijke bomen in de nabijheid