Voormalig Hotel Cohn-Donnay, heden brasserie-restaurant "De Ultieme Hallucinatie"
Koningsstraat 316
Poststraat 70
Typologie(ën)
herenhuis
café/brasserie/taverne
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
Paul HAMESSE – architect – 1904
INCONNU - ONBEKEND – 1841
Stijlen
Art nouveau
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10928
Beschrijving
Herenhuis in neoclassicistiche stijl opgetrokken in 1841, inclusief bijgebouw, stallen en koetshuizen die zich richting Poststraat uitstrekken. Veelvuldig verbouwd.
In 1877 wijzigingen aangebracht aan bijgebouw: zolderverdieping door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. doorbroken en wijziging van de muuropeningen aan de gevel van de Poststraat n.o.v. arch. Ernest HENDRICKX. In 1878 gevelverhoging en toevoeging van geveldecoratie (waarschijnlijk aan de tuinzijde). In 1888 vervanging van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond van de hoofdgevel.
In 1904 opmerkelijke heraankleding in art-nouveaustijl zowel van de buiten- als binnenkant n.o.v. arch. Paul HAMESSE. Het interieur werd voorzien van meubilair in "Modern Style" dat perfect aansloot op zijn architecturale omgeving.
Buiten verving hij het centrale, over twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) lopende balkon waarvan de plint opgenomen was in de puilijst, door een imposante houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in art-nouveaustijl met bekronend balkon; ook het houtwerk werd vernieuwd.
Achter de woning bouwde HAMESSE tegen de rechter tuinmuur een beglaasde galerij die leidde naar een concertzaal, aanpalend aan het bijgebouw aan de Poststraat. De bijgebouwen aan de Poststraat werden verhoogd met anderhalve verdieping in "Schemmestein" om er woonruimte te creëren, maar de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en de centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. bleven behouden; de oorspronkelijke pleisterlaag werd gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en voorzien van "blauwe" cementbanden die heden niet meer zichtbaar zijn. Binnen werd de begane grond heringericht tot conciërgewoning met daarnaast paardenstallen en opslagplaatsen. Gebruik makend van het grote niveauverschil werd er een sterk dalend wagenpad aangelegd naar het koetshuis dat zich onder de tuin van de woning bevond.
In 1980 werd het pand in gebruik genomen als brasserie-restaurant. Het interieur werd gerestaureerd en heringericht, aansluitend op de stijl van de woning. De tuin - waarin de brasserie is ondergebracht - werd overdekt met een deels houten deels glazen bedaking met metalen gebinte en stijlen. De bar is op vernuftige wijze in de glazen galerij geïntegreerd. De wand hiertegenover wordt gevormd door een rotsmuur, overblijfsel van de oorspronkelijke tuininrichting. Het meubilair van de brasserie, waarvan de houten zitbanken uit oude treinen afkomstig zijn, past goed in het interieur. In de oude stallen en koetshuizen aan de Poststraat Nr. 70 zijn een dancing en opslagplaatsen ondergebracht, doch oorspronkelijke structuur werd behouden.
Gevels en bedakingen, interieur met mobilair, muziekpaviljoen en wintertuin van het voormalige Hotel Cohn-Donnay werden beschermd volgens KB van 08.08.1988.
Gevelopstand van drie in de hoogte afnemende bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gedeeltelijk leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op arduinen plint. Klassieke gevelopstand met rechthoekige muuropeningen, op verdiepingen in geriemde omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., al dan niet met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en rustend op doorlopende lekdrempel. Centrale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., beschilderd en verguld, bekroond door een balkon met ijzeren leuning in art-nouveaustijl. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. met door schijfvormen bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Boven elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Schuiframen op begane grond met geometriserende glasramen boven wisseldorpel. Verzorgde afwerking, o.a. deurbeslag waarin een klink en brievenbus zijn verwerkt evenals de stijlen van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Interieur: aan de zijde van de Koningsstraat, begane grond met hal en trap die naar de verdiepingen leidt gevolgd door een biljartzaal en schaakhoek, aan de andere zijde achtereenvolgens twee salons en een eetkamer. De decoratie is van een uitzonderlijke kwaliteit en werd goed bewaard.
Ze werd uitgevoerd in een art-nouveaustijl die van ruimte tot ruimte verschilt - nu eens zuiver geometrische vormen, dan weer gestileerde vegetale motieven - en waarin de meest uiteenlopende invloeden zichtbaar zijn, in het bijzonder die van de Weense Sezession ,zie het salon vooraan, met neo-Griekse inslag, voorzien van een monumentale schouw in wit geaderd marmer en een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met danseressen. Het kleine centrale salon, waarvan de muren beschilderd zijn met gestileerde florale motieven, heeft wit gelakt houten meubilair in de stijl van Mackintosh en een egyptiserende schouw in geel marmer. In de eetkamer, plafond gedecoreerd met bloemen en pauwenfries, een motief dat hernomen wordt in de deur met glas-in-lood die naar de biljartzaal leidt. Hier dragen de muren een motief van Weense afkomst: gestileerde bomen waarvan het bladwerk zich inschrijft in een rechthoek. De schaakhoek wordt verlicht door een breed raam dat eertijds zicht gaf op de tuin en door een lantaarn, beide met glas-in-lood dat voorzien is van geometriserende motieven.
De hal heeft een mozaïeken vloer en met geometrische motieven beschilderde wanden, waaronder afbeeldingen van gestileerde insecten. De houten vestiairekast met Mackintosh-invloed bevat een spiegel en, onderaan, een koperen radiatorkast waarop twee tegenover mekaar geplaatste pauwen staan afgebeeld. Drie andere radiatorkasten, van gelijkaardige opbouw en gedecoreerd met twee pelikanen of een vis, bevinden zich resp. in de biljartzaal en de eetkamer; ze zijn alle getekend met "RION".
Oorspronkelijk meubilair, inclusief de verlichting waarvan de vormen variëren naar gelang van de stijl van de ruimte. Opmerkelijk is het "poëzie-salon" dat in de hoek een klein houten bouwsel omvat, een soort overdekt podium met elegante leuning; aan de voorzijde, grote ruimte met marmeren schouw afgesloten door een koperen haardscherm met pauwenmotief, van dezelfde makelij als de radiatorkasten op de begane grond. Het muziekpaviljoen, dat met zekerheid aan Hamesse kan worden toegeschreven, wordt gekarakteriseerd door zuilen en gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..
De gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel van de bijgebouwen aan de Poststraat telt drie en een halve bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechts leidt een inrijpoort naar de kelderverdieping, de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de linkertravee zijn rechthoekig en van tralies voorzien, op de verdiepingen getoogd.
Interieur met o.a. opeenvolging van smalle bakstenen troggewelven met zichtbaar gebinte van balken en dwarsbalken, rustend op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen, het dalende wagenpad en de houten provisiekasten.
Bescherming 08.08.1988.
In 1877 wijzigingen aangebracht aan bijgebouw: zolderverdieping door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. doorbroken en wijziging van de muuropeningen aan de gevel van de Poststraat n.o.v. arch. Ernest HENDRICKX. In 1878 gevelverhoging en toevoeging van geveldecoratie (waarschijnlijk aan de tuinzijde). In 1888 vervanging van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond van de hoofdgevel.
In 1904 opmerkelijke heraankleding in art-nouveaustijl zowel van de buiten- als binnenkant n.o.v. arch. Paul HAMESSE. Het interieur werd voorzien van meubilair in "Modern Style" dat perfect aansloot op zijn architecturale omgeving.
Buiten verving hij het centrale, over twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) lopende balkon waarvan de plint opgenomen was in de puilijst, door een imposante houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in art-nouveaustijl met bekronend balkon; ook het houtwerk werd vernieuwd.
Achter de woning bouwde HAMESSE tegen de rechter tuinmuur een beglaasde galerij die leidde naar een concertzaal, aanpalend aan het bijgebouw aan de Poststraat. De bijgebouwen aan de Poststraat werden verhoogd met anderhalve verdieping in "Schemmestein" om er woonruimte te creëren, maar de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en de centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. bleven behouden; de oorspronkelijke pleisterlaag werd gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en voorzien van "blauwe" cementbanden die heden niet meer zichtbaar zijn. Binnen werd de begane grond heringericht tot conciërgewoning met daarnaast paardenstallen en opslagplaatsen. Gebruik makend van het grote niveauverschil werd er een sterk dalend wagenpad aangelegd naar het koetshuis dat zich onder de tuin van de woning bevond.
In 1980 werd het pand in gebruik genomen als brasserie-restaurant. Het interieur werd gerestaureerd en heringericht, aansluitend op de stijl van de woning. De tuin - waarin de brasserie is ondergebracht - werd overdekt met een deels houten deels glazen bedaking met metalen gebinte en stijlen. De bar is op vernuftige wijze in de glazen galerij geïntegreerd. De wand hiertegenover wordt gevormd door een rotsmuur, overblijfsel van de oorspronkelijke tuininrichting. Het meubilair van de brasserie, waarvan de houten zitbanken uit oude treinen afkomstig zijn, past goed in het interieur. In de oude stallen en koetshuizen aan de Poststraat Nr. 70 zijn een dancing en opslagplaatsen ondergebracht, doch oorspronkelijke structuur werd behouden.
Gevels en bedakingen, interieur met mobilair, muziekpaviljoen en wintertuin van het voormalige Hotel Cohn-Donnay werden beschermd volgens KB van 08.08.1988.
Gevelopstand van drie in de hoogte afnemende bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gedeeltelijk leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op arduinen plint. Klassieke gevelopstand met rechthoekige muuropeningen, op verdiepingen in geriemde omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., al dan niet met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en rustend op doorlopende lekdrempel. Centrale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., beschilderd en verguld, bekroond door een balkon met ijzeren leuning in art-nouveaustijl. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. met door schijfvormen bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Boven elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Schuiframen op begane grond met geometriserende glasramen boven wisseldorpel. Verzorgde afwerking, o.a. deurbeslag waarin een klink en brievenbus zijn verwerkt evenals de stijlen van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Interieur: aan de zijde van de Koningsstraat, begane grond met hal en trap die naar de verdiepingen leidt gevolgd door een biljartzaal en schaakhoek, aan de andere zijde achtereenvolgens twee salons en een eetkamer. De decoratie is van een uitzonderlijke kwaliteit en werd goed bewaard.
Ze werd uitgevoerd in een art-nouveaustijl die van ruimte tot ruimte verschilt - nu eens zuiver geometrische vormen, dan weer gestileerde vegetale motieven - en waarin de meest uiteenlopende invloeden zichtbaar zijn, in het bijzonder die van de Weense Sezession ,zie het salon vooraan, met neo-Griekse inslag, voorzien van een monumentale schouw in wit geaderd marmer en een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met danseressen. Het kleine centrale salon, waarvan de muren beschilderd zijn met gestileerde florale motieven, heeft wit gelakt houten meubilair in de stijl van Mackintosh en een egyptiserende schouw in geel marmer. In de eetkamer, plafond gedecoreerd met bloemen en pauwenfries, een motief dat hernomen wordt in de deur met glas-in-lood die naar de biljartzaal leidt. Hier dragen de muren een motief van Weense afkomst: gestileerde bomen waarvan het bladwerk zich inschrijft in een rechthoek. De schaakhoek wordt verlicht door een breed raam dat eertijds zicht gaf op de tuin en door een lantaarn, beide met glas-in-lood dat voorzien is van geometriserende motieven.
De hal heeft een mozaïeken vloer en met geometrische motieven beschilderde wanden, waaronder afbeeldingen van gestileerde insecten. De houten vestiairekast met Mackintosh-invloed bevat een spiegel en, onderaan, een koperen radiatorkast waarop twee tegenover mekaar geplaatste pauwen staan afgebeeld. Drie andere radiatorkasten, van gelijkaardige opbouw en gedecoreerd met twee pelikanen of een vis, bevinden zich resp. in de biljartzaal en de eetkamer; ze zijn alle getekend met "RION".
Oorspronkelijk meubilair, inclusief de verlichting waarvan de vormen variëren naar gelang van de stijl van de ruimte. Opmerkelijk is het "poëzie-salon" dat in de hoek een klein houten bouwsel omvat, een soort overdekt podium met elegante leuning; aan de voorzijde, grote ruimte met marmeren schouw afgesloten door een koperen haardscherm met pauwenmotief, van dezelfde makelij als de radiatorkasten op de begane grond. Het muziekpaviljoen, dat met zekerheid aan Hamesse kan worden toegeschreven, wordt gekarakteriseerd door zuilen en gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..
De gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel van de bijgebouwen aan de Poststraat telt drie en een halve bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechts leidt een inrijpoort naar de kelderverdieping, de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de linkertravee zijn rechthoekig en van tralies voorzien, op de verdiepingen getoogd.
Interieur met o.a. opeenvolging van smalle bakstenen troggewelven met zichtbaar gebinte van balken en dwarsbalken, rustend op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen, het dalende wagenpad en de houten provisiekasten.
Bescherming 08.08.1988.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 2056 (1877), 2203 (1878), 3509 (1888), 6716, 6770 (1904).
Publicaties en studies
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art nouveau in België: architectuur en interieurs, Lannoo, Tielt, 1991, pp. 205-207.
MESNIL, C., L'Art nouveau aujourd'hui à Bruxelles, Collet, Braine-l'Alleud, 1992, pp. 61-63.
Tijdschriften
CELIS, M., “Het herenhuis Cohn-Donnay in Sint-Joost-ten-Noode. Een binnenhuisinrichting van Paul Hamesse”, M & L, 1, 1982, pp. 18-25.
Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse
GASJ/DS/OW 2056 (1877), 2203 (1878), 3509 (1888), 6716, 6770 (1904).
Publicaties en studies
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art nouveau in België: architectuur en interieurs, Lannoo, Tielt, 1991, pp. 205-207.
MESNIL, C., L'Art nouveau aujourd'hui à Bruxelles, Collet, Braine-l'Alleud, 1992, pp. 61-63.
Tijdschriften
CELIS, M., “Het herenhuis Cohn-Donnay in Sint-Joost-ten-Noode. Een binnenhuisinrichting van Paul Hamesse”, M & L, 1, 1982, pp. 18-25.
Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse
Opmerkelijke bomen in de nabijheid