Koningsstraat 203

Neoclassicistisch geïnspireerd herenhuis met vier bouwlagen in afnemende grootte en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bestond oorspronkelijk uit twee woningen van het einde van de jaren 1830 die samengevoegd werden in 1883-1884. ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bijgebouwd in 1927. Renovatie in 1977: afbraak erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., nieuwe pleisterlaag op de gevel en verhoging met een verdieping.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel horizontaal geleed door arduinen kordons, op oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. natuurstenen plint met keldervensters. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechthoekige muuropeningen, in eerste bouwlaag op arduinen lekdrempels met gecanneleerde klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. eindigend op een dropmotief. In vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), vleugeldeur met bovenvenster in arduinen omlijsting, waarboven een balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met ijzeren leuning. IJzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. in derde bouwlaag.


Achteraan de binnenplaats: bijgebouwen met oude stallen, baksteenconstructie met Vlaamse renaissance-invloed gevormd door twee vleugels volgens L-plan (heropgebouwd in 1898). Zijvleugel met licht inspringende afgeronde hoek. Twee bouwlagen en in totaal zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., oorspronkelijk verlicht door œils-de-bœuf. Uiterst rechtse traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) eindigend op een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met topstuk.

Gevel in rode baksteen afgewisseld met speklagen in zwarte baksteen op een arduinen plint. Vensterbogen en vierkanten op zijgevel met arduinen diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. in de hoeken eveneens in zwarte baksteen. Stijlen, sleutels, imposten, aanzetstukken, lekdrempels in blauwe hardsteen. Op de begane grond aanvankelijk korfbogige inrijpoorten, heden garagepoorten. Verdieping met eenvoudige korfbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. of rondbogige tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. ingeschreven in een korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Rondbogig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Centrale muurdammen gedecoreerd met resp. stenen paneel waarop een wapenschild staat afgebeeld en een sieranker waarrond zich een slang wikkelt.