Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

Joseph DIONGREarchitect1922

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29031
lees meer

Beschrijving

Driegevelvilla in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. n.o.v. architect Joseph Diongre, 1922.

Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen benedenverdieping, met simili banden, op hardstenen plint. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verdieping met zgn. crépis tyrolien. Rechthoekige muuropeningen, op verdieping bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met afgesneden hoeken.
Langs straat, gevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechts, toegang in boogvormige loggia met getrapte dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.. Links, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. monelenStenen vensterstijl., centraal venster verdiept, laterale venstertjes, net zoals venstertje rechts van deur voorzien van ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Op verdieping bakstenen, tweezijdige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op centrale console en onder plat dak, naast groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Hiertussen paneel met opschrift «ANNO / 1923». HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. thans volledig witgeschilderd, oorspronkelijk met twee blauwe banden geglazuurde bakstenen. De kleur kwam – volgens de bouwplannen - overeen met het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met zaagtandmotief en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Breed mansardevenster en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling, met uitzondering van mansardevenster en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., bewaard.

Links van het gebouw bakstenen tuinmuur op hardstenen plint met vervangen inrijpoort. In 1924 voegde Joseph DIONGRE achteraan het perceel een garagegebouw toe voor twee voertuigen.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 7539 (1922), 8003 (1924), 8860 (1926), 9115 (1927).

Tijdschriften
VAN MONTFORT, H., 'La Maison', L'Emulation, 44, 8, 1924, fig. 5.