Typologie(ën)
driegevelvilla
woning met kunstenaarsatelier
woning met kunstenaarsatelier
Ontwerper(s)
DELBRASSINE – (meester-)metselaar, aannemer, architect – 1922
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21932
Beschrijving
Villa in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., ontworpen door architect Delbrassine i.o.v. beeldhouwer G. Vandevoorde, 1922.
Vormt samen met nr. 28 een bijzonder homogeen paar villa's ontworpen in hetzelfde jaar.
Halfopen gebouw met oorspronkelijk vooraan een woonvolume van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en, achteraan, een tweede langwerpig en lager volume onder hoog zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met daklichten, met hierin het atelier van de beeldhouwer en een tentoonstellingsruimte. In 1983 werd het volume achteraan grondig gewijzigd en voorzien van een verdieping met dezelfde hoogte als het volume vooraan, onder mansarde en plat dak dat ook het achterste gedeelte van het volume vooraan bedekt.
Gevel van het volume vooraan in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. De meeste muuropeningen zijn rechthoekig, met twee monelenStenen vensterstijl. of dubbel kruisraam. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voorgevel, de laatste inspringend onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., achter een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met rondbogige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.; bas-reliëfs met engeltjes. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de zijgevel, de tweede als trapezoïdale voorbouw; bakstenen zaagtandfriezen op de hoeken. Breed uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. Kleine veelhoekige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder drieledig dak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Eigendom afgesloten door een heg en een vervangen toegang.
Vormt samen met nr. 28 een bijzonder homogeen paar villa's ontworpen in hetzelfde jaar.
Halfopen gebouw met oorspronkelijk vooraan een woonvolume van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en, achteraan, een tweede langwerpig en lager volume onder hoog zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met daklichten, met hierin het atelier van de beeldhouwer en een tentoonstellingsruimte. In 1983 werd het volume achteraan grondig gewijzigd en voorzien van een verdieping met dezelfde hoogte als het volume vooraan, onder mansarde en plat dak dat ook het achterste gedeelte van het volume vooraan bedekt.
Gevel van het volume vooraan in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. De meeste muuropeningen zijn rechthoekig, met twee monelenStenen vensterstijl. of dubbel kruisraam. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voorgevel, de laatste inspringend onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., achter een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met rondbogige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.; bas-reliëfs met engeltjes. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de zijgevel, de tweede als trapezoïdale voorbouw; bakstenen zaagtandfriezen op de hoeken. Breed uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. Kleine veelhoekige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder drieledig dak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Eigendom afgesloten door een heg en een vervangen toegang.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 81-26.