Typologie(ën)

burgerwoning
kerk/kathedraal/basiliek
klooster/abdij

Ontwerper(s)

Léopold PEPERMANSarchitect1905

Arthur FRANÇOISarchitect, architect-landmeter1897

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 07 maart 1996

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36728
lees meer

Beschrijving

Geheel gevormd door een burgerhuis in neo-Vlaamse renaissancestijl, ontworpen i.o.v. Gabrielle Fontaine door architect-landmeter Arthur François in 1897, en een bidplaats in neogotische stijl toegewijd aan het Kind Jezus en aan Onze-Lieve-Vrouw van Voorzienigheid, n.o.v. architect Léopold Pepermans, 1905.

Geschiedenis

De verering van het Kind Jezus, aan wie de kerk is toegewijd, verspreidde zich in de 17e eeuw vanuit Praag, waar een beeld van het Kind Jezus “miraculeus” werd genoemd. Deze verering was in de 18e eeuw nog altijd heel populair en verbreidde zich vanaf eind 19e eeuw in Europa. In België werd ze verspreid door Gabrielle Fontaine, die in 1892 het boekje L’Enfant miraculeux de Prague schreef en in 1895 het tijdschrift Petite revue de L’Enfant-Jésus oprichtte. De verzoeken tot gebeden en andere aanbevelingen stroomden binnen, en al snel werd de bouw van een eredienstruimte noodzakelijk.

Brugmannlaan 119-121, hoofdopstand van de noodkerk (gesloopt), GAV/DS 1243 (1897).

In 1897 liet Gabrielle Fontaine aan de Brugmannlaan, recht tegenover de Darwinstraat, een burgerhuis bouwen (nr.117, n.o.v. architect-landmeter Arthur François), alsook een kleine
kapel toegewijd aan het Kind Jezus en ingewijd op 25.10.1897. De erediensten werden geleid door de Paters Barnabieten die, in 1898, een klooster in de tuin van het huis lieten bouwen.

De kapel trok bedevaarders uit heel België aan en werd al snel te klein. In 1905 vertrouwden de Paters Barnabieten aan architect Leopold Pepermans de plannen toe voor een nieuwe neogotische kerk, op de plaats van de kapel. Ze werd ingewijd op 18.10.1906.

Beschrijving

Op nr.117, opstand oorspronkelijk met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., uitgebreid met een derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak in 1898. Gevel in witsteen met hardstenen elementen. Op de eerste verdieping, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met een ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen stenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Decor van cabochons, diamantkoppen, balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en bas-reliëfs. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (1898) op de verdiepingen geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., oorspronkelijk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Schrijnwerk deels bewaard.

Brugmannlaan 117 (foto 2016).

Op nr.119-121, kerk in neogotische stijl in witsteen met hardstenen elementen, lichtjes inspringend t.o.v. de rooilijn en achter ijzeren traliewerk.

Plattegrond in basiliekvorm, met een schip van vijf traveeën geflankeerd door zijbeuken en uitmondend in een koor van twee rechte traveeën en een vijfzijdige abside.

Kerk van de Paters Barnabieten , Brugmannlaan 119-121, plan, GAV/DS 1335 (1898).

De hoofdgevel bestaat uit drie delen: een centraal deel geflankeerd door twee zijbeuken. Het centrale deel wordt bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. maaswerk, bekroond door een kruis; ertegen zijn twee veelhoekige torentjes aangebouwd, links half ingewerkt, rechts doorlopend ter hoogte van de geveltop. Op de benedenverdieping, centraal, uitspringend portaal onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., met boogvormige dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. met zuiltjes; timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een reliëf dat het gekroonde Jezuskind voorstelt, en het opschrift «Enfant? Jésus ?Bénissez ? Nous»; het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). wordt rechts geflankeerd door een toegangsdeur onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Boven het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule)., breed spitsboogvormige glas-in-loodraam met maaswerk van veellobbige rozen dat het schip verlicht.

Kerk van de Paters Barnabieten , Brugmannlaan 119-121, dwarsdoorsnede, GAV/DS 3659 (1905).

Ter hoogte van de linkerzijbeuk verrijst een toren van drie bouwlagen, verstevigd door steunberen, die volgens de opstandtekening door een spits moest worden bekroond; ter hoogte van de rechterzijbeuken, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van twee bouwlagen onder zadeldak.

De narthex en de zijbeuken worden verlicht door smalle spitsboogvormige of rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., sommige per twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd..

Rechts tegen de kerk aangebouwd, klein bijgebouw (nr.121) van twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met op de benedenverdieping een gebogen inrijpoort die uitgeeft op een gang die naar het klooster leidt; op de verdieping, per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt..

Interieur.
Spitsboogvormige tongewelf verdeeld door gordelbogen met lunetten. De spitsbogen rusten in het schip op vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die op de hoeken met zuilen zijn versierd, en in het koor op dubbele zuilen. Centraal schip en koor met triforium; erboven, een reeks geschilderde spitsboogvormige glas-in-loodramen die de Kindsheid van Jezus voorstellen, uitgevoerd door meester-glazenier Colpaert naar kartons van schilder De Craemer.

Kloosterkerk van de Paters Barnabieten, Brugmannlaan, interieur (foto 2017).

Rijk en verscheiden interieur: zijbeuken versierd met houten biechtstoelen in art-decostijl en een gebeeldhouwde Kruisweg in expressionistische stijl. Triomfoog versierd met voorstellingen van Sint-Paulus, patroonheilige van de Barnabieten, en van Antoine-Marie Zaccaria, stichter van de religieuze orde. Talrijk votiefplaten gewijd aan het Heilig Hart, Onze-Lieve-Vrouw van Voorzienigheid en het Kindje Jezus van Praag.

Kloosterkerk van de Paters Barnabieten (foto 2017).

Het oksaal rust op zuiltjes en metalen balken met neogotische profielen. Galerijorgel in neoclassicistische stijl uit begin 20e eeuw (orgelbouwer Maurice Delmotte).

Kerk van de Paters Barnabieten , Brugmannlaan 119-121, dwarsdoorsnede, GAV/DS 3659 (1905).

Klooster. Binnen het huizenblok, L-vormig bakstenen gebouw bestaande uit een eerste vleugel van twee bouwlagen, haaks op de koorafsluiting van de kerk, en een tweede vleugel van drie bouwlagen, in de lengte. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen monelenStenen vensterstijl.. Oorspronkelijke dakkapellen vervangen.
Talrijke verbouwingen en uitbreidingen uitgevoerd in de loop van de 20e eeuw, waaronder een volledige herinrichting van het interieur in 2007.

Inschrijving op de bewaarlijst 07.03.1996

Bronnen

Archieven
GAV/DS 117: 1239 (1897), 1243 (1897), 1318 (1898), 7132 (1921), 13181 (1936), 16498 (1954), 17831 (1961), 24145 (2007); 119-121: 3659 (1905), 7134 (1921), 10535 (1929), 20031 (1975).

Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest