Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1928

Léonce LAUREYSarchitect1894

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36697
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de Franse renaissancestijl, het resultaat van de verbouwing, in 1928, van een burgerhuis n.o.v. architect Léonce Laureys, uit 1894.

Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij, van nr.63 tot nr.81.

OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste drie met twee bouwlagen en het resultaat van een uitbreiding uitgevoerd in 1928 (n.o.v. architect Henri Aimé Jacobs), de drie volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drie bouwlagen (1894). Gevel in witsteen met elementen en banden in hardsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en rondbogige smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… inrijpoort. Op de benedenverdieping is het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) het resultaat van de verbouwing van de oorspronkelijke toegangsdeur. Op de eerste verdieping, doorlopend  balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (1928). De eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) worden bekroond door een plat dak afgesloten door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters., de drie volgende door een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Bijgebouwen achteraan (aannemer René Gillion, 1923).

Bronnen

Archieven
GAV/DS 893 (1894), 1210 (1897), 7943 (1923), 9938 (1928), 19096 (1967), 21125 (1990), 22864 (2001-2003), 23736 (2006-2007).