Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Albert DE RUDDERarchitect1895

Stijlen

Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36692
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk herenhuis in eclectische stijl met invloed van de neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., gesigneerd « Alb. De Rudder Architecte Ixelles», ca. 1895. Het huidige uitzicht van het huis is het resultaat van een uitbreiding van de hand van dezelfde architect in 1908.

Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij, van nr.63 tot nr.81.

Opstand van drie bouwlagen en twee gevels. De zijgevel geeft uit op een tuin afgesloten door een ijzeren hek tussen twee stenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Gevels volledig bekleed met witsteen, op hardstenen sokkel. Oorspronkelijk of oud schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Aan de straatkant, hoofdgevel met vier rijkelijk versierde traveeën (bloemslingers, mascaronsGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker., guirlandes, enz.), voorzien van rechthoekige of getoogde muuropeningen. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.: smeedijzeren deur onder gebogen fronton, verdiepingen geflankeerd door kolossale gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bewerkte kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., tentdak verlicht door twee imposante dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder doorbroken gebogen fronton. Ter hoogte van de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), eerste verdieping versierd met een imposante stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., bekroond door een terras met ijzeren borstwering tussen stenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door talrijke dakkapellen onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Zijgevel op de verdiepingen voorzien van grote rechthoekige muuropeningen.

De eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) had oorspronkelijk slechts één bouwlaag over de hele lengte van de zijgevel; de verdiepingen en het tentdak dat een hoektorentje vormt, werden toegevoegd in 1908 (n.o.v. architect Albert De Rudder), samen met de erker, het mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., de eerste verdieping op de zijgevel en de verschillende bijgebouwen aan de achterzijde van het perceel. De tweede verdieping van de zijgevel werd in 1950 toegevoegd.

Aan de achterzijde van het perceel, stal, koetshuis en bijgebouwen.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 1208 (1897), 2001 (1902), 3822 (1905), 4595 (1908), 4708 (1908), 15389 (1950).