Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1895-1905
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 36695
Beschrijving
Burgerhuis
in eclectische stijl, ca. 1900.
Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij, van nr.63 tot nr.81.
Opstand van drie bouwlagen, in roodgekleurde baksteen met elementen en banden in hardsteen. Rechthoekige of getoogde muuropeningen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Aan de straatkant, gevel met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.; centraal balkon met ijzeren borstwering tussen stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. op de eerste verdieping, een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met een eenvoudige ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de tweede. Zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorzien van twee toegangsdeuren achter enkele stenen treden; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen van de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Rechts, aan de straatkant, inrijpoort aan de zijgevel geflankeerd door twee bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Aan de achterzijde van het perceel, garages (1926).
Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij, van nr.63 tot nr.81.
Opstand van drie bouwlagen, in roodgekleurde baksteen met elementen en banden in hardsteen. Rechthoekige of getoogde muuropeningen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Aan de straatkant, gevel met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.; centraal balkon met ijzeren borstwering tussen stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. op de eerste verdieping, een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met een eenvoudige ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de tweede. Zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorzien van twee toegangsdeuren achter enkele stenen treden; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen van de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Rechts, aan de straatkant, inrijpoort aan de zijgevel geflankeerd door twee bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Aan de achterzijde van het perceel, garages (1926).
Bronnen
Archieven
GAV/DS
3834 (1905), 9054 (1926), 11081 (1930), 12319 (1934), 22037 (1996-1997), 22280
(1998), 25339 (2012-2013).
