Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Victor CRETENarchitect1912-1913

Henry VAESarchitect1912-1913

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13756
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee gelijkaardige huizen volgens repeterend schema gebouwd i.o.v. dezelfde eigenaar volgens twee bouwaanvragen van 1912 en 1913 en n.o.v. de arch. H. VAES en V. CRETEN.

Gevels in (simili)-natuursteen van telkens drie bouwlagen op plinten met twee rechthoekige getraliede kelderopeningen. Eerste gebosseerde bouwlaag identiek: twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. (getralied bij nr. 53) en ingang in omlijsting met kwarthol beloop; korfbogige muuropeningen met zware sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., schouderboogvormig bij nr. 55, waarin rechthoekig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal deurvenster voorzien van ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., neervallende guirlandes aan weerszijden. Bekronend balkon vóór drie muuropeningen van laatste bouwlaag; centraal rondbogig of steekbogig (nr. 55) deurvenster. Sleutels in de vorm van maskers, bij nr. 53 onderling verbonden door laurierguirlandes in gekleurde mozaïek op blauwe achtergrond die verderloopt tot in zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., bij nr. 55 door gesculpteerde bloemenguirlandes. Paneeldecoratie op hoekpenanten. Identieke gevelbeëindiging: naakte friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). (vier steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. bij nr. 53) tussen geprofileerde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Twee rondbogige dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 4028 (1912), 4480 (1913).