Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
P. DELEENER – aannemer – 1925
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 29360
Beschrijving
Burgerwoning
in eclectische stijl met Beaux-Arts-elementen. Wellicht door en voor aannemer
P. Deleener, 1925.
Vormt aanvang van een korte homogene huizenrij, die eindigt op nr. 185.
Opstand van drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in witsteen met hardstenen plint, verdiepingen in baksteen met elementen in witsteen. Korfboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping. Brede gebogen erker met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. bekroond door terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en centraal smeedijzeren hek. MascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. als sluitsteen op centrale verdieping. Dakkapel wellicht later toegevoegd. Vensterschrijnwerk deels bewaard.
Vormt aanvang van een korte homogene huizenrij, die eindigt op nr. 185.
Opstand van drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in witsteen met hardstenen plint, verdiepingen in baksteen met elementen in witsteen. Korfboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping. Brede gebogen erker met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. bekroond door terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en centraal smeedijzeren hek. MascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. als sluitsteen op centrale verdieping. Dakkapel wellicht later toegevoegd. Vensterschrijnwerk deels bewaard.
Bronnen
Archieven
GAV-DS 8809 (1925).