Voormalig brandweerkaserne
Vossenplein 50-51-52-53-54-55-56-57-58-59-60-61-62-63-64-65-66-67-68-69-70-71-72-73-74-75-76-77-78-79
Typologie(ën)
kazerne
Ontwerper(s)
J. POELAERT – architect – 1859-1863
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31266
Beschrijving
Gebouw in eclectische
stijl naar ontwerp van architect Joseph Poelaert van 1859-1860, opgetrokken in
1861-1863. Verving de eerste brandweerkazerne, sinds 1810 gevestigd nabij het
Anneessensplein (zie Kazernestraat). De Gemeenteschool Nr. 7 die oorspronkelijk
de noordelijke vleugel innam, werd later overgebracht naar een achteraan
aanpalend nieuw schoolgebouw (zie Hoogstraat nr. 255). In gebruik tot 1982;
gerenoveerd onder leiding van architecten Herv. Gilson en E. Henry in
1986-1989, tot een complex met 65 duplexappartementen en 24 winkels.
Langgerekt complex met drie vleugels in U-vorm rondom een staatsieplein, met monumentaal poortgebouw in de heden doorbroken afsluitingsmuur. Baksteenbouw met ruime verwerking van natuursteen voor de benedenbouw, hoekblokken, risalieten en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. omlijstingen, hardsteen voor sokkel, kordons en sluitstenen. Omvat drie bouwlagen onder gecombineerd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Sobere architectuur met vormelijke verwijzingen naar het laat 18e eeuwse œuvre van architect Claude Nicolas Ledoux (1736-1806), met name het opvallende gebruik van bossagewerk. Symmetrische opstand, horizontaal geleed door kordons, met geboste benedenbouw, registersVensterstrook in een topgevel. van steekboogopeningen en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Verticaal ritme van de oplopende vlakke omlijstingen met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. van de bovenvensters. Middenpartij rondom het staatsieplein, zeventien bij vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de begane grond - met reeds eerder gewijzigde inrijpoorten, oorspronkelijk deuren en vensters - heden opengewerkt tot galerij. Hoekpartijen met rijker uitgewerkte kopgevels, zeven bij drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door geblokte hoekpilasters. Alternerend ritme van geboste risalieten, doorlopend in dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met fronton. Breder middenrisaliet onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., met portaal van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. deuren en verdiepte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Monumentaal poortgebouw van natuursteen, heden omgevormd tot handelsruimte met beglazing. Verdiepte rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. in zwaar geblokte archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met sluitsteen, bekroond door een topstuk met wapen van de Stad Brussel. Aan weerszij gekoppelde geboste driekwartzuilen met stylobaat en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. waarop gebeeldhouwde trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… van de brandweer (helm, fakkel, bijl, lauwerkrans), en schouderstukken; gedenkplaten voor gesneuvelden Eerste wereldoorlog aan pleinzijde. Onversierde achtergevels. Oorspronkelijk remises en slaapzalen in de middenvleugel - met troggewelven op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommen -, woningen in de zuidvleugel; Polonceau-dakspanten. Later overdekte binnenplaats, onder markante vierbeukige Polonceauspant op vakwerkliggers en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Langgerekt complex met drie vleugels in U-vorm rondom een staatsieplein, met monumentaal poortgebouw in de heden doorbroken afsluitingsmuur. Baksteenbouw met ruime verwerking van natuursteen voor de benedenbouw, hoekblokken, risalieten en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. omlijstingen, hardsteen voor sokkel, kordons en sluitstenen. Omvat drie bouwlagen onder gecombineerd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Sobere architectuur met vormelijke verwijzingen naar het laat 18e eeuwse œuvre van architect Claude Nicolas Ledoux (1736-1806), met name het opvallende gebruik van bossagewerk. Symmetrische opstand, horizontaal geleed door kordons, met geboste benedenbouw, registersVensterstrook in een topgevel. van steekboogopeningen en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Verticaal ritme van de oplopende vlakke omlijstingen met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. van de bovenvensters. Middenpartij rondom het staatsieplein, zeventien bij vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de begane grond - met reeds eerder gewijzigde inrijpoorten, oorspronkelijk deuren en vensters - heden opengewerkt tot galerij. Hoekpartijen met rijker uitgewerkte kopgevels, zeven bij drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door geblokte hoekpilasters. Alternerend ritme van geboste risalieten, doorlopend in dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met fronton. Breder middenrisaliet onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., met portaal van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. deuren en verdiepte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Monumentaal poortgebouw van natuursteen, heden omgevormd tot handelsruimte met beglazing. Verdiepte rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. in zwaar geblokte archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met sluitsteen, bekroond door een topstuk met wapen van de Stad Brussel. Aan weerszij gekoppelde geboste driekwartzuilen met stylobaat en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. waarop gebeeldhouwde trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… van de brandweer (helm, fakkel, bijl, lauwerkrans), en schouderstukken; gedenkplaten voor gesneuvelden Eerste wereldoorlog aan pleinzijde. Onversierde achtergevels. Oorspronkelijk remises en slaapzalen in de middenvleugel - met troggewelven op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommen -, woningen in de zuidvleugel; Polonceau-dakspanten. Later overdekte binnenplaats, onder markante vierbeukige Polonceauspant op vakwerkliggers en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Bronnen
Archieven
SAB/AA 1861, rep. 1236-1238.