Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1942
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Aan de rand van het Vossenplein, onder de kasseien, tussen
de kerk Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt en
de Zuinigheidsstraat, bevindt zich een schuilkelder van
de passieve luchtbescherming die een rechthoek
van ongeveer 35 meter lang en 5 meter breed inneemt. Vermoedelijk daterend uit
1942.
De toegang gebeurde eertijds langs twee ingangen aan de beide uiteinden van de
kelder, dichtbij de uiteinden, aan het noordwesten en het zuidoosten. Een
daarvan is momenteel afgesloten en de andere verzegeld door een gietijzeren
plaat.
De schuilkelder heeft een functioneel plan, karakteristiek voor dit type
constructies die opgericht werden soms voor en in het algemeen tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de
Passieve luchtbescherming (PLB) in de voornaamste steden van België. De toegang
gebeurde langs trappen in open lucht, beschermd door borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. of
zandzakken. Deze trappen bestaan uit twee delen die haaks ten opzichte van
elkaar staan, met als doel te beschermen. De toegangen van de schuilkelder zijn
gedicht in de jaren 1960. De toegang is aan de rand voorzien van een laterale
muur die een beschermingssas vormt. Het interieur van de schuilkelder is groot.
Hij bestaat uit verschillende zalen die door muren in zigzag gecompartimenteerd
zijn, een dispositief dat schokken tegenhoudt en een schervenscherm vormt.
Sommigen dragen Franstalige en Nederlandstalige geschilderde inscripties (“verboden
te wateren” – “verboden te spuwen”). Aan de twee uiteinden van de kelder
bevindt zich het sanitair (mannen en vrouwen). De laterale muren worden gevormd
door een opeenvolging van nissen met bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. die houten banken bevatten, waarvan
sommigen nog bewaard zijn. Het plafond wordt gevormd door een grote getoogde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden..
De structuur van de schuilkelder werd in beton opgetrokken (laterale en
loodrechte muren, arcaden, trappen, plafond, vloer in betonplaten). Sommige
scheidingsmuren en niet-dragende gedeelten van muren zijn in baksteen. De
horizontale plafonds zijn in gewapend beton. Boringen, gerealiseerd in januari
2017, laten toe te besluiten dat de verticale wanden van de schuilkelder en
zijn boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in, hoogstwaarschijnlijk niet-gewapend, beton zijn. Op gelijkmatige
afstand van elkaar bevinden zich inkepingen met haakjes in het gebogen plafond.
Dit raster diende waarschijnlijk voor het bevestigen van panelen, misschien
panelen in “Cellulit” zoals aangeduid op het plan van 1942 voor een
schuilkelderproject.
Bronnen
Archieven
SAB/Fonds luchtbescherming/NPP 017 (plans d’abris 1941-1944)
Publicaties en studies
ABEELS G. Le Vieux marché, Cercle d’histoire et d’archéologie Les
Marolles, Brussel, 1989.
D'OSTA J. Le dictionnaire historique et anecdotique des rues de Bruxelles, Paul Legrain éd, Bruxelles, 1989.
LEBOUC G. Bruxelles occupée, 180°éditions, 2014.
Rapport sur la structure de l’abri sous la place du jeu de Balle -
Laboratoire de Génie Civil (Ecole Polytechnique - Service BATir) de l’ULB, Ir
M. Provost.
Tijdschriften
ABEELS G. "Nos abris anti aériens", in Les Marolles, trimestrieel tijdschrift n°50, december 1995.