





voorm. Sint-Franciscus-Xaveriuskerk / Cinéma des Familles
Stalingradlaan 28, 30, 32, 34, 36
Rogier van der Weydenstraat 24, 26
Typologie(ën)
kerk/kathedraal/basiliek
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
C. fils ALMAIN (-DE HASE) – architect – 1873
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Neoromaans
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31690
Beschrijving
Hoekcomplex
met huurwoningen (Stalingradlaan) en achterliggend kerkgebouw (Rogier van der
Weydenstraat), naar ontwerp van architect C. Almain-de Hase van 1873.
Voormalige kerk van het Aartsbroederschap van Sint-Franciscus Xaverius. Lekengenootschap gesticht door de jezuïet pater L. van Caloen in 1854, met als doel een sociaal en godsdienstig apostolaat gericht op de arbeidersbevolking. Definitieve plannen van 1873, doch reeds voorontwerpen van 1872. Eerstesteenlegging van de kerk in 1874, ingezegend in 1876. Omvatte tevens een verenigingsgebouw (hoek Rogier van der Weydenstraat/Nieuwland), dat werd gesloopt. Sinds 1965 in gebruik als Grieks-Orthodoxe kerk.

Voorbouw. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rijhuizen met neoclassicistische inslag, drie bouwlagen + entresol en in totaal elf bij zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op entresol en bovenste verdieping. Getoogde deurvensters in stucomlijsting en oorspronkelijk gietijzeren balkons op de bovenverdieping. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en oorspronkelijk dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Winkelpuien met zij-ingang. Geïntegreerd westportaal van de kerk. Gelijkaardige doch heden gecementeerde zijgevel.
Kerk. Neoromaanse kerk met basilicale opstand, opgetrokken uit baksteen, met verwerking van witte natuur- en hardsteen, onder zadel- en lessenaarsdakenDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Beeldhouwwerk door D. Renodeyn. Plattegrond in de vorm van een Latijns kruis met driebeukig schip van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), niet uitspringend transept en vijfzijdig gesloten, ingebouwd koor van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Westportaal. Vooruitspringend rondboogportaal met drieledige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op composiete kolonnetten, omschreven door een gedrukte puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op maskerkopconsoles, het geheel bepleisterd en beschilderd op hardstenen sokkel. TimpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met voorstelling van de patroonheilige; decoratief lijstwerk op de archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog..

Zuidgevel. Zij- en middenbeuk geritmeerd door lisenen onderling verbonden door bogenfriezen op maskerkopconsoles. Rondboogvensters met doorgetrokken imposten en flankeerzuiltjes in de onderste geleding, drielichten in rondboognis in de bovenste. Transept gemarkeerd door steunberen en hoeklisenen met klimmende bogenfries; achtereenvolgens drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met deelzuiltjes, breed radvenster, en kleiner drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de top. Aansluitend bij het transept en rondom het koor, bijgebouw met drie bouwlagen + entresol en vier bij zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Benedenbouw geritmeerd door rondbogen, bovenverdieping door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; rond- en steekboogvensters, opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de entresol, deur onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zeslob. Ten noorden van het koor, ingebouwde vierkante toren met klokkenstoel.
Tot voor kort volledig gepolychromeerd kerkinterieur met drieledige opstand. Midden- en zijbeuken gescheiden door rondboogarcaden, op arduinen zuilen met octogonale sokkel en bladwerkkapiteel (onder meer met wapenschild). Erboven schijntriforium met rondboogarcaden op zuiltjes, en lichtbeuk. Overkluizing met kruisribgewelven (stuc) op halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. in het schip en bundelpijlersSamengestelde pijler bezet met (half)zuilen, pijlers of pilasters die bogen uit verschillende richtingen opvangt. in het transept, met kruisgewelven op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de zijbeuken; rondbogige gordels met rondstaafprofiel. Halfronde koorabsis met straalgewelf en roodmarmeren colonnetten. Doksaal tegen de blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. westgevel.
Meubilair
Beschildering en meubilair in neoromaanse- en gotische stijl.
Gepolychromeerde en vergulde kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., gewelfribben en gordelbogen; monumentale taferelen en heiligenbustes in transept en koor, kruisweg in de zijbeuken. Oorspronkelijk imitatieparement, met bijkomend sjabloondecor in het koor, recent overschilderd. Fraaie tegelbevloering.
Hoofdaltaar op trappenpodium, preekstoel oorspronkelijk met geschilderde taferelen van Sint-Franciscus- Xaverius, en doksaal op gebeeldhouwde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., naar ontwerp van Almain-de Hase; zij-altaren en biechtstoelen verwijderd, evenals een reeks heiligenbeelden door J. Geefs. Glasramen in koor door Lorin en transept door Comère-Capronnier. Recente iconostase, troon en liturgische voorwerpen van de Grieks-Orthodoxe ritus.
Voormalige kerk van het Aartsbroederschap van Sint-Franciscus Xaverius. Lekengenootschap gesticht door de jezuïet pater L. van Caloen in 1854, met als doel een sociaal en godsdienstig apostolaat gericht op de arbeidersbevolking. Definitieve plannen van 1873, doch reeds voorontwerpen van 1872. Eerstesteenlegging van de kerk in 1874, ingezegend in 1876. Omvatte tevens een verenigingsgebouw (hoek Rogier van der Weydenstraat/Nieuwland), dat werd gesloopt. Sinds 1965 in gebruik als Grieks-Orthodoxe kerk.

Voorbouw. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rijhuizen met neoclassicistische inslag, drie bouwlagen + entresol en in totaal elf bij zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op entresol en bovenste verdieping. Getoogde deurvensters in stucomlijsting en oorspronkelijk gietijzeren balkons op de bovenverdieping. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en oorspronkelijk dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Winkelpuien met zij-ingang. Geïntegreerd westportaal van de kerk. Gelijkaardige doch heden gecementeerde zijgevel.
Kerk. Neoromaanse kerk met basilicale opstand, opgetrokken uit baksteen, met verwerking van witte natuur- en hardsteen, onder zadel- en lessenaarsdakenDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Beeldhouwwerk door D. Renodeyn. Plattegrond in de vorm van een Latijns kruis met driebeukig schip van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), niet uitspringend transept en vijfzijdig gesloten, ingebouwd koor van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Westportaal. Vooruitspringend rondboogportaal met drieledige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op composiete kolonnetten, omschreven door een gedrukte puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op maskerkopconsoles, het geheel bepleisterd en beschilderd op hardstenen sokkel. TimpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met voorstelling van de patroonheilige; decoratief lijstwerk op de archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog..

Zuidgevel. Zij- en middenbeuk geritmeerd door lisenen onderling verbonden door bogenfriezen op maskerkopconsoles. Rondboogvensters met doorgetrokken imposten en flankeerzuiltjes in de onderste geleding, drielichten in rondboognis in de bovenste. Transept gemarkeerd door steunberen en hoeklisenen met klimmende bogenfries; achtereenvolgens drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met deelzuiltjes, breed radvenster, en kleiner drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de top. Aansluitend bij het transept en rondom het koor, bijgebouw met drie bouwlagen + entresol en vier bij zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Benedenbouw geritmeerd door rondbogen, bovenverdieping door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; rond- en steekboogvensters, opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de entresol, deur onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zeslob. Ten noorden van het koor, ingebouwde vierkante toren met klokkenstoel.
Tot voor kort volledig gepolychromeerd kerkinterieur met drieledige opstand. Midden- en zijbeuken gescheiden door rondboogarcaden, op arduinen zuilen met octogonale sokkel en bladwerkkapiteel (onder meer met wapenschild). Erboven schijntriforium met rondboogarcaden op zuiltjes, en lichtbeuk. Overkluizing met kruisribgewelven (stuc) op halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. in het schip en bundelpijlersSamengestelde pijler bezet met (half)zuilen, pijlers of pilasters die bogen uit verschillende richtingen opvangt. in het transept, met kruisgewelven op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de zijbeuken; rondbogige gordels met rondstaafprofiel. Halfronde koorabsis met straalgewelf en roodmarmeren colonnetten. Doksaal tegen de blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. westgevel.
Meubilair
Beschildering en meubilair in neoromaanse- en gotische stijl.
Gepolychromeerde en vergulde kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., gewelfribben en gordelbogen; monumentale taferelen en heiligenbustes in transept en koor, kruisweg in de zijbeuken. Oorspronkelijk imitatieparement, met bijkomend sjabloondecor in het koor, recent overschilderd. Fraaie tegelbevloering.
Hoofdaltaar op trappenpodium, preekstoel oorspronkelijk met geschilderde taferelen van Sint-Franciscus- Xaverius, en doksaal op gebeeldhouwde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., naar ontwerp van Almain-de Hase; zij-altaren en biechtstoelen verwijderd, evenals een reeks heiligenbeelden door J. Geefs. Glasramen in koor door Lorin en transept door Comère-Capronnier. Recente iconostase, troon en liturgische voorwerpen van de Grieks-Orthodoxe ritus.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 6041 (1873-1876).
Publicaties en studies
Archief Jezuïeten Noordbelgische
provincie Brussel, Plannen Sint-Franciscus-Xaveriuskerk.