Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

Charles DE MAEGHTarchitect1902-1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36196
lees meer

Beschrijving

Gebouw in neogotische stijl, gebouwd naar de plannen van architect Charles De Maeght in 1902-1906.

Geschiedenis
Nadat de Sint-Lambertusparochie van de Heizel in 1891 was gesticht, werd aan de Heizelstraat (zie nr. 20) een eerste kleine noodkerk opgericht. Het terrein bestemd voor de huidige kerk werd in 1897 door particulieren geschonken. De kerk, waarvan de bouw in 1902 aanving, was klaar in 1906 en werd in oktober 1907 ingewijd. In 1970, na de liturgische hervormingen voorgeschreven door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), werd het neogotische stenen altaar uit het koor verwijderd en kreeg het koor een nieuwe betegeling naar plannen van de architecten Luc Thomisse en A. Biesemans.

Beschrijving
Gebouw in baksteen met elementen in witsteen en met hardsteen. Perfect symmetrisch gebouw van het basiliektype met westbouw onder een vierkante klokkentoren met portaal. Hoofdbeuk met drie schepen van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laterale afgeboord door ondiepe pseudokapellen. Uitspringend dwarsschip. Lichtjes verhoogd koor, met een rechte traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en met een vijfzijdige koorafsluiting, geflankeerd door twee vierkante hoekkapellen, aan de rechterkant thans als doopkapel. Sacristie rechts en dienstlokalen links, in bijgebouwen.

Interieur
Bakstenen gewelven met kruisbogen en spitsbogen in witsteen die rusten op zuilenbundels en cilindervormige zuilen in hetzelfde materiaal, onder gebeeldhouwd kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. versierd met koolbladeren. Boven de grote arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., muuropeningen gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan een pseudotriforium gevat in de omlijsting van de hoge vensters. Eén breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de gevels van het dwarsschip.
In het koor, hoge onderbouw met daarop het pseudotriforium en de hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die een opengewerkt geheel vormen, gescandeerd door de aanzetten van de spitsbogen. Rozetvensters in de vorm van een afgeronde driehoek op het chevet van de hoekkapellen.
In de westbouw, portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). naast twee ruimten die, naar de zijbeuken, door hekwerk worden afgesloten, met rechts de oude doopkapel. In de ruimte links, aanzet van de wenteltrap naar het orgelkoor geflankeerd door twee kleine vertrekken. Overal gewelven, behalve in voornoemde ruimten; monumentale arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. die het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). en de tribune opent naar de middenbeuk.

Buitenzijde
Op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met rustica, opstanden verstevigd door getrapte steunberen en versierd met kettingen en waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Spitsboogvensters tussen stijlen met hoekblokken, de meeste met maaswerk met glas-in-loodramen en onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Getande friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). onder een fijne houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Portaal van de klokkentoren met twee eikenhouten vleugels met hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen., onder rozetvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., het geheel gevat in een gelijkzijdige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. versierd met knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. en een kruisbloem(Neo)gotische beëindiging, bestaande uit een stam met daarop één of meerdere kransen van gestileerde bladeren (hogels) en bovenaan bekroond met een sierbol (pumeel)..
Opeenvolgende zadeldaken haaks op het ene dakvlak van de zijbeuken (die kapellen nabootsen) en vergelijkbaar dak op de hoekkapellen. Middenbeuk, dwarsschip en koor met eenzelfde hoogte, onder gekruiste zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Uitspringende topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op schouderstukken, versierd met een kruisbloem(Neo)gotische beëindiging, bestaande uit een stam met daarop één of meerdere kransen van gestileerde bladeren (hogels) en bovenaan bekroond met een sierbol (pumeel).. Leistenen daken. Klokkentoren van vier bouwlagen, de laatste, met afgeschuinde hoeken, inspringend achter een opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waarvan de pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. zijn verdwenen; op de vier zijden, hoge gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen met galmborden. Belijnd door bakstenen maaswerk, achthoekige leistenen spits met kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en een smeedijzeren kruis met windwijzer.
Sacristieën en andere lage bijgebouwen in L-vorm aangebouwd tegen de hoekkapellen, in de stijl van het gebouw.

Glas-in-loodramen en meubilair
Op de koorafsluiting, drie grote oorspronkelijke glas-in-loodramen met taferelen op drie niveaus, van de hand van J. Dobbelaere en met voorstellingen van onder meer de Geboorte, de Heilige Familie, Maria-Boodschap en diverse apostelen en profeten, de overige glas-in-loodramen versierd met doorschijnende of watergroene ruitvormige ruiten.
Neogotische preekstoel in gebeeldhouwde steen van een kunstenaar van Deense origine, Harry Elström (ca. 1928). Groot orgel van Salomon Van Bever (1916-1918) in neogotische eikenhouten orgelkast. Altaar, tabernakel, ambo, bank en doopvonten uit 1970, in hardsteen. Barokke houten biechtstoel (19e eeuw?). Mozaïekpaneel met voorstelling van Maria met Kind en de kleine heilige Johannes (1909).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 97223 (1948), 97708 (1967), 97669-97670 (1974), 97666 (1976).


Publicaties en studies
CAPELLE, P., VAN INNIS, G., OSAER, T., Kerken te Brussel, Mechelen, 1995, p.
 77.

Tijdschriften
VAN DER ELST, W., “Het ontstaan van de Heilig Hart en Sint-Lambertusparochie en kerk op de Heizel”, Laca Tijdingen, jg. 25, 3, juli-september 2014, pp.
 17-28.