Typologie(ën)

kantoorgebouw
fabriek

Ontwerper(s)

François CORNELISarchitect1951

A. J. DE DONCKERarchitect1960

Henri AELBRECHTarchitect1965

Roger MOUREAUarchitect1965

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38355
lees meer

Beschrijving

Voormalige modernistische kantoren van de Ateliers de Constructions Stork Frères & Compagnie, in 1951 ontworpen door architect François Cornelis, vergroot in dezelfde stijl in 1960 (n.o.v. architect Albert J. De Doncker) en 1965 (n.o.v. architecten H. Aelbrecht en R.Moureau), en na 2005 tot woningen verbouwd.

Geschiedenis
Tijdens het interbellum werd het terrein ingenomen door zagerij de Clerck, en in 1952 door de firma Stock Frères & Cie, die er evenwijdig aan de straat een kantoorgebouw van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen liet optrekken, gevolgd door een grote werkplaats van één bouwlaag onder sheddak. Het door architect François Cornelis ontworpen geheel werd aan de rechterkant door een binnenplaats afgeboord. In 1960 vestigde architect Albert J. de Doncker daarop een L-vormig gebouw, waarvan de straatgevel de zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de bestaande gevel verlengden. In 1965 breidde de onderneming naar de linkerkant uit, ten koste van een villa uit 1895. Het kantoorgebouw aan de straatkant werd met vijf traveeën verlengd door de architecten H. Aelbrecht en R. Moureau en werd met een achterliggende hal aangevuld. Na 2005 werden de L-vormige kantoren tot woningen verbouwd, terwijl de achteraan gelegen fabriek door drie rijen kleine huizen werd vervangen.

Beschrijving
Gebouw van 23 traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen, onder een plat dak dat thans gedeeltelijk door een attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  wordt ingenomen. Gevel in gele baksteen met schaduwvoegen en met elementen in hardsteen en kunststeen. Traveeën gescheiden door geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder een hoog en glad hoofdgestel met een betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping hebben stijlen en twee zuilvormige monelenStenen vensterstijl.. Per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. keldervensters, met smeedijzeren traliewerk. De eerste en de achttiende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn breder en voorzien van een inrijpoort. De traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts ervan bevatte oorspronkelijk een voetgangersingang bekroond door een breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Smalle laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De zestiende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met de toegang, is uitgevoerd in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en doorbreekt de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De deur onder platte luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en het hoge raam van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. zijn gevat in een geprofileerde omlijsting. Opengewerkte metalen deur bewaard, net als het metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., dat een geometrisch glas-in-loodraam omsluit met onderaan het wapen van Brussel. Het overige raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., oorspronkelijk eveneens in metaal, is vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken 4414 (1895), 54412-54413 (1923), 61031 (1951-1952), 72553 (1960), 80514 (1964), 80602 (1965), 88873 (1984), 117349 (2005).