Emile Delvastraat 75
Fineaustraat 27
Emile Delvastraat 77, 79, 81, 83, 85-87
Victor Mabillestraat 9
Fransmanstraat 94-96
Fineaustraat 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 21, 23-25
Typologie(ën)
dokterscabinet - polykliniek
Ontwerper(s)
Paul BONDUELLE – architect – 1920-1921
Jean-Baptiste DEWIN – architect – 1920-1921
Joseph VAN NECK – architect – 1920-1921
Adolphe PUISSANT – architect – 1920-1921
Paul ROBBERECHTS – architect – 1920-1921
Maurice SELLY – architect – 1920-1921
Joseph DIONGRE – architect – 1920-1921
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Erfgoedinventaris van de sociale woningbouw (La Fonderie - 2005)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Het complex neemt twee van de vier zijden van het bouwblok in en vult een geheel aan van vier “dubbele arbeidershuizen” op een derde zijde, aan de Mabillestraat, dat in 1911 werd ingehuldigd door het Bureau de Bienfaisance [Armenzorg] en vanaf 1920 door de Lakense Haard werd beheerd. In 1989 voorzag een ontwerp van het Atelier M. Vanden Bossche in de wederopbouw van de drie huizenrijen. Uiteindelijk werd alleen het geheel aan de Mabillestraat door nieuwe sociale woongebouwen vervangen. Op 16.03.1995 werd het bewaarde complex als monument beschermd, en begin jaren 2000 werd het gerenoveerd (Ateliers d’Architecture, 1999), waarbij de achtergevels en het interieur ingrijpend werden gewijzigd.
Binnen het bouwblok ontwierp architect Joseph Diongre in 1919 voor de Stad Brussel een kleuterschool, met toegangsgebouwen op nr.19 Fineaustraat en 118 Fransmanstraat. Dezelfde architect hernam dit plan in 1924, maar het werd nooit uitgevoerd. Op nr.19 Fineaustraat werd in 1928 een paviljoen ontworpen voor het “Oeuvre de la Goutte de Lait”, dat na 1996 werd gesloopt en vervangen door een appartementsgebouw dat rond 2010 werd gebouwd. Binnen het bouwblok werd in 1968 een gezondheidscentrum van één bouwlaag gevestigd (n.o.v. architecten Caberghs, De Meutter, Koning, Loix, Dekeuleneer en Favichevitch), toegankelijk via een conciërgewoning op nr.118 Fransmanstraat. Het geheel huisvestte tot voor kort een Nederlandstalige academie.
Merken we op dat de Lakense Haard in 2004 op het trottoir van nr.75 tot 87 van de Delvastraat het Straatlantaarnmuseum heeft ingehuldigd, een idee ontsproten aan de verbeelding van de Nathalie Mertens en Christophe Terlinden. Het gaat om zestien straatlantaarns uit verschillende periodes en in verschillende stijlen, op gas of op elektriciteit, die de geschiedenis van de openbare verlichting schetsen.
De meeste gebouwen hebben vier bouwlagen aan de Delvastraat en drie aan de Fineaustraat, onder een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met een lichte helling.
Op nr.75 Delvastraat – 27 Fineaustraat, hoekgebouw met commerciële benedenverdieping, ontworpen door architect Joseph Diongre. De eerste twee bouwlagen zijn beraapt en versierd met hardstenen elementen; bakstenen verdiepingen met witstenen elementen en hardsteen, het geheel versierd met lateien van gewassen kiezelbeton. Bijna symmetrische gevel aan weerszijden van een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw..
Op de hoek, drie etalages, de centrale met de toegangsdeur, met stijlen in de vorm van gecanneleerde zuilen met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met volute(n) onder doorlopende latei. Op de verdiepingen, trapezoïdale Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met opengewerkte bakstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de zijtraveeën, elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) afgeboord door een kolossale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Aan elke verkeersas, centrale verspringende toegangstravee. Deur gevat in een rondboogarcade met ronde stijlen; spiegel met de initialen “F” en “L” en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. met volute. Timpaan met het jaartal “.1920.”. Op de verdiepingen, gekoppelde vensters tussen panelen van bakstenen zaagtandfriezen. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Delvastraat en op de buitentraveeën aan de Fineaustraat, Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. die identiek zijn aan die op de hoek.
Keldervensters met metalen plaat opengewerkt met schijven. Hoofdgestel met geometrisch decor van bakstenen zaagtandfriezen en witstenen friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met cannelures. Kroonlijst met kraagstenen et deuren bewaard. Raamwerk vervangen.
In elke bouwlaag, een appartement aan de Delvastraat, een appartement op de hoek en twee symmetrische appartementen aan de Fineaustraat. Meestal twee kamers vooraan, een derde kamer en een gemeenschappelijke ruimte achteraan die uitgeeft op een terras en een berghok.
Op nr.77 Delvastraat, gebouw ontworpen door de architecten Paul Robberechts en Maurice Selly. Bakstenen gevel versierd met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Symmetrische opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met veelhoekig topstuk, de centrale toegangstravee verspringend en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de zijtraveeën. Achter een trappenpartij, steekboogdeur en sterk geprofileerde omlijsting. Vensters onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Hoofdgestel met geprofileerd decor van bakstenen. Schrijnwerk vernieuwd naar oorspronkelijk ontwerp; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling, op de zijtraveeën ruitvormig.
Twee appartementen per bouwlaag. Kamer vooraan, “familieruimte” in het midden, uitgevend op een terras, en twee achter elkaar liggende kamers.
Op nr.79 en 81 Delvastraat, twee identieke gebouwen ontworpen door architect Jean-Baptiste Dewin, lichtjes inspringend t.o.v. de rooilijn. Gevels in oranjekleurige baksteen versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. zones, witsteen en hardsteen. Symmetrische opstanden van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstravee, geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., de centrale versierd met panelen van tegels gekleurd glas met geometrisch decor. Uitspringende inkomportieken met zware pijlers onder een stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een geveltop met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een rondbogige bekroning. Gekoppelde vensters op de zijtraveeën. Vierledige keldervensters voorzien van opengewerkte metalen platen met bijenmotief. Oorspronkelijke doorlopende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deuren. Raamwerk vervangen, het oorspronkelijke in metaal, met vleugels met verscheidene verdelingen.
Twee appartementen per bouwlaag. Op de benedenverdieping, kamer vooraan, keuken-gemeenschappelijke ruimte in het midden die toegang geeft tot een terras met toilet en tot een kinderkamer achteraan. Zelfde indeling op de verdiepingen, met een extra kamer voor de appartementen aan de rechterkant.
Op nr.83 Delvastraat, gebouw ontworpen door architect Joseph Diongre, analoog aan dat op de hoek met de Fineaustraat. De eerste twee bouwlagen zijn beraapt en versierd met hardstenen elementen; de hogere verdiepingen zijn in baksteen, met witstenen elementen en hardsteen, en het geheel is versierd met lateien in gewassen kiezelbeton. Symmetrische opstand van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met op de verdiepingen van de middentravee trapezoïdale Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met opengewerkte bakstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In het midden, deur met ronde stijlen met kussenblok met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.; daarop rust een uitspringende latei die wordt bekroond door een piramidaal zaagtanddecor van bakstenen. Onder de kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., bas-reliëf met de opschriften “F.L” en “1920”. Keldervensters voorzien van een metalen plaat opengewerkt met schijven. Hoofdgestel met geometrisch decor van bakstenen zaagtandfriezen en witstenen friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster.. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met kraagstenen en deur. Raamwerk vervangen.
Twee appartementen per bouwlaag. Twee kamers vooraan, gemeenschappelijke ruimte achteraan, uitgevend op een terras met toilet en een berghok.
Op nr.85-87 Delvastraat – 9 Mabillestraat, imposant hoekgebouw ontworpen door architect Paul Bonduelle. Benedenverdieping in baksteen met decor van verdiepte schijnvoegen, voorzien van rondboogopeningen onder een hoge spitsboogvormige boogrug. Bepleisterde verdiepingen met imitatievoegen, versierd met spiegels met een dambordpatroon van rode en crèmekleurige keramiek.
Aan de Mabillestraat, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De eerste is voorzien van een deur in drielicht onder een ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en, op de verdiepingen, smalle getrapte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die het trappenhuis verlichten. Inspringende trapezoïdale derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorzien van loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormende terrassen met T-vormige muuropening.
Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de hoek, de zijtraveeën met afgesneden hoek. Twee deuren met een diepe afschuiningSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. flankeren een etalage. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., die op zijtraveeën vergezeld van een klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Centraal en op de hogere verdiepingen, gestapelde erker met holronde hoeken die tot aan de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). reikt.
Aan de Delvastraat, acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), afwisselend inspringend en voorzien van loggia’s, en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met afgeschuinde hoeken. De tweede en zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn voorzien van een deur onder een ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die een trap verlichten op de verdiepingen; de zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is behandeld als toren waarvan de extra bouwlaag de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt, onder een veelhoekige spits. De vierde en laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) springen minder sterk uit en zijn voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. of enkelvoudige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die berghokjes verlichten.
Loggia’s met traliewerk versierd met het monogram “FL”. Keldervensters voorzien van metalen platen opengewerkt met schijven of bijenmotieven. Aan de Delvastraat, voortuintje met smeedijzeren traliewerk. Gerestaureerde doorlopende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die de uitsprongen van de gevel volgt. Raamwerk vervangen. Oorspronkelijke houten deur aan de Mabillestraat en beglaasde metalen deuren.
Vijf appartementen op de verdiepingen: een aan de Mabillestraat, een op hoek, toegankelijk via de Delvastraat, en drie aan de Delvastraat. De meeste kamers liggen achteraan; vooraan, gemeenschappelijke ruimte die uitgeeft op een terras met berghok en toilet.
Op nr.1 en 3 Fineaustraat, twee analoge gebouwen ontworpen door architect Adolphe Puissant. Bakstenen gevels versierd met beraapte zones en met hardsteen. Drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op nr.3, twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op nr.1, gescheiden door beraapte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekroond door bakstenen zaagtandfriezen. Verspringende toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht., met deur onder gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en worden geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Decor van bakstenen op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Schrijnwerk vervangen.
Eén appartement per bouwlaag op nr.1, twee op nr.3. Twee kamers vooraan. Derde kamer achteraan en familieruimte uitgevend op een terras. Gang-vestiaire met toilet in de aslijn van het trappenhuis.
Op nr.5 en 7 Fineaustraat, twee gebouwen die eenzelfde gevel delen, ontworpen door architect Paul Bonduelle. Opstand van vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping in baksteen met decor van verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., voorzien van rondboogopeningen onder een hoge spitsboogvormige boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam.. Centrale deuren. Verdiepingen in baksteen, thans beschilderd. Op de tweede verdieping, laterale glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; smeedijzeren borstweringen en leuningen met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de twee uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), kleine gewelfde geveltop met ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Schrijnwerk vervangen.
Op nr.9 en 11 Fineaustraat, twee gebouwen identiek volgens spiegelbeeldschema, n.o.v. architecten Paul Robberechts en Maurice Selly. Opstanden van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevels versierd met witsteen en hardsteen. Rondboogdeuren met uitspringende bakstenen omlijsting met stenen bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). een op twee. Gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met decor van bakstenen en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen.
Op nr.13, 15 en 23, 25 Fineaustraat, vier analoge gebouwen ontworpen door architect Joseph Van Neck. Opstanden met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., behalve nr.13, met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Smallere toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht.; deuren met inspringende stijlen en onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Rondboogvensters op de benedenverdieping, op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op nr.13 smaller en gevat in een arcade. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inspringend. Muurdammen, hoofdgestel en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met een decor van gele bakstenen, sommige uitspringend. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen, met hergebruik van de glasramen van de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Deuren op nr.23 en 25 gerestaureerd.
Op nr.17 en 21 Fineaustraat, twee gebouwen identiek volgens spiegelbeeldschema, ontworpen door architect Joseph Diongre. Opstanden met asymmetrische compositie en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen. Gevels in oranjekleurige baksteen versierd met witstenen en hardstenen elementen, evenals met gewassen kiezelbeton op de lateien. De toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. doorbreekt de kroonlijst en wordt bekroond door een geveltop met vleugelstukken met voluten en topstuk. Deur bekroond door een stenen spiegel met daarin gebeeldhouwd het monogram en jaartal “F.L / 1920”. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. voorzien van twee kelderramen met opengewerkte metalen platen. Op de eerste verdieping, glasdeur achter een trapezoïdaal balkon met opgewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de tweede verdieping, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door een kleine pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die de kroonlijst doorbreekt, met topstuk met volute. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deuren. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Op nr. 94-96 Fransmanstraat, op de hoek met de Fineaustraat, gebouw met commerciële benedenverdieping ontworpen door Jean-Baptiste Dewin. Gebouw van vier bouwlagen, de laatste gedeeltelijk behandeld als onderschild. Gevel in oranjekleurige baksteen, versierd met “getint cement”, witsteen en hardsteen. Zes traveeën aan de Fineaustraat, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Fransmanstraat, de laatste, met de toegang, verspringend. De eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en de drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de hoek vormen, worden bekroond door een geveltop met boogvormige aandaken en bekroning. Aan elke straat, middentraveeën die inspringen op de verdiepingen, onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een onderschild met houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; smeedijzeren leuningen op de eerste verdieping. Op de hoek, winkelingang achter een trappenpartij, geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekroond door drie zuiltjes; daarop rust een houten, luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. vormende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder fronton, met een met rondbogige bekroning tussen topstukken en waarin het impostvenster van de deur is ingewerkt. Aan weerszijden daarvan, twee etalages tussen pilastervormige stijlen onder een gebeeldhouwd kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met twee uilen; de zuilen zijn in het midden gezwollen en hebben een gecanneleerd bovendeel en een kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met geometrisch decor; op het geheel rust een doorlopende houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die een luifel vormt die de impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. benadrukt. Het plan voorzag in etalages met de naam “Société Coopérative”. Op de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., kleine spiegels versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). van een uil. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard aan de Fineaustraat, gedeeltelijk bewaard aan de Fransmanstraat. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met fijne metalen verdelingen bewaard.
Eén appartement op de benedenverdieping, twee per verdieping.
Bronnen
Archieven
AAM/fonds Adolphe Puissant.
Archief van de Lakense Haard.
SAB/OW Laken 5341 (1920), 90558 (1989); Fransmanstraat 94-96: 42371 (1921).
Publicaties en studies
CEL HISTORISCH ERFGOED VAN DE STAD BRUSSEL, Brusselse wandelingen. 3. Arbeiderswoningen en sociale huisvesting in Laken, 1998, p. 13.
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Etude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 76-80.
Tijdschriften
ABEELS, G., “Laken: in de schaduw van het vredegerecht”, Liber Amicorum Robert Van den Haute, Ons Graafschap. Annalen van de Geschied- en Heemkundige Kring van het Graafschap Jette en Omgeving vzw, 27, 1998-2000, pp. 191-193, 198-199.
L’Emulation, jaargang XLVII, 3, maart 1927, pl. 9.
Travail et Savoir, 9, 1924.