Typologie(ën)
herenhuis
kunstenaarsatelier
kunstenaarsatelier
Ontwerper(s)
Paul BONDUELLE – architect – 1928
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2006
id
Urban : 16061
Beschrijving
Bossquare. Kunstenaarswoning in modernistische stijl i.o.v. amateurschilder Gaston Périer en n.o.v. arch. Paul Bonduelle, 1928.
Vijf bouwlagen, laatste als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., en op verdiepingen drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met radicale eenvoud. Op benedenverdieping ronde uitbouw met inkomportiek waarop terras. Garagepoort en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Interieur. Dezelfde eenvoud als gevel. Verdiepingen als mezzanines in elkaar gevoegd.In grote ontvangstsalon en bovenliggende mezzanine, muurschilderingen in olieverf van schilders Paul Delvaux en Emile Salkin, uitgevoerd tussen 1954 en 1956: illusionistische en surrealistische onderwerpen in door oudheid geïnspireerd decor, onder andere banket der wijzen, allegorie van de muziek, Gilbert Périer en zijn familie.
Beschermd op 27.03.1997 (volledig salon met bovenliggende mezzanine en traphal met muurschilderingen van Paul Delvaux).
Vijf bouwlagen, laatste als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., en op verdiepingen drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met radicale eenvoud. Op benedenverdieping ronde uitbouw met inkomportiek waarop terras. Garagepoort en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Interieur. Dezelfde eenvoud als gevel. Verdiepingen als mezzanines in elkaar gevoegd.In grote ontvangstsalon en bovenliggende mezzanine, muurschilderingen in olieverf van schilders Paul Delvaux en Emile Salkin, uitgevoerd tussen 1954 en 1956: illusionistische en surrealistische onderwerpen in door oudheid geïnspireerd decor, onder andere banket der wijzen, allegorie van de muziek, Gilbert Périer en zijn familie.
Beschermd op 27.03.1997 (volledig salon met bovenliggende mezzanine en traphal met muurschilderingen van Paul Delvaux).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 35734 (1928).
Publicaties en studies
BUTOR, M., CLAIR, J., HOUBART-WILKIN, S., Delvaux, Cosmos, Bruxelles, 1975.
Monuments et Sites protégés, 1999, pp. 186-187.
Tijdschriften
PEIGNOT, J., « Delvaux illusionniste », Connaissance des Arts, 222, 1970, pp. 34-39.
SOSSET, L. L., « Chez Gilbert Périer, les fresques de Paul Delvaux traduisent sa nostalgie de la Rome antique », Les Beaux-Arts, Bruxelles, 08.06.1956, pp. 1, 5.
« Propriété, avenue Louise, 573 à Bruxelles. Paul Bonduelle architecte, SCAB. », L'Émulation, 9, 1932, pp. 276-277.
LANGUI, E., « Les peintures murales de Paul Delvaux chez Gilbert Périer à Bruxelles », Quadrum, 1, mai 1956.
Persartikels
FARCY, P., « La chapelle Sixtine de Delvaux menacée ? », in La Libre Belgique, 13.07.1995.
FARCY, P., « D'admirables fresques sans protection », in La Libre Belgique, 13.07.1995.
FARCY, P., « Sauvegarde en marche », in La Libre Belgique, 14.07.1995.
FARCY, P., « Maison Périer : des précisions s'imposent », in La Libre Belgique, 20.07.1995
SAB/OW 35734 (1928).
Publicaties en studies
BUTOR, M., CLAIR, J., HOUBART-WILKIN, S., Delvaux, Cosmos, Bruxelles, 1975.
Monuments et Sites protégés, 1999, pp. 186-187.
Tijdschriften
PEIGNOT, J., « Delvaux illusionniste », Connaissance des Arts, 222, 1970, pp. 34-39.
SOSSET, L. L., « Chez Gilbert Périer, les fresques de Paul Delvaux traduisent sa nostalgie de la Rome antique », Les Beaux-Arts, Bruxelles, 08.06.1956, pp. 1, 5.
« Propriété, avenue Louise, 573 à Bruxelles. Paul Bonduelle architecte, SCAB. », L'Émulation, 9, 1932, pp. 276-277.
LANGUI, E., « Les peintures murales de Paul Delvaux chez Gilbert Périer à Bruxelles », Quadrum, 1, mai 1956.
Persartikels
FARCY, P., « La chapelle Sixtine de Delvaux menacée ? », in La Libre Belgique, 13.07.1995.
FARCY, P., « D'admirables fresques sans protection », in La Libre Belgique, 13.07.1995.
FARCY, P., « Sauvegarde en marche », in La Libre Belgique, 14.07.1995.
FARCY, P., « Maison Périer : des précisions s'imposent », in La Libre Belgique, 20.07.1995