Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37762
lees meer

Beschrijving

Huis in neo-Vlaamse renaissancestijl, gedateerd “1887”.

Op een driehoekig perceel met afgeschuindSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. vlak in de bocht van de straat, gebouw van twee bouwlagen dat oorspronkelijk bestond uit twee evenwijdige volumes onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. naar de binnenplaats en het rechter volume minder diep, onderling verbonden door een toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder schuin dak en platform. Gevel aan straatzijde van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de hoofdgevel bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Vóór 1996, toevoeging aan de linkerkant van een langwerpig volume onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Gevels in oranjekleurige baksteen met witsteen en hardsteen. Ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. TrapgevelsGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met lamberkijns.
Op de straatgevel, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. gevat in een halve arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Deur onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met bolvormig topstuk, bekroond door een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het oude huisnummer “414”. Op de verdieping, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met een mozaïekpaneel; rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met spitsboogvormige  boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. en een stenen timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met waaiermotief. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., balkon met geprofileerde stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. In de geveltop, spitsboogvenster met zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.; op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het opschrift “VILLA MESANGES”. Oorspronkelijke deur, met onderaan een fijn bewerkt paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting..
Op de gevel aan de binnenplaats, middentravee gevat in een halve arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Achter een trap, deur onder vierkant impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Op de verdieping, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met kruisraam, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met mozaïekpaneel en rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. onder een spitsboogvormige  boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. met stenen timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Op de linkertravee, balkon met geprofileerde stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. In de geveltop, spitsboogvenster met zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. Op de rechtertravee, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met de naam van de villa en het jaartal in cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Centraal, kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder puntgevel
Omheiningsmuur in dezelfde materialen, oorspronkelijk vijfzijdig, met in het midden een portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. opening onder trappen en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. In 1964 werden een aantal muurvakken door traliewerk vervangen, en op latere datum werd de afsluiting gewijzigd.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 82581 (1964).