Typologie(ën)

klooster/abdij

Ontwerper(s)

Victor DEGANDarchitect1913

E. WEENENarchitect1977

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 37291
lees meer

Beschrijving

Voormalig klooster in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met gotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. invloed, ontworpen in 1913 door architect Victor Degand voor graaf François de Hemricourt de Grunne.

Geschiedenis

In 1912 kocht de graaf het perceel van de gemeente.
Het gebouw, met kapel, werd al onmiddellijk bestemd voor de religieuze gemeenschap van de Soeurs Servantes des Pauvres [Zusters Dienaressen der Armen]. Toch zien we op het plan van 16 september 1913 dat bijna alle vermeldingen van kloostervertrekken zijn uitgegumd en vervangen door civiele bestemmingen (veranda i.p.v. koor, enz.), terwijl de naam van de Zusters door die van de graaf is vervangen. Hij kreeg de bouwvergunning in januari 1914, en het gebouw werd tijdens of kort na de oorlog opgetrokken. Vanaf ten minste 1920, volgens de Almanach, bood het onderdak aan de Zusters, die gratis thuisverzorging leverden. Ze huurden het gebouw van graaf François, die in 1920 benedictijn was geworden in de abdij van Maredsous, en nadien van zijn zoon Guillaume, die het gebouw in 1922 verwierf. In 1962 schonk hij het goed aan de Zusters, die er tot minstens 1969 worden vermeld, evenals in het aanpalende huis (zie nr.15). In 1972 verkochten ze het gebouw aan de Parochiale Werken van het Dekenaat Brussel-West, die er het Voorzienigheidsinstituut vestigden. In 1977 liet de instelling achteraan bijgebouwen optrekken (n.o.v. architect E. Weenen), te koste van het initiële gebouw. Tot in 2019 huisvestte het gebouw de gespecialiseerde basisschool L’Etincelle.

Beschrijving

Imposant gebouw van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Voorgevel met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. heel smal, de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Gevel in oranjerode baksteen met hardstenen elementen. Rondboogopeningen met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. als doorlopende  waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Deur onder een tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. die een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. vormt; blindZonder opening; blind venster, schijnopening. impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met in een nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. een beeld van Maria en Kind met een biddende figuur, wellicht de opdrachtgever. Erboven, driehoekig Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met twee vlakken, op druiper en met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., vier per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met uitspringende omlijsting. Twee grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, vier smallere op elke verdieping. Gevelspits met rechte aandaken en drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., bekroond door een stenen nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met hoekkettingAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., met een beeld van Maria op een veelhoekig platform. Aandaken thans bekleed met zink. Het oorspronkelijk plan voorzag in een topstuk. Ankers. Kroonlijst op kleine consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; deur met getralied raamVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en gekleurd bedrukt glas; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en eenzelfde soort beglazing.

Oorspronkelijk had de met imitatievoegen bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtergevel vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die vanuit een lager gelegen binnenplaats vertrokken. Op deze gevel, koor met koorafsluiting met drie vlakken van een kapel die door vijf spitsboogvensters werd verlicht. Dit koor, onder een hoog vijfledig leiendak, en een rechthoekig bijgebouw onder plat dak, links uitspringend, rustten op een lage bouwlaag met dezelfde plattegrond en met, volgens de oorspronkelijke indeling, de keuken verbonden met de refter. De tweede bouwlaag van het bijgebouw was bestemd voor de sacristie. Vóór 1977 werd de keuken uitgebreid onder een platform, waardoor een hoger gelegen binnenplaats ontstond tot aan de gemene muur met nr. 15, en er werden drie grote dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. tot tegen de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). geplaatst. In 1977 sloopte Weenen het koor en verving het door nieuwe bijgebouwen.

Interieur. Volgens het plan van 1913, vóór de aanpassingen, flankeerden twee aan elkaar palende ontvangkamers de toegangsportiek; dan volgden de vestibule en een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. evenwijdig aan de straat, onder daklicht. In de aslijn daarvan bevonden zich de toiletten, die gedeeltelijk werden verlicht en verlucht door een binnenplaatsje. Onder het tweede trapdeel bevond zich de centrale toegang tot de kapel, via een sas met vestiaire of bergruimte, met beglaasde tussenwanden, dat naar een tribune leidde. De rechterflank van het gebedshuis werd afgeboord door een gang leidend naar een beglaasde doorgang op glastegels die een zijdeur van het koor verbond met de trap van de binnenplaats. Op de eerste verdieping bevonden zich vier kamers, aangevuld met opslagruimten en muurkasten. Vermeldenswaard is dat de achterkamer links beschikte over een kijkgat in de vloer, naar het koor. Op de tweede verdieping, die ook van muurkasten was voorzien, lag een voorkamer naast de linnenkamer, terwijl zich achteraan een grote (gemeenschappelijke) zaal bevond waarop een badkamer en een wasruimte uitgaven.


Bronnen

Archieven
GAA/DS
14067 (12.01.1914), 45019 (30.08.1977).
Archief van de vzw Religieuses Servantes des Pauvres, kopie van de koopovereenkomst van 08.02.1972 van het goed aan de vzw Oeuvres Paroissiales du Doyenné de Bruxelles-Ouest, ter studie van meester C. Monnoyer.

Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Vétérinaires (rue des)”, 1920, 1969.