Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Hector GÉRARDarchitect, landmeter / meetkundig schatter1906

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 september 1994

Stijlen

Eclectische stijl met polychroom parement
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014, 2019

id

Urban : 37040
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met art-nouveau-invloed, in 1906 door architect Hector Gérard ontworpen voor schilder-decorateur Victor Peereboom.

Opstand van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan de smallere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., de kroonlijst doorbreekt. Bakstenen gevel met witte voegen en versierd met simili en hardsteen. Deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met houten korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en hoefijzervormig venster. De toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. wordt bekroond door een houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekleed met planchetten met lambrekijnuitsnijding, op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., benedenverdieping met een getoogd drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met een hoger centraal raam; muuropeningen met smeedijzeren traliewerk. Op de verdieping, houten erker met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. die een kwart van een stuurrad evoceren, en een uitspringend drieledig dak op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Borstwering versierd met drie in bronskleur beschilderde bas-reliëfs, met een voorstelling van putti, geïnspireerd op de werken van beeldhouwer François Duquesnoy. De erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. zit gevat in een grote blinde rondboogarcade met aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. versierd met een smeedijzeren anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Weelderig sgraffitidecor dat een eerbetoon is aan de Vlaamse kunstenaars uit de 14e tot de 17e eeuw. In de arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., vrouwelijke allegorieën van de schilder- en de beeldhouwkunst aan weerszijden van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., vergezeld van respectievelijk banderollen met de namen “Jordaens 1593”, “Memling 1495” en “Blondeel 1501”, “David 1490”. Boven de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., twee knielende vrouwen, rug-aan-rug, die bloemenkransen vasthouden, onder een banderol met het Latijnse opschrift “honos alit artes” (De eer voedt de kunsten). In de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en aan weerszijden van de korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., panelen met een blazoen omringd door een banderol met volgende namen: “Lucas van Leiden 1494”, “Hubre(c)ht Jan van eyck 1370”, “Jan van de(r) meeren 1308” en “Rogier van (d)er weiden 1399”. Op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., sgraffiti met een blazoen en een lege banderol. Brede houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.; het oorspronkelijk plan voorzag in een klimmende lichtkap. Oorspronkelijk schrijnwerk. Kroonlijst op twee lange zijconsoles. Deur met oorspronkelijke metalen spijkers, hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen., stootstangen, slotplaatje, spion en belstang. Raamwerk met loodstrips met geel en mauve glas, dat van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. versierd met blazoenen.

Interieur. Salon in neo-Vlaamse renaissancestijl met de oorspronkelijke schoorsteen in baksteen en hout, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en cassetteplafond versierd met schilderijen op doek die mannenhoofden voorstellen.




Bronnen

Archieven
GAA/DS 10869 (19.06.1906).

Tijdschriften

Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Georges Moreau (rue)”, 1908.