Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Alexis DUMONTarchitect1905

Albert DUMONTarchitect1905

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36755
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillend uitgewerkte burgerhuizen in eclectische stijl, n.o.v. architecten Albert en Alexis Dumont (signatuur op de gevel), 1905.

Dit geheel vormt het begin van een homogene huizenrij, tot nr. 170.

Op nr.162, opmerkelijke gevel met art-nouveau-invloed; vier bouwlagen bekleed met (simili-) witsteen en voorzien van muuropeningen in gevarieerde vormen. Benedenverdieping met verdiepte schijnvoegen; centrale toegangsdeur geflankeerd door twee getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de eerste verdieping, centrale bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. geflankeerd door twee smalle vensters en bekroond door een terras afgesloten door een ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., voor een muuropening met stenen monelenStenen vensterstijl.. Op de laatste verdieping, drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het centrale groter. Decor van bas-reliëfs met plantenmotieven. Schrijnwerk bewaard.

Op nr.164, gevel van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, de centrale breder. Gevel in baksteen met witstenen elementen, op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Rechthoekige muuropeningen, met uitzondering van de per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters op de benedenverdieping. Op de eerste verdieping, gebogen centrale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met kolomvormige moneelStenen vensterstijl., bekroond door een terras afgesloten door een ijzeren borstwering. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door een centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door oeils-de-boeufs. Garagepoort uit 1956. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 3768; 164: 13279 (1936), 16952 (1956), 21602, 22121 (1997).