
















Typologie(ën)
stadhuis/gemeentehuis
Ontwerper(s)
Georges VANDEVOORDE – beeldhouwer – 1954-1957
Henri-Aimé JACOBS – architect – 1954-1957
Henri-Aimé JACOBS – architect – 1938-1942
Constantin DELPLACE – architect – 1881-1882
François DEPLAEN – architect – 1903
Louis HOEBEKE – architect – 1970
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 35723
Beschrijving
Administratief
gebouw in art decostijl, naar ontwerp van architect Henri-Aimé Jacobs,
1938-1942 (midden en linkervleugel) en 1954-1957 (rechtervleugel). Het gebouw
is het resultaat van de modernisering en vergroting van het eerste gebouw van
architect Constantin Delplace, uit 1881-1882 (centraal gebouw) en van het tweede
van architect François Deplaen in 1903 (linkervleugel). De uitbreiding aan de
achterkant van het gebouw is het werk van architect Louis Hoebeke, 1970.
Historiek
Vóór 1880 had Koekelberg geen gemeentehuis. Sinds het in 1841 een zelfstandige gemeente was geworden, vergaderden de verantwoordelijken in het huis van de burgemeester, in de Sint-Annakapel, boven de herberg "À l’Empereur" of in een daartoe gehuurd huis in de Herkoliersstraat.
Toen Victor Besme in 1880 de plannen opstelde voor de nieuwe wijk rond het gemeentehuis, werkte architect Constantin Delplace de plannen voor het gebouw zelf uit. Het werd in 1881 opgetrokken en op 02.07.1882 ingehuldigd. Het gebouw in eclectische stijl met neorenaissancistische inslag heeft een rechthoekig grondplan. Het heeft twee bouwlagen en een hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. De gevels zijn in baksteen met talrijke hardstenen elementen. Een monumentale bordestrap geeft toegang tot een portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. bekroond door een uurwerk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., met de inscriptie "Koekelberg 1881". Spoedig bleek het gebouw te klein. In 1903 werd het dan ook vergroot door architect François Deplaen, die een linkervleugel aanbouwde naar de A. Dilliestraat toe. Die vleugel verdubbelde de oppervlakte van het gemeentehuis en werd verwezenlijkt in precies dezelfde stijl als het eerste gebouw. In 1923 werd het bronzen gedenkteken van Pierre De Soete voor de Eerste Wereldoorlog aangebracht op de sokkel van de trap van het gemeentehuis. In de jaren 1930 besloot het gemeentebestuur van Koekelberg te moderniseren en het gebouw nogmaals te vergroten. Omwille van de te hoge prijs van de voorontwerpen besliste men zich te beperken tot een modernisering van het bestaande gebouw. Architect Henri-Aimé Jacobs (zoon van architect Henri Jacobs) begon er in 1938 aan, terwijl hij bezig was met de bouw van het Koninklijk Atheneum van Koekelberg. De werkzaamheden werden in 1942 afgerond. Pas daarna werd de bouw van de rechtervleugel gepland. Als gevolg van de Duitse bezetting werden die werkzaamheden uitgesteld. Pas in 1954 werkte H.-A. Jacobs de definitieve plannen uit voor de nieuwe vleugel, die in 1957 werd afgewerkt. Een laatste vergroting, achteraan, kwam er in 1970, naar ontwerp van architect Louis Hoebeke.

Beschrijving van het huidige gebouw
Gebouw met T-vormig grondplan. Gevelopstand van twee bouwlagen, bekleed met gele Dauchot-bakstenen en met elementen in hardsteen en bas-reliëfs in natuursteen. Licht hellend dak achter een hoge borstwering boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waarin een uurwerk geflankeerd door reliëfs. Voorgevel van het hoofdgebouw met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deze van het tweede volume telkens met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De zijgevels van ieder gebouw telkens met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Monumentale ingang onder portaal voor bordertrap. De bas-reliëfs van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onder de vensters zijn van beeldhouwer Georges Vandevoorde en stellen beroepen en taferelen uit het dagelijks leven voor. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... gedeeltelijk bewaard.

Binnen. Het huidige uitzicht van het interieur is te danken aan architect Henri-Aimé Jacobs. Hij ontwierp de staatsietrap in marmer van Rance, het smeedijzerwerk en het glas-in-lood van de glaspartijen achteraan in de inkomhal. Die is voorzien van een bloemenfries in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. aan weerszijden van de blazoenen van de gemeente en van de provincie Brabant evenals het blazoen met de koninklijke kroon erboven. Het glas-in-lood zelf is verwezenlijkt door meester-glazenier Égide Timmermans.
Historiek
Vóór 1880 had Koekelberg geen gemeentehuis. Sinds het in 1841 een zelfstandige gemeente was geworden, vergaderden de verantwoordelijken in het huis van de burgemeester, in de Sint-Annakapel, boven de herberg "À l’Empereur" of in een daartoe gehuurd huis in de Herkoliersstraat.
Toen Victor Besme in 1880 de plannen opstelde voor de nieuwe wijk rond het gemeentehuis, werkte architect Constantin Delplace de plannen voor het gebouw zelf uit. Het werd in 1881 opgetrokken en op 02.07.1882 ingehuldigd. Het gebouw in eclectische stijl met neorenaissancistische inslag heeft een rechthoekig grondplan. Het heeft twee bouwlagen en een hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. De gevels zijn in baksteen met talrijke hardstenen elementen. Een monumentale bordestrap geeft toegang tot een portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. bekroond door een uurwerk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., met de inscriptie "Koekelberg 1881". Spoedig bleek het gebouw te klein. In 1903 werd het dan ook vergroot door architect François Deplaen, die een linkervleugel aanbouwde naar de A. Dilliestraat toe. Die vleugel verdubbelde de oppervlakte van het gemeentehuis en werd verwezenlijkt in precies dezelfde stijl als het eerste gebouw. In 1923 werd het bronzen gedenkteken van Pierre De Soete voor de Eerste Wereldoorlog aangebracht op de sokkel van de trap van het gemeentehuis. In de jaren 1930 besloot het gemeentebestuur van Koekelberg te moderniseren en het gebouw nogmaals te vergroten. Omwille van de te hoge prijs van de voorontwerpen besliste men zich te beperken tot een modernisering van het bestaande gebouw. Architect Henri-Aimé Jacobs (zoon van architect Henri Jacobs) begon er in 1938 aan, terwijl hij bezig was met de bouw van het Koninklijk Atheneum van Koekelberg. De werkzaamheden werden in 1942 afgerond. Pas daarna werd de bouw van de rechtervleugel gepland. Als gevolg van de Duitse bezetting werden die werkzaamheden uitgesteld. Pas in 1954 werkte H.-A. Jacobs de definitieve plannen uit voor de nieuwe vleugel, die in 1957 werd afgewerkt. Een laatste vergroting, achteraan, kwam er in 1970, naar ontwerp van architect Louis Hoebeke.

Beschrijving van het huidige gebouw
Gebouw met T-vormig grondplan. Gevelopstand van twee bouwlagen, bekleed met gele Dauchot-bakstenen en met elementen in hardsteen en bas-reliëfs in natuursteen. Licht hellend dak achter een hoge borstwering boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waarin een uurwerk geflankeerd door reliëfs. Voorgevel van het hoofdgebouw met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deze van het tweede volume telkens met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De zijgevels van ieder gebouw telkens met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Monumentale ingang onder portaal voor bordertrap. De bas-reliëfs van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onder de vensters zijn van beeldhouwer Georges Vandevoorde en stellen beroepen en taferelen uit het dagelijks leven voor. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... gedeeltelijk bewaard.

Binnen. Het huidige uitzicht van het interieur is te danken aan architect Henri-Aimé Jacobs. Hij ontwierp de staatsietrap in marmer van Rance, het smeedijzerwerk en het glas-in-lood van de glaspartijen achteraan in de inkomhal. Die is voorzien van een bloemenfries in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. aan weerszijden van de blazoenen van de gemeente en van de provincie Brabant evenals het blazoen met de koninklijke kroon erboven. Het glas-in-lood zelf is verwezenlijkt door meester-glazenier Égide Timmermans.
Bronnen
Archieven
GAK/DS Openbare gebouwen, dossier Gemeentehuis
Publicaties en studies
STEPMAN, C., VERNIERS, L., Koekelberg dans le cadre de la région nord-ouest de Bruxelles, De Boeck, Brussel, 1966.
SUTTER, D., Koekelberg. Au fil du temps… Au cœur des rues…, Drukker, Parijs, 2012.
TONDEUR, F., Koekelberg, CFC-Éditions, Brussel, 2000.