Typologie(ën)

manufactuur

Ontwerper(s)

G. MARTINarchitect1920

G. DUFASarchitect1920

Juridisch statuut

Beschermd sinds 26 juni 2003

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32337
lees meer

Beschrijving

Uitgestrekt complex (hoek IJzerplein en Diksmuidelaan nr. 65-73), oorspronkelijk privé-woning, atelier en pakhuis gebouwd in opdracht van de Manufacture Générale A. Charlet et Cie - Articles de Sellerie, Carrosserie, Voyage, Chasse - Installation d’Ecuries et de Chenils, naar ontwerp van architecten G. Martin en G. Dufas van 1920. Vrijstaande privé-woning als kopgebouw, van de industriële gebouwen gescheiden door een eerste binnenplaats toegankelijk via een poort aan de Handelskaai.

Woonhuis in neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.).
Beaux-Arts-stijl, met twee bouwlagen boven souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verdeeld over drie gevelzijden met afgeronde hoeken, het geheel onder een karakteristieke gecombineerde bedaking van mansarde- en hogere schilddakenDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. aan de uiteinden, met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en een œil-de-bœuf. Lijstgevel met parement van baksteen en overvloedig gebruik van witte natuursteen onder meer voor sokkel, hoekblokken en -erkers, en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Halfronde erkers met afgeknotte koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., verhoogd tot dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vaas. Diverse venstervormen, overwegend rond- of korfboogvormig ingeschreven in een verdiepte omlijsting met vruchtenslingers, op de bel-etage met fraai smeedijzeren balkon in de middenpartij en balustraden in de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Verzorgd houtwerk, vooral van de rondboogdeur in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met brede friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Bedrijfsgebouwen op
polygonale plattegrond, gevormd door vier vleugels rondom twee onderling verbonden binnenplaatsen, waarvan de eerste - cirkelvormig en half overbouwd - als inkom fungeert.

Drie bouwlagen onder
pseudo-mansarde en buitenomtrek van vierentwintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) over drie gevelzijden. Constructie met fundering, overspanningen en dak- structuur van gewapend beton. Sobere, verzorgde bakstenen gevels, met schaars gebruik van natuursteen, geleed door de puilijst en de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., verticaal geritmeerd door de kolossale pilasters die de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) scheiden. Brede, per bouwlaag alternerend korfbogige en rechthoekige openingen met kleine roedenverdeling; typische markering van het trappenhuis aan de Handelskaai. Decoratieve panelen op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.: met tandfriezen en ruit- of kruisvormig patroon van geglazuurde baksteen, andere in dambordpatroon betegeld, omlijst en met rozetten. Noordvleugel met brede overspanning van de eerste binnenplaats, en imposante dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met radiale metalen tracering, postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., booglijst en sluitsteen, doorgetrokken in een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Vereenvoudigde opstand rondom de tweede binnenplaats.

Poort met door vazen bekroonde posten en ijzeren hekkenafsluiting als toegang tot de eerste binnenplaats, heden ten dele verstoord door een car-wash.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 28118 (1920).

Tijdschriften
L’Emulation,
 1923, p. 46-48, pl. 11-12.