Typologie(ën)

herenhuis
kantoorgebouw

Ontwerper(s)

Barnabé GUIMARD1777

Paul MENNESSIERarchitect1898

Paul MENNESSIERarchitect1910-1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30539
lees meer

Beschrijving

Voormalig Hotel de Lannoy, later Hotel de Ligne. Herenhuis in classicistische stijl, met latere uitbreidingen (hoek Koloniënstraat).

Terrein in 1776 aangekocht door P. Buys en A. Gilson; herenhuis vervolgens gebouwd door graaf de Lannoy. Ontwerp toe te schrijven aan architect Barnabé Guimard; bewaarde, gesigneerde noch gedateerde voorgevelopstand. Na 1834 eigendom van prins E. de Ligne, senaatsvoorzitter en Minister van Staat. In 1897 aangekocht door
Les Tramways Bruxellois, gevolgd door uitbreidingen. Vanaf 1898 vestiging van de Société Française de Banque et de Dépôts in het oude herenhuis; heden Société Générale Alsacienne de Banque uitgebreid tot het gehele complex. Oorspronkelijk ruim dubbelhuisGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. op L-vormige plattegrond, met drie bouwlagen, voorgevel aan de Koningsstraat van negen, zijgevel aan de vroegere Parkgang van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder gecombineerd schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.; stallingen aan de westzijde van de binnenplaats. Symmetrisch pendant van het tegenover liggende hoekgebouw nr. 74. Volgens bouwaanvraag van 1897: inplanting van een reeks van vier winkels op de begane grond en eerste uitbreiding met een kantoorcomplex van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Parkgang, ter plaatse van vroegere aanhorigheden. Volgens bouwaanvraag van 1907, naar ontwerp van architect E. Hellemans: tweede uitbreiding met een aansluitende gebogen kantoorvleugel van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), na de aanleg van de Koloniënstraat, gepaard met de afbraak van een verdedigingstoren van de eerste stadsomwalling (11e-13e eeuw). Voorts bouw van een lokettenzaal op het binnenplein (1898; 1910, architect P. Mennessier); opheffing van de winkelpanden (1905, 1907, 1910); aanbreng van de hardstenen plint (1910-1911, P. Mennessier); restauratie van bedaking en fronton (1925-1926, architecten G. Martin en G. Dufas); inwendige verbouwingen (1949, architect C. Campenaert; 1976-1979).

Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met hardstenen plint, onder leien bedaking. Horizontale geleding, met benedenbouw belijnd door schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en de puilijst, en bovenbouw afgewerkt door het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.; rechthoekige muuropeningen. Voorgevel met symmetrische opstand van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door de bredere en rijker bewerkte midden- en hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Begane grond met centrale inrijpoort; oorspronkelijk verdiepte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. boven keldermonden, verbreed en verlaagd voor de vroegere winkelfunctie. Midden- en hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. geaccentueerd door entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met schijven en drop, doorlopend  in de puilijst; vlakke sluitstenen in de overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Houten vleugeldeuren (1910-1911, architect P. Mennessier). Bovenverdiepingen in verkleinende ordonnantie. In de midden- en hoektraveeën geriemde vensteromlijstingen, en bijkomende entablementen respectievelijk op voluutconsoles en bewerkte sluitsteen met pijnappel en rozet op de eerste verdieping; centrale gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkonleuning (eerste helft 19e eeuw). Voorts vlakke omlijstingen en panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de bovenste verdieping. Gevelbekroning door een breed, driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., geopend door een omlijste ronde oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. binnen verdiepte panelen, boven de vijf middentraveeën; afgewolfde houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. aan weerszij. Zijgevel, de zeven oorspronkelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met zelfde opstand waarbij het accent op de derde traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), en twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Benedenvensters op dezelfde wijze aangepast; verruimde sokkel overeenkomstig het profiel van de Koloniënstraat. Uitbreidingen, in totaal vijftien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), opgevat als voortzetting van de bestaande toestand, met accent op de zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Hoge sokkel grotendeels terug te voeren tot de tweede bouwcampagne (1907), geopend door een portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). links en een reeks omlijste winkelpuien; in nr. 31 bewaarde winkelinrichting (tabakswinkel).

Interieur van het voormalige herenhuis: oorspronkelijk centrale hal en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. waarrond vertrekken in enfilade per verdieping: heden grotendeels verbouwd. Bewaarde classicistische stucplafonds op de eerste verdieping.




Bronnen

Archieven
SAB/OW 4669 (1897), 5938 (1907), 21013 (1898), 21029 (1905, 1910, 1911), 1436 (1907), 5853 (1910-1911), 32040 (1925-1926), 39413 (1949), 86258, 86406, 86786 en 86792 (1976- 1979), 21024 (1910), 2166, 21014.
AR, Kaarten en plannen in handschrift, 1733.