Typologie(ën)

appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Charles DEWYSarchitect1927

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32331
lees meer

Beschrijving

Woon-/handelshuis met art deco-inslag, naar ontwerp van architect Ch. De Wys van 1927, cf. ook gevelsteen boven de deur. 

Gevel met parementGevel- of muurbekleding. van baksteen in decoratief metselverband, hard- en natuursteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Vier bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), beide bekroond door een trapezoïdale attiek voor het plat dak. Linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met inkom en trapezoïdale bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. over de bovenverdiepingen. Rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) begrensd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met vruchtenkorf: drielichten zoals in de bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met geaffirmeerde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.; trapezoïdaal balkon op de eerste verdieping. Ingehouden decor, onder meer panelen met bloemmotief op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Typische ijzeren vleugeldeur, keldertralies en recht balkonhek met spiraalmotief, en houten ramen met glas-in-loodstrip in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en horizontale roeden.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 36866 (1927).