Typologie(ën)
woning
Herberg
Herberg
Ontwerper(s)
Stijlen
Neobarok
Neotraditioneel
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32167
Beschrijving
Zogenaamd
Het Zeepaard. Monumentaal hoekhuis (Varkensmarkt nr. 25-29) in
cartouches 1680 gedateerd. Tot eind 19e eeuw uniek en nagenoeg intact bewaard
voorbeeld van traditionele bak- en zandsteenarchitectuur met barokelementen,
veruit het meest markante gebouw in de oude havenwijk. In 1893 met het oog op
behoud aangekocht door de Stad Brussel, uitgezonderd twee eertijds afgesplitste
rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Varkensmarkt. Zorgvuldig opgemeten in 1897, openbaar
verkocht met verplichting tot reconstructie in 1898. Volledig gesloopt en
wederopgebouwd onder leiding van architect H. Marcq in 1898-1899, met opgelegd
gebruik van eigentijdse materialen - onder meer Boomse klamp- en papesteen,
Euville-, Gobertange-, en hardsteen - en licht verhoogde sokkel. Twee
afgesplitste rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) - deel uitmakend van het oorspronkelijk geheel
doch aangepast in 1853 - terwille van de harmonie volgens dezelfde methode
gesloopt en wederopgebouwd onder leiding van architect A. Lagache in 1918-1919. Ditmaal na controverse over de te volgen
restauratie-optie, cf. voorafgaandelijke projecten door Lagache van 1917-1918, respectievelijk voor vrije reconstructie,
consolidatie en herstel met maximaal behoud van de oorspronkelijke toestand, en
reconstructie met recuperatie bak- en zandsteen, exemplarisch voor de
evoluerende restauratie-filosofie.
Omvat drie bouwlagen en respectievelijk zes en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerd steil zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met getrapt aandak links. Lijstgevel met sokkel, hoekblokken en door waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. aangegeven geledingen, bekroond door drie verhoogde halsgevelsGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. ter breedte van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in het midden van beide gevelzijden, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uiterst rechts; lelie-ankers. Verkleinende registers van kruis- en kloosterkozijnen met negblokken en speklagen in het verlengde van de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., op de tweede bouwlagen alternerend voorzien van balustradesHekwerk van spijlen of balusters.; gebeeldhouwde cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met jaartal “anno 1680” en afbeelding van zeepaard op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoekportaal met rondboogdeuren in geblokte omlijsting met booglijst op gestrekte uiteinden, voluutsleutel, panelen in de zwikken en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., en aansluitend ovaal bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijst; dito in rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Onderbroken, breed uitkragende kroonlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Tweeledige geveltoppen (5 treden + topstuk) met barok drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. : rondbogig midden- en rechthoekige zijvensters met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en respectievelijk booglijst + bolornament en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; topgeleding met rechthoekige luik of oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met schelp.
Omvat drie bouwlagen en respectievelijk zes en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerd steil zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met getrapt aandak links. Lijstgevel met sokkel, hoekblokken en door waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. aangegeven geledingen, bekroond door drie verhoogde halsgevelsGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. ter breedte van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in het midden van beide gevelzijden, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uiterst rechts; lelie-ankers. Verkleinende registers van kruis- en kloosterkozijnen met negblokken en speklagen in het verlengde van de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., op de tweede bouwlagen alternerend voorzien van balustradesHekwerk van spijlen of balusters.; gebeeldhouwde cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met jaartal “anno 1680” en afbeelding van zeepaard op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoekportaal met rondboogdeuren in geblokte omlijsting met booglijst op gestrekte uiteinden, voluutsleutel, panelen in de zwikken en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., en aansluitend ovaal bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijst; dito in rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Onderbroken, breed uitkragende kroonlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Tweeledige geveltoppen (5 treden + topstuk) met barok drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. : rondbogig midden- en rechthoekige zijvensters met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en respectievelijk booglijst + bolornament en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; topgeleding met rechthoekige luik of oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met schelp.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 3359 en 1852-1855 (1893-1899), 15945 (1853), 32504 (1917-1919).