Typologie(ën)

werkplaats (ambachtelijk)
herenhuis
school
drukkerij

Ontwerper(s)

Jean SEGERSarchitect1859

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30798
lees meer

Beschrijving

Ruim herenhuis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl met drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgewolfdZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen) naar ontwerp van architect Jean Segers uit 1859 voor uitgeverij Bruylant-Christophe. Lagere gemeenteschool vanaf 1903; heden kleuterschool.
BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel met middenrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder bekronend gebroken driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bewerkte dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met boogfronton en vaas. Ruw geboste begane grond en bewerkte sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van hardsteen onder massieve puilijst. Bel-etage gemarkeerd door risalietbreed balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en centraal consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Rechthoekige inrijpoort rechts en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op eerste en derde bouwlaag, steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. op tweede bouwlaag, met geriemde omlijsting en doorgetrokken Lekdrempels. Gevelbeëindiging door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., casementenfries en gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst.

Industrieel gebouw uit 1881 - als vergroting van het oorspronkelijke atelier - aan de westzijde van de eerste binnenplaats, voormalige drukkerij, heden klaslokalen. Langgerekte vleugel met elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen onder afgewolfdZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Beschilderde bakstenen gevel met neo-Vlaamse-renaissance-inslag, gemarkeerd door middenrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. geveltop, bogenfries en overhoeks topstuk met gesmeed ijzeren windwijzer. Begane grond geritmeerd door steekbogenBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., bovenverdieping door getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). in de zijtraveeën. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. bovenvensters in vlakke omlijsting met hanekamsluitsteen; rondboogvenster met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en ronde oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in de top. Verdiepte spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met heraldische leeuw in de centrale penantParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Recente ijzeren galerijenOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. + trappen.

Tweede binnenplaats met aan westzijde parallel klassengebouw, met drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen), uit 1906- 1908, met brede openingen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Ronde fabrieksschouw met ijzeren ringen op binnenplaats sinds circa 2015 afgebroken.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 7710 (1859-1860), 540 (1880-1881), 4766-4780 (1903-1905), 3876-3882 (1906-1908), 5301 -5302 (1908-1909); AA, 1906, rep. 6297; NPP, P 12.