Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1858-1859

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30814
lees meer

Beschrijving

Soortgelijk samenstel als nr. 116 tot 124, het herenhuis te midden van een reeks van vier enkelhuizen beëindigd met een afgeschuindSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoekhuis (Kapucijnenstraat). Bouwaanvraag van 1858 voor huizenrij, van 1859 voor herenhuis.

Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, met drie bouwlagen onder zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Herenhuis voorheen met dubbelhuisopstand, de eerste twee bouwlagen echter verbouwd tot winkelpui. Voorheen sterk geaccentueerd middenrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en rondboogopeningen op begane grond, deurvenster en breed balkon op bel-etage, en bekroond met gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met klauwstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en topstuk; voorts kordongeleding. Nog bewaarde derde bouwlaag met getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in de middentravee in geriemde omlijsting, op doorgetrokken lekdrempels. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Vroegere enkelhuizen met elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en hoekhuis met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), heden met verbouwde pui. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. bovenvensters met lekdrempel boven paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting., voorheen geriemde omlijstingen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., cf. nr. 121; overige panden heden met vernieuwde gevelbeleding.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 7702 (1858-1859).