Typologie(ën)
hotel
Ontwerper(s)
H. VAN DIEVOET – 1908-1909
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30553
Beschrijving
Prestigieus
hotel in Beaux-Arts-stijl, naar ontwerp van architect H. Van Dievoet van
1908-1909. Opgetrokken door de familie Devillers-Mengelle, na afbraak van het
oude zogenaamd Hotel Mengelle, een ruim neoclassicistisch complex naar
ontwerp van architect Tilman-François Suys uit tweede kwart 19e eeuw.
Eerstesteenlegging in 1909, en met het oog op de Wereldtentoonstelling dat jaar
geopend in 1910. Eén van de drie belangrijkste Brusselse hotels uit de belle
époque, samen met het gesloopte Grand-Hôtel aan de Anspachlaan en
het Hotel Métropole aan het De Brouckèreplein, behorend tot de categorie
van de grote Europese klassehotels. Imposant gebouw van vijf bouwlagen onder
pseudomansarde/attiekverdieping, op rechthoekige plattegrond met centrale vide
of lichthof. Oorspronkelijk 108 kamers of suites op de bovenverdiepingen, en
gemeenschappelijke ruimten rond de centrale hal op de benedenverdieping.
Monumentaal gevelfront van elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met parementGevel- of muurbekleding. van natuur- en hardsteen, onder leien bedaking. Symmetrische opstand, verticaal geritmeerd door brede midden- en hoekrisalieten met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., balkons en bekronend gebogen fronton met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.; horizontale geleding in een opengewerkte beneden- en een regelmatig geordonneerde bovenbouw. Middenrisaliet met monumentale inkom geflankeerd door dubbele Ionische zuilen (graniet), onder een balkon met zware consoles en siervazen, bekroond door medaillonsRonde of ovale cartouche. en hoger opgetrokken in een dakkapel met guirlandes en bolornament op top; opschrift “hotel astoria” boven de inkom. Benedenbouw met geblokte hardstenen posten in de risalieten, granieten middenstijlen en ijzeren lateien; in totaal zes winkelpuien met zij-ingang en gebogen glaswand, en aansluitend beglaasde entresol met rondboograam met kleine roedenverdeling en smeedijzeren rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., aan weerszij van de inkom. Bel-etage gemarkeerd door schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., een doorlopende balustradeHekwerk van spijlen of balusters., vlak omlijste steekboogvensters met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en guirlandes en een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven de inkom. Bovenste twee verdiepingen verbonden door oplopende penanten, respectievelijk met doorlopende borstwering met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en ijzeren hekken met monogram A en lateien met stafwerk, en ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., fries en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Gaaf bewaard interieur. Suite van ruimten volgens kruisende assen op de benedenverdieping, met rijk, monochroom wit neo-Lodewijk XVI-decor opgehoogd met verguldsel, afgescheiden door hoge beglaasde vleugeldeuren. Portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). en voorhal met spiegelvlakken; overwelfde receptie en vestiaire met absis aan weerszij van de middenas; foyer met colonnadeZuilenrij met hoofdgestel. en oorspronkelijk polychrome glas-in-lood koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., heden vervangen door een plat bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; aan noordkant aansluitend monumentaal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met eretrap met ijzeren leuning, arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op de eerste verdieping verbonden met een glas-in-loodgalerij rondom de vide ; aan zuidkant de eetzaal; salon en theater met ondiepe galerij als afsluiting van de middenas.
Monumentaal gevelfront van elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met parementGevel- of muurbekleding. van natuur- en hardsteen, onder leien bedaking. Symmetrische opstand, verticaal geritmeerd door brede midden- en hoekrisalieten met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., balkons en bekronend gebogen fronton met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.; horizontale geleding in een opengewerkte beneden- en een regelmatig geordonneerde bovenbouw. Middenrisaliet met monumentale inkom geflankeerd door dubbele Ionische zuilen (graniet), onder een balkon met zware consoles en siervazen, bekroond door medaillonsRonde of ovale cartouche. en hoger opgetrokken in een dakkapel met guirlandes en bolornament op top; opschrift “hotel astoria” boven de inkom. Benedenbouw met geblokte hardstenen posten in de risalieten, granieten middenstijlen en ijzeren lateien; in totaal zes winkelpuien met zij-ingang en gebogen glaswand, en aansluitend beglaasde entresol met rondboograam met kleine roedenverdeling en smeedijzeren rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., aan weerszij van de inkom. Bel-etage gemarkeerd door schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., een doorlopende balustradeHekwerk van spijlen of balusters., vlak omlijste steekboogvensters met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en guirlandes en een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven de inkom. Bovenste twee verdiepingen verbonden door oplopende penanten, respectievelijk met doorlopende borstwering met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en ijzeren hekken met monogram A en lateien met stafwerk, en ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., fries en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Gaaf bewaard interieur. Suite van ruimten volgens kruisende assen op de benedenverdieping, met rijk, monochroom wit neo-Lodewijk XVI-decor opgehoogd met verguldsel, afgescheiden door hoge beglaasde vleugeldeuren. Portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). en voorhal met spiegelvlakken; overwelfde receptie en vestiaire met absis aan weerszij van de middenas; foyer met colonnadeZuilenrij met hoofdgestel. en oorspronkelijk polychrome glas-in-lood koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., heden vervangen door een plat bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; aan noordkant aansluitend monumentaal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met eretrap met ijzeren leuning, arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op de eerste verdieping verbonden met een glas-in-loodgalerij rondom de vide ; aan zuidkant de eetzaal; salon en theater met ondiepe galerij als afsluiting van de middenas.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 3899 (1908-1909); PP, 1935.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid