Typologie(ën)

herenhuis
bank

Ontwerper(s)

J. BAEYENSarchitect1929

INCONNU - ONBEKEND1842

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30550
lees meer

Beschrijving

Voormalig herenhuis, oorspronkelijk met vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvoor vermoedelijke bouwaanvraag van 1842.

Grondig verbouwd tot bankgebouw
Banque de Crédit et d’Escompte du Brabant, naar ontwerp van architect J. Baeyens van 1929, met bijkomende vijfde bouwlaag onder plat dak. Behouden neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. benedenbouw, bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. uitstralend boven de rondboogvensters en -poort; balkon met voluutconsoles en vernieuwde balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in de poorttravee, doorlopend  in de puilijst met decoratief lijstwerk. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. bovenbouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., bovenaan gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., en afgewerkt met een typisch pseudofronton en een hoger oplopend zij-risaliet tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel en paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 20775 (1842), 35848 (1929).