Franklin Rooseveltlaan 11

Op hoek met Lloyd Georgelaan, herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., vermoedelijk n.o.v. arch. Alphonse GellÉ, die in hetzelfde jaar plan van tuinhek tekende, 1926.

Bakstenen gevel met witstenen elementen. Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Vernuftige hoekoplossing in vorm van rotonde met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder kegelvormig mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
In Lloyd Georgelaan twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), links met gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met F. Rooseveltlaan verbonden door concaaf muurvlak en verder twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan breedste in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Twee garagepoorten in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. In rotonde centrale Beaux-Artsdeur onder gebogen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. geflankeerd door getraliede rondboogvensters. Overige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechthoekig; sommigen met fijn bewerkte smeedijzeren leuningen of borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Œils-de-bœufs op verdieping en in dak.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder ronde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). of gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling.