Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Barnabé GUIMARD1777

Jules Jacques VAN YSENDIJCKarchitect1900

Maurice VAN YSENDIJCKarchitect1900

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 augustus 1988

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30546
lees meer

Beschrijving

In oorsprong geheel gevormd door twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rij huizen en een ruimer hoekhuis (Treurenberg), in classicistische stijl. Na de terreinaankoop van 1777 (zie nr. 74), naar ontwerp van architect Barnabé Guimard opgetrokken, het geheel of alleszins het hoekhuis in opdracht van de juwelier Heger. Vestiging van het Crédit Lyonnais in het hoekhuis vermoedelijk vanaf 1888, waarna vereniging tot één complex in 1900-1901; uitgebreid aan zijde Treurenberg in 1959 en volgende. Heden geïncorporeerd in het zogenaamd Royal Atrium (zie nr. 76).

Aan de Koningsstraat, bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd gevelfront met drie bouwlagen en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder leien bedaking. Horizontale geleding in twee registersVensterstrook in een topgevel., de benedenbouw belijnd door de sokkel waarin rechthoekige keldermonden, schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en de puilijst, de bovenbouw met verkleinende ordonnantie en gelede panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de hoogste verdieping. Oorspronkelijk samengesteld uit twee onderscheiden volumes, volledig in symmetrie met de identieke opstand aan de tegenover liggende oostelijke straatzijde (zie Wetstraat nr. 2).

Links twee lagere rijhuizen, samen acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met eenvoudiger gevelbehandeling. Verdiepte steekboogopeningen, de deuren in de eerste en zesde travee met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en stoep; beëindiging door een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., dakkapellen in de deurtravee rechter deur aangepast in 1821, entablement vervangen door een balkon in 1870. Ernaast een hoger oplopend hoekhuis, van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met rijker decor. Geaccentueerd door steekboognissen met sluitsteen in de benedenbouw, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geriemde omlijsting op de bovenverdiepingen, en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en houten kroonlijst met tandlijst. Inrijpoort in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan het entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. werd vervangen door een balkon, in 1870 door een eerste van baksteen, in 1889 door het huidige van natuur- of hardsteen met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., kopie van het oorspronkelijk balkon aan zijde Treurenberg. Het geheel werd tot de huidige vorm aangepast, gepaard met grondige inwendige verbouwingen, naar ontwerp van architecten J.J en M. Van Ysendijck van 1900. Uniformering van de opstand van de vroegere rijhuizen aan de opstand van het hoekhuis, door toevoeging van sluitstenen aan de benedenvensters, geriemde omlijstingen aan de vergrote benedenvensters, vergroten van de panelen en doortrekken van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Toevoeging van een
œil-de-bœuf, kopie van de oorspronkelijke aan zijde Treurenberg, boven de enige nog resterende inkom. Hardstenen plint (1899, 1902-1903).

Aan Treurenberg, ongewijzigde rijker geornamenteerde zijgevel van het hoekhuis, met dubbelhuisopstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + een inspringende, onversierde zesde travee. Doorlopende  geleding en ordonnantie als de vijf aansluitende traveeën aan de Koningsstraat, met bijkomend decor. Sluitstenen met pijnappelmotief in de benedenbouw, entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. boven paneel met rozetten op de eerste verdieping, bewerkte voluutsleutels op de tweede verdieping. Geaccentueerde midden traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met brede rondboognis in de benedenbouw, balkon met bewerkte consoles met acanthusmotief, drop en rozet, en smeedijzeren leuning, en entablement op voluutconsoles boven rozettenfries op de eerste verdieping, en bekronende
œil-de-bœuf met schouderstukken, oren en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Zelfde plint. Uitbreiding van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) naar ontwerp van architect P. Guillissen van 1959-1960, met zelfde opstand als aan de Koningsstraat.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 20765 (1821), 21011 (1870), 21012 (1889), 4243 (1900), 21032 (1899), 21038 (1902-1903), 72155 (1959-1960), 3629, 3640, 21016, 21028, 23081, 41665, 50071, 56214.