Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Joseph DIONGREarchitect1909

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28967
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in eclectische stijl met art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. invloeden, n.o.v. architect Joseph Diongre i.o.v. ingenieur G. Larmoyer, 1909.

Gebouwd op doorlopende  perceel naar Jupiterlaan waar het is afgesloten door een bakstenen muur.

Maakt deel uit van een homogene huizenrij van nr. 77 tot 103.

Vier bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder plat dak. Bakstenen gevel met witstenen elementen op hardstenen plint. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met neggen in omlijstingen, en in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. van divers formaat. Korfboogvormige deur met getralied bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Tweede bouwlaag met verschillende erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., tweezijdig in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., trapezoïdaal in hoofdtravee, telkens bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten. AttiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. waarin panelen met geometrische versieringen en bloemen tussen twee postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Plan met burelen op benedenverdieping en bel-etagewoning op verdiepingen met centraal en zenitaal verlicht trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met bordestrap. Rijkelijk interieurschrijnwerk voor binnendeuren, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en trapleuningen.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 4818 (1909).