Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1901
Stijlen
Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 28965
Beschrijving
Burgerwoning
in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-invloeden, twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., jaartal «1901»
in sluitsteen welfsteen hoogste bouwlaag.
Vormt het sluitstuk van een homogene huizenrij in dezelfde stijl, vanaf nr. 78.
Bakstenen gevel met elementen in witsteen, hardsteen en lichtgekleurde baksteen. Muuropeningen van diverse vormen; hoefijzervormig, rondbogig of rechthoekig met aangepaste welfstenen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. tussen kolossale pilasters die op de verdieping met elkaar verbonden zijn door een tandlijst. Dakvenster in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met voluutvormige vleugelstukken en pinakelvormige bekroning voorzien van glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met Franse balkon en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. dito vensteropeningen gelijkvloerse en eerste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met uitgelengde korbelen. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Vormt het sluitstuk van een homogene huizenrij in dezelfde stijl, vanaf nr. 78.
Bakstenen gevel met elementen in witsteen, hardsteen en lichtgekleurde baksteen. Muuropeningen van diverse vormen; hoefijzervormig, rondbogig of rechthoekig met aangepaste welfstenen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. tussen kolossale pilasters die op de verdieping met elkaar verbonden zijn door een tandlijst. Dakvenster in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met voluutvormige vleugelstukken en pinakelvormige bekroning voorzien van glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met Franse balkon en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. dito vensteropeningen gelijkvloerse en eerste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met uitgelengde korbelen. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Bronnen
Archieven
GAV/DS 1596 (1900), 13389 (1937).