Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28965
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neo-Vlaamse renaissance-invloeden, twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., jaartal «1901» in sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. welfsteenMeestal wigvormige steen waaruit een boog is samengesteld en waarvan de voegen radiaal verlopen. hoogste bouwlaag.

Vormt het sluitstuk van een homogene huizenrij in dezelfde stijl, vanaf nr. 78.

Bakstenen gevel met elementen in witsteen, hardsteen en lichtgekleurde baksteen. Muuropeningen van diverse vormen; hoefijzervormig, rondbogig of rechthoekig met aangepaste welfstenenMeestal wigvormige steen waaruit een boog is samengesteld en waarvan de voegen radiaal verlopen.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. tussen kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die op de verdieping met elkaar verbonden zijn door een tandlijst. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met voluutvormige vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en pinakelvormige bekroning voorzien van glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met Franse balkon en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. dito vensteropeningen gelijkvloerse en eerste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met uitgelengde korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
GAV/DS 1596 (1900), 13389 (1937).