Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1865-1875

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28952
lees meer

Beschrijving

Villa in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen, ca. 1872.

Oorspronkelijk deel van dubbelvilla op nr. 72 dat werd afgebroken in 1959.

Bakstenen gevel van twee bouwlagen onder leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel met witstenen elementen voor neggen, monelenStenen vensterstijl. en sluitstenen, op hardstenen plint. Getoogde vensteropeningen. Hoofdgevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met toeganstravee in licht risaliet en met smeedijzeren deurvleugel toegankelijk via gebogen bordestrap en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Zijgevel met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met centrale veelzijdige uitbouw bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., vervolgens tweezijdige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. eveneens bekroond door terras met dito borstwering; trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. In linkertravee trapezoïdale voorbouw bekroond door terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Rechtertravee met terras op benedenverdieping.
Hoofdgestel met bakstenen cassettes en muizentandfries. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  en kroonlijst bewaard.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 112 (1872), 6728 (1915), 9051 (1926), 17064 (1957), 17723 (1960).