Typologie(ën)

klooster/abdij
weeshuis
kapel
school

Ontwerper(s)

C. fils ALMAIN (-DE HASE)architect1871

STRUYVENarchitect1903

DANKELMANarchitect1903

Stijlen

Neoromaans
Eclectisme

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23372
lees meer

Beschrijving

Complex bestaande uit verschillende gebouwen opgetrokken vanaf het midden van de 19e eeuw en in de loop van de 20e eeuw herhaaldelijk verbouwd.

Geschiedenis

Ten laatste in 1862 vestigde zich een kloostergemeenschap in een neoclassicistisch herenhuis inspringend t.o.v. de straat (A), gebouwd midden 19e eeuw. Het gaat om het huidige nr. 33 Josaphatstraat (zie dit nummer), gelegen op Sint-Joost-ten-Node, op de grens met grondgebied Schaarbeek. In 1871 liet de kloostergemeenschap aan de straat een L-vormige voorbouw met portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). (B) bouwen, rond een binnenplaats (n.o.v. architect C. ALMAIN zoon). Rond 1886 werd aan de Philomènestraat een weeshuis gevestigd in twee gebouwen, het ene haaks op de straat (C) en het andere evenwijdig aan de straat (D) – de huidige nr. 37 en 39 – die wellicht in het derde kwart van de 19e eeuw waren gebouwd. Tussen 1889 en 1903 lieten de religieuzen een kapel in neoromaanse stijl bouwen (E), rechts van nr. 33 Josaphatstraat, die een bestaand gebouw verving. In 1903 vervingen de architecten Struyven en Dankelman een ander bouwwerk door een gebouw in eclectische stijl (F) op de hoek met de Josaphatstraat en de Philomènestraat (nr. 43), bestemd voor de infirmerie. Het gebouw werd door een omheiningsmuur langs een binnenplaats verlengd. Tot minstens in 1910 was in het complex een weeshuis ondergebracht, daarna werd het een instituut voor meisjes. In 1933 voerde architect C. Van Der Meer verbouwingen uit op nr. 37 en 39 (C en D): hij renoveerde de straatgevels, wijzigde het interieur op nr. 39 en verbond de twee gebouwen door een volume van twee bouwlagen (G) gevolgd door een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muur (H). In 1951 werd volume G met twee bouwlagen verhoogd. Tot slot werd in 1956 een hoog volume, blindZonder opening; blind venster, schijnopening. op de verdiepingen (I), links van nr. 39 gebouwd, ten koste van de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ervan, met een toegang (nr. 41) in de omheiningsmuur die het hoekgebouw verlengde (n.o.v. architecten Gillis en Soukin). De schoolinstelling, toen het Institut Notre-Dame, sloot haar deuren in 1999. In het complex zijn thans verscheidene vzw's gevestigd.

Beschrijving

Op nr. 37 Philomènestraat (C), gebouw, haaks op de straat, van vier bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., wellicht gebouwd in het derde kwart van de 19e eeuw. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel aan het binnenplein van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Straatgevel blindZonder opening; blind venster, schijnopening. op de verdiepingen, in 1933 bekleed met bakstenen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Buitentrap van latere datum tegen de achtergevel. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Philomènestraat 37, gevel aan de koerzijde (foto 2014).

Op nr. 39 Philomènestraat (D), gebouw met klaslokalen van vier bouwlagen, evenwijdig aan de straat, wellicht gebouwd tijdens het derde kwart van de 19e eeuw. Straatgevel van oorspronkelijk zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste verwijderd in 1956, gevolgd door een achtste, de bredere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. benedenverdieping. Gevel opnieuw bekleed met baksteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. in 1933. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., deur onder veelhoekige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., geflankeerd door kleine getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en bekroond door een nis, allemaal met dezelfde vorm. In de nis staat een Mariabeeld, met erboven het opschrift “ECOLE PAROISSIALE DE SAINTE MARIE”. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtergevel geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen, behalve de deur en het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. ernaast.
Binnen, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in art-decostijl; trap met volle geometrische leuningen in bruin en zwart granito en treden in wit granito.
Rechts van het gebouw, volume uit 1933 (G), verhoogd in 1951, en blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muur (H) waarin later een inrijpoort werd aangebracht.

Op nr. 43 Philomènestraat (F), hoekgebouw uit 1903 (n.o.v. architecten Struyven en Dankelman). Opstand van vier bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan elke straat, elk gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Bakstenen gevel met elementen in geelkleurige baksteen en hardsteen. De meeste muuropeningen onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Aan de Philomènestraat, deur op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. gewijzigd in 1956 (n.o.v. architecten Gillis en Soukin). Verdiepingen oorspronkelijk blindZonder opening; blind venster, schijnopening.; de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. werden wellicht in 1937 geplaatst (n.o.v. architect C. Vandermeer).
Op de benedenverdieping aan de Josaphatstraat, geschilderd opschrift “ECOLE PAROISSIALE - Ste Marie –”. BoogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op het entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Oude kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Doorlopende  dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van latere datum. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Op de achtergevel, bijgebouw van latere datum, gevolgd door een omheiningsmuur.
Binnen, oorspronkelijk een structuur met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Overdekte speelplaats gepland op de benedenverdieping, infirmerie van de religieuzen op de eerste verdieping en van de leerlingen op de tweede.

Josaphatstraat 33 en Philomènestraat 37 tot 43, voormalig klooster en Instituut van de Orde van Onze-Lieve-Vrouw-van Zeven-Smarten (foto 2014).

Tussen nr. 33 Josaphatstraat en nr. 43 Philomènestraat (E), kapel in neoromaanse stijl, gebouwd tussen 1899 en 1903. Langwerpig gebouw met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Tegen de noordgevel aangebouwd, vierkant traptorentje onder een tentdak dat een klokkentoren vormt.
Bakstenen puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Symmetrische opstand van drie bouwlagen, met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de eerste twee. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met zuilvormige stijlen, onder timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. In de eerste twee bouwlagen, per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in de eerste bouwlaag getralied, in de tweede gevat in eenzelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en met timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. verbonden door een kleinere derde. Op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., drie blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het centrale met twee registersVensterstrook in een topgevel.. De laterale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. zijn eveneens blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. TimpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. in de tweede en derde bouwlaag versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met bloemendecor, in de derde bouwlaag sterk beschadigd. Geveltop bekroond door een kruis. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met glas-in-loodramen overwegend bewaard.
Op de gootmuren, drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met zuilen en rondbogen. Glas-in-loodramen met diverse heiligen, waaronder Maria met Kind.
Bepleisterd torentje. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard, met zaagtandmotief. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met galmbord en dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten). op uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Kruisvormige makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant..

Interieur. Kapel in de tweede bouwlaag, onder trapeziumvormig plafond met gestucte ribben. Gootmuren geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en belijnd door een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. Drie rondboogarcades op elke puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Aan de straatkant, koorapsis met arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op zuiltjes, geflankeerd door deuren. Laterale arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. voorheen versierd met schilderijen. Aan de kant van het oksaal, thans blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. galerij met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. De communiebank met smeedijzeren traliewerk is verdwenen, net als bijna het hele meubilair.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 214-37, 214-39-41-43.

Tijdschriften
MERTENS, A., ROZEZ, “Philomène (rue)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements généraux d'imprimerie, 1887, 1903.
MERTENS, A., ROZEZ, “Josaphat (rue)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements généraux d'imprimerie, 1862, 1868, 1890, 1904.

Kaarten / plannen
POPP, P. C., Atlas du Royaume de Belgique, plan parcellaire de la commune de Schaerbeek, ca. 1858.
BESME, V., Plan parcellaire des environs de Bruxelles, Saint-Josse-ten-Noode et Schaerbeek, 1867.
Plan de la commune de Schaerbeek 1876, Nationaal Geografisch Instituut.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.
Plan de la commune de Schaerbeek 1899.