Sint-Ignatiusresidentie
Washingtonstraat 180-184
Hector Denisstraat 13
Washingtonstraat 186-196
Typologie(ën)
herenhuis
klooster/abdij
bijgebouwen
klooster/abdij
bijgebouwen
Ontwerper(s)
Joseph PRÉMONT – architect – 1912
Jean-Louis FRANCHIMONT – architect – 1964
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Functionalisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 17217
Beschrijving
Groot complex bestaande uit meerdere onderling verbonden gebouwen met het nationale en internationale catechistisch centrum ‘Lumen Vitae', de kantoren en reserves van de uitgeverij Foyer Notre-Dame en de religieuze gemeenschap Sint-Ignatius.
Washingtonstraat nr. 180-184 – Hector Denisstraat nr. 13. Opmerkelijk herenhuis in eclectische stijl met bijgebouwen, gebouwd voor graaf de Merode, n.o.v. arch. Joseph Prémont, 1912. Omgevormd tot religieus instituut in de jaren 1950.
Similigevel van witsteen met natuurstenen elementen op hardstenen sokkel. Drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) indrukwekkende gestapelde stenen erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. waarboven imposante dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., rechthoekig of getoogd; omlijstingen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met panelen of balustersVaasvormige spijl van een borstwering..
Links aansluitend toegangsportiek onder plat dak afgesloten met attiekbalustrade en uitgevend op bijgebouwen in Hector Denisstraat, in 1913 verbouwd tot garage. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Sluitingsmuur langs eigendom van 1925. In 1954 werden achter deze muur kantoren ingericht.
Interieur. Talrijke oorspronkelijke elementen bewaard: inkomhal met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met verstrengelde initialen W en M (Werner de Merode) en blazoen (‘ou serasse Mérode' ‘plus d'honneur que d'honneurs'); in grote salon met allegorieën beschilderde panelen boven deuren; in voormalige slaapkamers (thans klaslokalen), schouwen, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en beschilderde panelen boven deuren; enkele plafondlampen, muurtextiel, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, ….
Washingtonstraat nr. 186-196. Gebouw in modernistische stijl, gebouwd op terrein van tuin van herenhuis, n.o.v. arch. J. L Franchimont, 1965.
Zes bouwlagen en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. In gevel zichtbaar blauw geschilderd metalen skelet. Daartussen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in wit marbrietOndoorschijnend, stevig en soms gemarmerd glas, vaak gebruikt voor wandbekleding. en aluminium klapramen. Benedenverdieping in oneffen baksteen.
Interieur. Kapel in souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Op benedenverdieping groot auditorium met foyer via grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. uitgevend op tuin. De kantoren van de uitgeverij van het instituut zijn gevestigd op de eerste verdieping; op tweede verdieping bevindt zich een oratorium en een leeszaal. De bovenste verdiepingen zijn bestemd voor het gemeenschapsleven van de religieuze gemeenschap.
Washingtonstraat nr. 180-184 – Hector Denisstraat nr. 13. Opmerkelijk herenhuis in eclectische stijl met bijgebouwen, gebouwd voor graaf de Merode, n.o.v. arch. Joseph Prémont, 1912. Omgevormd tot religieus instituut in de jaren 1950.
Similigevel van witsteen met natuurstenen elementen op hardstenen sokkel. Drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) indrukwekkende gestapelde stenen erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. waarboven imposante dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., rechthoekig of getoogd; omlijstingen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met panelen of balustersVaasvormige spijl van een borstwering..
Links aansluitend toegangsportiek onder plat dak afgesloten met attiekbalustrade en uitgevend op bijgebouwen in Hector Denisstraat, in 1913 verbouwd tot garage. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Sluitingsmuur langs eigendom van 1925. In 1954 werden achter deze muur kantoren ingericht.
Interieur. Talrijke oorspronkelijke elementen bewaard: inkomhal met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met verstrengelde initialen W en M (Werner de Merode) en blazoen (‘ou serasse Mérode' ‘plus d'honneur que d'honneurs'); in grote salon met allegorieën beschilderde panelen boven deuren; in voormalige slaapkamers (thans klaslokalen), schouwen, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en beschilderde panelen boven deuren; enkele plafondlampen, muurtextiel, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, ….
Washingtonstraat nr. 186-196. Gebouw in modernistische stijl, gebouwd op terrein van tuin van herenhuis, n.o.v. arch. J. L Franchimont, 1965.
Zes bouwlagen en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. In gevel zichtbaar blauw geschilderd metalen skelet. Daartussen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in wit marbrietOndoorschijnend, stevig en soms gemarmerd glas, vaak gebruikt voor wandbekleding. en aluminium klapramen. Benedenverdieping in oneffen baksteen.
Interieur. Kapel in souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Op benedenverdieping groot auditorium met foyer via grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. uitgevend op tuin. De kantoren van de uitgeverij van het instituut zijn gevestigd op de eerste verdieping; op tweede verdieping bevindt zich een oratorium en een leeszaal. De bovenste verdiepingen zijn bestemd voor het gemeenschapsleven van de religieuze gemeenschap.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 314-184.
Tijdschriften
NOVGORODSKY, L., ‘Le nouvel Institut Saint-Ignace, Washingtonstraat à Bruxelles', Acier-Stahl-Steel, 7-8, 1967, pp. 351-355.
‘Institut St.-Ignace à Bruxelles. Arch.: J.L. Franchimont, Bruxelles. Ingénieur Conseil: I. Folon, Huy', Architecture, 78, 1967, pp. 739-741.
Persartikels
‘Les communes bruxelloises au passé et au présent', dossier du journal Le Soir, deel II, Brussel, 11, octobre 1996.
GAE/DS 314-184.
Tijdschriften
NOVGORODSKY, L., ‘Le nouvel Institut Saint-Ignace, Washingtonstraat à Bruxelles', Acier-Stahl-Steel, 7-8, 1967, pp. 351-355.
‘Institut St.-Ignace à Bruxelles. Arch.: J.L. Franchimont, Bruxelles. Ingénieur Conseil: I. Folon, Huy', Architecture, 78, 1967, pp. 739-741.
Persartikels
‘Les communes bruxelloises au passé et au présent', dossier du journal Le Soir, deel II, Brussel, 11, octobre 1996.