Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Henri JACOBSarchitect1903-1905

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23362
lees meer

Beschrijving

Complex van arbeiderswoningen in eclectische stijl met art-nouveau-invloed, ontworpen in 1903 door architect Henri Jacobs i.o.v. de Schaarbeekse Haard en ingehuldigd op 16.07.1905.

De gebouwen vervingen twee impasses met arbeiderswoningen, Dever en Gossey, die werden opgeheven bij K.B. van 30.06.1900. De plannen waren vergelijkbaar met die van de gebouwen in de Victor Hugostraat (zie nr. 53-55 en 57-59), die Jacobs in 1899 i.o.v. dezelfde maatschappij had ontworpen.

Het complex bestaat uit drie volumes van vijf bouwlagen onder plat dak, twee analoge aan de straat, rond een inrijpoort, en een aan de achterzijde van het perceel, met drie wooneenheden. In het midden van de binnenplaats stond oorspronkelijk een rond bekken met fontein. De woningen op de benedenverdieping van het volume achteraan beschikken elk over een achterplaats.

Bakstenen gevels met elementen in hardsteen en witsteen, thans beschilderd. De daken waren oorspronkelijk afgesloten door een smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met traliewerk. Hek van de doorgang van recente datum; het plan voorzag hier in twee smeedijzeren portalen1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). bevestigd aan een centrale mast met lichtarmaturen.

L'Olivierstraat 28-32 (foto 2014).

Op nr. 16-20 en 40-44, halfopen gebouwen met commerciële benedenverdieping. De verdiepingen worden belijnd door een gegroefde kordonband. De meeste muuropeningen onder gegroefde stenen latei of I-balkIJzeren latei met I-profiel..
Hoofdgevels van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. heeft verspringende bouwlagen en doorbreekt de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan weerszijden van de deur, etalage met aanpalende deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder een doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.; in de stijlen is een fijn zuiltje gehouwen. Op de verdiepingen van nr. 16-20 en in de middelste bouwlagen op nr. 40-44, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de zijtraveeën. Op de tweede verdieping, balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., twee doorlopende  op nr. 16-20, vier op nr. 40-44. Op de laatste verdieping van dit nummer, per vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gescheiden door fijne gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Middelste bouwlagen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; op nr. 40-44, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met zuilvormige gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. moneelStenen vensterstijl. en boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in het midden. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. waarvan thans de gekanteelde bekroning is verdwenen, met een kruisraam op nr. 40-44. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de derde verdieping, sgraffiti met bloemendecor. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op druipers, in een volute die naar de vleugelstukken van het dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. opklimt. Toegangsdeuren bewaard, met ramen met smeedijzeren traliewerk. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen, behalve dat op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met metalen roedeverdeling en gehamerd geel glas.
Blinde zijgevels, met twee registersVensterstrook in een topgevel. van panelen die oorspronkelijk met sgraffiti waren versierd.
Achtergevels analoog aan die van de achtergebouwen: twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met boogvormig metalen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., geflankeerd door bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muurvlakken.
Op nr. 22-26, 28-32 en 34-38, drie eenheden van elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met verspringende bouwlagen en doorbrekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die aan de zijkant behandeld als loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Ze hebben een doorlopende  gevel met een afwisseling van muurvlakken en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen. Muuropeningen van de laterale wooneenheden onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., de centrale onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Deuren van dezelfde wooneenheden onder sgraffiti met plantendecor, die van de centrale wooneenheid onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een paneel dat wellicht oorspronkelijk met sgraffiti was versierd, onder twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in geelkleurige baksteen, in elke bouwlaag voorzien van een deur en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., op de verdieping achter een boogvormig metalen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inspringend dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Stenen kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op druipers. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bewaard.
Achtergevels gerenoveerd.

Elke eenheid bevatte oorspronkelijk tien woningen. De appartementen hebben twee kamers, een keuken met provisiekast, een wasplaats met gootsteen en waterkraan, evenals een toilet met waterspoeling.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 174-16-44.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1903, pp. 619-621.

Publicaties en studies
DENHAENE, G., CHAPEL, Ch., HOFLACK, M., Le Foyer Schaerbeekois. 100 ans, La Fonderie, Brussel, 1999, pp. 45-46.
Le Foyer Schaerbeekois. Société Anonyme pour la Construction d'Habitations ouvrières.
Historique, 2e editie, drukkerij V. Gielen, Schaarbeek, 1913, pp. 28-33.
Le Foyer Schaerbeekois. Société anonyme pour la Construction d'Habitations à Bon Marché. XXVme anniversaire, Brussel, [1924], pp. 21-26.