Typologie(ën)
sociale woonblok
Ontwerper(s)
Henri JACOBS – architect – 1903-1905
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 23362
Beschrijving
Complex van arbeiderswoningen in eclectische stijl met art-nouveau-invloed, ontworpen in 1903 door architect Henri Jacobs i.o.v. de Schaarbeekse Haard en ingehuldigd op 16.07.1905.
De gebouwen vervingen twee impasses met arbeiderswoningen, Dever en Gossey, die werden opgeheven bij K.B. van 30.06.1900. De plannen waren vergelijkbaar met die van de gebouwen in de Victor Hugostraat (zie nr. 53-55 en 57-59), die Jacobs in 1899 i.o.v. dezelfde maatschappij had ontworpen.
Het complex bestaat uit drie volumes van vijf bouwlagen onder plat dak, twee analoge aan de straat, rond een inrijpoort, en een aan de achterzijde van het perceel, met drie wooneenheden. In het midden van de binnenplaats stond oorspronkelijk een rond bekken met fontein. De woningen op de benedenverdieping van het volume achteraan beschikken elk over een achterplaats.
Bakstenen gevels met elementen in hardsteen en witsteen, thans beschilderd. De daken waren oorspronkelijk afgesloten door een smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met traliewerk. Hek van de doorgang van recente datum; het plan voorzag hier in twee smeedijzeren portalen1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). bevestigd aan een centrale mast met lichtarmaturen.
Op nr. 16-20 en 40-44, halfopen gebouwen met commerciële benedenverdieping. De verdiepingen worden belijnd door een gegroefde kordonband. De meeste muuropeningen onder gegroefde stenen latei of I-balkIJzeren latei met I-profiel..
Hoofdgevels van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. heeft verspringende bouwlagen en doorbreekt de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan weerszijden van de deur, etalage met aanpalende deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder een doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.; in de stijlen is een fijn zuiltje gehouwen. Op de verdiepingen van nr. 16-20 en in de middelste bouwlagen op nr. 40-44, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de zijtraveeën. Op de tweede verdieping, balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., twee doorlopende op nr. 16-20, vier op nr. 40-44. Op de laatste verdieping van dit nummer, per vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gescheiden door fijne gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Middelste bouwlagen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; op nr. 40-44, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met zuilvormige gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. moneelStenen vensterstijl. en boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in het midden. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. waarvan thans de gekanteelde bekroning is verdwenen, met een kruisraam op nr. 40-44. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de derde verdieping, sgraffiti met bloemendecor. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op druipers, in een volute die naar de vleugelstukken van het dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. opklimt. Toegangsdeuren bewaard, met ramen met smeedijzeren traliewerk. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen, behalve dat op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met metalen roedeverdeling en gehamerd geel glas.
Blinde zijgevels, met twee registersVensterstrook in een topgevel. van panelen die oorspronkelijk met sgraffiti waren versierd.
Achtergevels analoog aan die van de achtergebouwen: twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met boogvormig metalen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., geflankeerd door bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muurvlakken.
Op nr. 22-26, 28-32 en 34-38, drie eenheden van elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met verspringende bouwlagen en doorbrekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die aan de zijkant behandeld als loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Ze hebben een doorlopende gevel met een afwisseling van muurvlakken en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen. Muuropeningen van de laterale wooneenheden onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., de centrale onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Deuren van dezelfde wooneenheden onder sgraffiti met plantendecor, die van de centrale wooneenheid onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een paneel dat wellicht oorspronkelijk met sgraffiti was versierd, onder twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in geelkleurige baksteen, in elke bouwlaag voorzien van een deur en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., op de verdieping achter een boogvormig metalen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inspringend dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Stenen kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op druipers. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bewaard.
Achtergevels gerenoveerd.
Elke eenheid bevatte oorspronkelijk tien woningen. De appartementen hebben twee kamers, een keuken met provisiekast, een wasplaats met gootsteen en waterkraan, evenals een toilet met waterspoeling.
De gebouwen vervingen twee impasses met arbeiderswoningen, Dever en Gossey, die werden opgeheven bij K.B. van 30.06.1900. De plannen waren vergelijkbaar met die van de gebouwen in de Victor Hugostraat (zie nr. 53-55 en 57-59), die Jacobs in 1899 i.o.v. dezelfde maatschappij had ontworpen.
Het complex bestaat uit drie volumes van vijf bouwlagen onder plat dak, twee analoge aan de straat, rond een inrijpoort, en een aan de achterzijde van het perceel, met drie wooneenheden. In het midden van de binnenplaats stond oorspronkelijk een rond bekken met fontein. De woningen op de benedenverdieping van het volume achteraan beschikken elk over een achterplaats.
Bakstenen gevels met elementen in hardsteen en witsteen, thans beschilderd. De daken waren oorspronkelijk afgesloten door een smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met traliewerk. Hek van de doorgang van recente datum; het plan voorzag hier in twee smeedijzeren portalen1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). bevestigd aan een centrale mast met lichtarmaturen.
Op nr. 16-20 en 40-44, halfopen gebouwen met commerciële benedenverdieping. De verdiepingen worden belijnd door een gegroefde kordonband. De meeste muuropeningen onder gegroefde stenen latei of I-balkIJzeren latei met I-profiel..
Hoofdgevels van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. heeft verspringende bouwlagen en doorbreekt de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan weerszijden van de deur, etalage met aanpalende deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder een doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.; in de stijlen is een fijn zuiltje gehouwen. Op de verdiepingen van nr. 16-20 en in de middelste bouwlagen op nr. 40-44, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de zijtraveeën. Op de tweede verdieping, balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., twee doorlopende op nr. 16-20, vier op nr. 40-44. Op de laatste verdieping van dit nummer, per vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gescheiden door fijne gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Middelste bouwlagen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; op nr. 40-44, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met zuilvormige gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. moneelStenen vensterstijl. en boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in het midden. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. waarvan thans de gekanteelde bekroning is verdwenen, met een kruisraam op nr. 40-44. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de derde verdieping, sgraffiti met bloemendecor. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op druipers, in een volute die naar de vleugelstukken van het dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. opklimt. Toegangsdeuren bewaard, met ramen met smeedijzeren traliewerk. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen, behalve dat op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met metalen roedeverdeling en gehamerd geel glas.
Blinde zijgevels, met twee registersVensterstrook in een topgevel. van panelen die oorspronkelijk met sgraffiti waren versierd.
Achtergevels analoog aan die van de achtergebouwen: twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met boogvormig metalen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., geflankeerd door bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muurvlakken.
Op nr. 22-26, 28-32 en 34-38, drie eenheden van elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met verspringende bouwlagen en doorbrekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die aan de zijkant behandeld als loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Ze hebben een doorlopende gevel met een afwisseling van muurvlakken en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen. Muuropeningen van de laterale wooneenheden onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., de centrale onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Deuren van dezelfde wooneenheden onder sgraffiti met plantendecor, die van de centrale wooneenheid onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een paneel dat wellicht oorspronkelijk met sgraffiti was versierd, onder twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in geelkleurige baksteen, in elke bouwlaag voorzien van een deur en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., op de verdieping achter een boogvormig metalen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inspringend dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Stenen kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op druipers. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bewaard.
Achtergevels gerenoveerd.
Elke eenheid bevatte oorspronkelijk tien woningen. De appartementen hebben twee kamers, een keuken met provisiekast, een wasplaats met gootsteen en waterkraan, evenals een toilet met waterspoeling.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 174-16-44.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1903, pp. 619-621.
Publicaties en studies
DENHAENE, G., CHAPEL, Ch., HOFLACK, M., Le Foyer Schaerbeekois. 100 ans, La Fonderie, Brussel, 1999, pp. 45-46.
Le Foyer Schaerbeekois. Société Anonyme pour la Construction d'Habitations ouvrières. Historique, 2e editie, drukkerij V. Gielen, Schaarbeek, 1913, pp. 28-33.
Le Foyer Schaerbeekois. Société anonyme pour la Construction d'Habitations à Bon Marché. XXVme anniversaire, Brussel, [1924], pp. 21-26.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid