Typologie(ën)

herenhuis
opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Victor HORTAarchitect1894-1929

Juridisch statuut

Beschermd sinds 07 december 1984, 21 december 2007

Stijlen

Art nouveau
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4935
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk herenhuis in art-nouveaustijl i.o.v. ingenieur Camille Winssinger en n.o.v. Victor Horta, 1894 en 1897. Grondige gevel- en interieurwijzigingen door verbouwing tot opbrengsthuis i.o.v. Winssinger en n.o.v. Horta, 1928-1929.

Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. in twee rechtertraveeën. Witstenen gevel met enkel op benedenverdieping hardstenen banden. Meestal getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen, soms met kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en/of archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. GekoofdeConvex gebogen lijst. sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..

Inrijpoort binnen hardstenen omlijsting met licht gebroken boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam.. Boven poort, tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Bijna neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. gevel in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verlevendigd door gradueel uitkragend volume, dat vóór 1928-1929 gehele traphal verlichtte; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. weerspiegelen bewaarde trapbordessen; op benedenverdieping licht gewelfde lekdrempel onder vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussenstijl en trapezoidale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.; derde en vierde bouwlaag risaliterendRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met kwartronde zijvlakken; erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in derde bouwlaag licht trapezoïdaal en geritmeerd door vier slanke gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes die tevens postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van bovenliggend terras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vormen.

Erker in derde bouwlaag geflankeerd door balkons met elegant smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. n.o.v. dezelfde architect, 1928; derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) benadrukt door drieledig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met klein terras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; vervangt vergelijkbaar en bewaard drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; lateraal rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Zoals in alle gebouwen n.o.v. Horta is de stereotomie uiterst verzorgd en tot in kleinste details doorgevoerd. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.
Bewaard schrijn- en smeedwerkTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. vroeger voorzien van glas-in-lood.

Interieur grondig gewijzigd, vnl. door wijziging van 1928-1929 n.o.v. dezelfde architect, maar met respect voor oorspronkelijke stijl: vb. opsplitsing van hoofdtrap en plaatsing van lift (Otis) in hal van diensttrap. Daaropvolgende verbouwingen i.o.v. de op beneden- en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. gevestigde Verzekeringen 'De Belgische Leeuw' en n.o.v. arch. Henri Jacobs (zoon), 1946; wijzigingen in monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. stijl en schatplichtig aan binnenruimten van Brusselse Paleis voor Schone Kunsten (arch. Victor Horta, 1920-1928); beperkte aanpassing van inrijpoort en bouw van groot kantorengebouw in oorspronkelijke tuin.

Van oorspronkelijk ontwerp van Victor Horta rest enkel vestibule; plafond even hoog als deze van tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.; trap in vestibule, oorspronkelijk monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. uitgewerkt en bestemd voor alle bouwlagen, nu enkel naar tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.; langs trap, zichtbare structuur van geklonken metalen balken; gestileerd cassettenplafond; marmeren mozaïekvloer met zweepslagmotieven.
Tussenverdieping in oorsprong als biljartzaal en van vestibule gescheiden door smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met leuning in acajou. Kleine vestiaire met toilet bewaard.
In linkertravee enfilade met drie ongelijke kamers. Salon met zichtbare metalen balken op zowel plafond als muren; deuren in pitchpine; grote schouw in carraramarmer, verzonken lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …; parket in visgraatverband (wellicht jonger). Eetkamer met bewaard parket, schoorsteen in rouge royale, gestucteModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder plafond met troggewelfjes en deels bewaarde deuren, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en meubilair in lichte eik.
Laatste en kleinste kamer nu sterk gewijzigd; in oorsprong verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. met toegang tot serreBroeikast..

Bescherming 07.12.1984 (hoofdgevel, trap, hal, tussenverdieping).

Bronnen

Archieven
GASG/Urb. 3646 (1894), 523 (1928), 31 (1929), 196 (1946).
IRPA, M102918, M102948, M102383
Fonds Victor Horta, AAM.

Publicaties en studies
L'Académie et l'Art Nouveau, 50 artistes autour de Victor Horta (Catalogue d'exposition), Les Amis de l'Académie Royale des Beaux-Arts ASBL, Brussel, 1996, pp. 138-145
Bruxelles, Monuments et sites classés, Région de Bruxelles-Capitale, Service des Monuments et Sites, Brussel, 1994, p. 146
DULIÈRE, C., Victor Horta, Mémoires, Ministère de la Communauté française de Belgique, Brussel, 1985, pp. 44-48
« Hôtel, 66, Rue Hôtel des Monnaies, Saint-Gilles », Album de la Maison Moderne, 1908, pl. 39.