Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
café/brasserie/taverne
gelijkvloers met handelszaak
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1907
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 22079
Beschrijving
Hoekopbrengsthuis in neo-Vlaamse renaissancestijl, met oorspronkelijk een winkel en een café op de benedenverdieping, gedateerd “1907” in een blazoen kant Lambermontlaan.
Omdat het gebouw aan het uiteinde van een doodlopende laan ligt, daar waar de Teichmanbrug begint, heeft de benedenverdieping thans haar commerciële functie verloren.
Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van de hoek. Gevel in oranjekleurige baksteen met hardstenen elementen. De meeste muuropeningen met uitspringende tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en latei, sommige met een of meer monelenStenen vensterstijl. in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. of met enkel of dubbel kruisraam.
Brede zijtraveeën voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de verdiepingen, onder dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. zuilen en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. In de Monplaisirlaan, balkon met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk. In de Lambermontlaan, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., met moneelStenen vensterstijl. in de vorm van een gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. zuil en versierd met een beeldhouwwerk dat een dier (beer) met een blazoen waarin de bouwdatum “1907” voorstelt.
Op de benedenverdieping op de hoek, grote cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen. met de naam van het etablissement, “IN HET BOERINEKE”. Grote trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., achter een nis versierd met een beeld van een boerinnetje dat water draagt, verwijzend naar de naam van het etablissement. In de laatste bouwlaag, timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met banderollen en een brouwersroerstok.
Langs de Monplaisirlaan, etalage geflankeerd door twee deuren, onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Deuren van het oude café, aan weerszijden van de hoek, gewijzigd in vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. grotendeels bewaard.
Gemeenschappelijke muur links gedeeltelijk ingenomen door reclamemuurschildering van het biermerk “Caulier”.
Omdat het gebouw aan het uiteinde van een doodlopende laan ligt, daar waar de Teichmanbrug begint, heeft de benedenverdieping thans haar commerciële functie verloren.
Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van de hoek. Gevel in oranjekleurige baksteen met hardstenen elementen. De meeste muuropeningen met uitspringende tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en latei, sommige met een of meer monelenStenen vensterstijl. in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. of met enkel of dubbel kruisraam.
Brede zijtraveeën voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de verdiepingen, onder dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. zuilen en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. In de Monplaisirlaan, balkon met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk. In de Lambermontlaan, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., met moneelStenen vensterstijl. in de vorm van een gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. zuil en versierd met een beeldhouwwerk dat een dier (beer) met een blazoen waarin de bouwdatum “1907” voorstelt.
Op de benedenverdieping op de hoek, grote cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen. met de naam van het etablissement, “IN HET BOERINEKE”. Grote trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., achter een nis versierd met een beeld van een boerinnetje dat water draagt, verwijzend naar de naam van het etablissement. In de laatste bouwlaag, timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met banderollen en een brouwersroerstok.
Langs de Monplaisirlaan, etalage geflankeerd door twee deuren, onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Deuren van het oude café, aan weerszijden van de hoek, gewijzigd in vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. grotendeels bewaard.
Gemeenschappelijke muur links gedeeltelijk ingenomen door reclamemuurschildering van het biermerk “Caulier”.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 164-18-20.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid