Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Edmond SERNEELSarchitect1909

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21047
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in neogotische stijl, gesigneerd en gedateerd op de benedenverdieping “Edm(ond): Serneels / Arch – 1909”.

Maakt deel uit van bijzonder homogene huizenrij in overwegend eclectische stijl, van nr. 4 tot nr. 38.

Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., bekroond door topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Gevel met hardstenen elementen; benedenverdieping in witsteen, verdiepingen in oranjekleurige baksteen met witstenen elementen. Inspringende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met moneelStenen vensterstijl., twee-, drie- of vierledig of met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en moneelStenen vensterstijl., op de benedenverdieping met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker., op de verdiepingen onder booveld. Keldervenster verdeeld door deelzuiltjeZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen.. Balkonnetje op de eerste verdieping van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.; op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., balkon op kraagstenen en kleine lampettenNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., met opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en topstukken. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. en topstuk met smeedijzeren makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Maaswerk op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de benedenverdieping, de boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). van de verdiepingen en de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het balkon. Ankers. Smeedijzeren traliewerk op de benedenverdieping en op het balkonnetje. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met groen glas-in-loodraam, verzorgde deur met ramen.