Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Adolphe PUISSANTarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20815
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier burgerhuizen in eclectische stijl n.o.v. architect Adolphe Puissant, 1911.

De twee eerste nummers ontworpen i.o.v. zelfde eigenaar, de twee volgende respectievelijk voor de architect en een zekere Wolff. Het geheel kreeg de zilveren medaille in de gevelwedstrijd van Schaarbeek van 1913.

Eugène Plaskylaan 73 tot 67 ([i]L’Émulation[/i],  1913, pl. LXIX).

Gevels in gevlamde baksteen met witstenen elementen. Eerste twee bouwlagen gedrongen. Overwegend rechthoekige muuropeningen, met inspringende borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping. Deels beglaasde en getraliede deuren.
De diepe huizen hebben een originele grondplan rond een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met centrale lichtkoker. Daklicht in de hal van eerste verdieping, met trap die via gaanderij naar bureau vooraan voert. Achteraan, eetkamer en bijkeuken, met secundaire trap op nr. 67 en 73, gevolgd door veranda.

Nr. 67 en 69 delen zelfde gevel met drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., symmetrisch op verdiepingen. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smaller en inspringend onder spiegelboog, verlicht nr. 67. Op zijtraveeën, drie muuropeningen op benedenverdieping; deur bevindt zich links op nr. 69 en centraal en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op nr. 67. DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op verdiepingen, centraal balkon met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. op tweede verdieping. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , behalve van dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. rechts; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  van eerste verdieping met glas-in-lood.

Nr. 71 en 73. Gevels met de initialen van de opdrachtgevers, respectievelijk “AP.” en “W”. Muuropeningen onder doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op benedenverdieping. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. op verdiepingen met gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. of bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. in steen op eerste verdieping en in hout op tweede verdieping.

Nr. 71. Drie bouwlagen onder dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op benedenverdieping, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en binnen zelfde omlijsting deur en klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Sierankers. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met druiper op mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. en gewelfd dak; drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op eerste verdieping. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , met glas-in-loodramen op eerste verdieping, met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. op tweede.

Nr. 73. Vier bouwlagen onder klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Vier muuropeningen op benedenverdieping; klein getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en deur links. Veridepingen in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met centrale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., deel in hout en witte steen, onder dakje en geflankeerd door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op laatste verdieping, met centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 88-67-69; 88-71-73.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1913, p. 523.
AAM/fonds Adolphe Puissant.

Tijdschriften
CHARLE, G., “Le Concours de Façades de Schaerbeek”, L'Émulation, 12, 1913, pp. 93-94.
“Concours de façades de Schaerbeek 1913. Groupe de maisons, avenue Eugène Plasky, 67, 69, 71, 73”, L'Émulation, 12, 1913, pl. LXIX.