Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Henri VAN MASSENHOVEarchitect1894

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18435
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee huizen in eclectische stijl met elementen in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz., n.o.v. architect Henri Van Massenhove, i.o.v. Félix Mommen, 1894.

Signatuur links van vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping van nr. 43. Mommen was een producent van kunstenaarsmateriaal. In datzelfde jaar liet hij in Sint-Joost-ten-Noode een gebouw met kunstenaarsatelier bouwen (zie Liefdadigheidsstraat nr. 37-37a).

Gedifferentieerde gevel van drie bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Benedenverdieping in hardsteen en witsteen. Verdiepingen in baksteen, hardsteen en witsteen van een ander type. Decor van groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt.. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechthoekig. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Houten hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., belijnd met gekleurde tegelfries met bloemmotief. Tuinhek bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met getande dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. of guillotineramenHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam., grotendeels bewaard.

Nr. 42. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Sokkel met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en rondboogvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukken en gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping gescheiden door twee zuilen met composiet kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. In tweede bouwlaag op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op breed lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; pilastervormige stijlen, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en bekroning met witstenen decor. ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder korfboogvormige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. waarin boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met witstenen ornamentNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren.. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. opmerkelijke uitspringende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op kleine lampettenNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.; dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met stijl; vleugelstukken, toppilastersOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. en bekroond met aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt., waarin cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met jaartal ‘1894'. Dak later gewijzigd en voorzien van dakvlakvenstersIn het dakvlak ingewerkt venster.. Huis gebouwd op perceel uitgevend in Eburonenstraat nr. 49, waar in 1927 oorspronkelijke omheiningmuur werd vervangen door garage.

Nr. 43. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. op verdiepingen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Deur in geornamenteerde omlijsting, onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en tussen twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. vormen voor uitsprong van traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. souterrainvensters. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van eerste verdieping geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., verlengd door hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder balkons volgens verkleinende ordonnantie; in derde bouwlaag metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. bekroond met vierkanten koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. onder houten aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met mijtervormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., vroeger met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. witstenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken onder aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Deze aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. is versierd met een bijenkorf, waarschijnlijk een ‘allegorie op beloond werk'; Mommen was een ‘autoritair en veeleisend' man, ‘die zijn leven [...] baseerde op het leiden van zijn onderneming.' (HEYMANS, V., 1994, p. 330).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 16318 (1894); 42: 33775 (1927).

Publicaties en studies
HEYMANS, V., Architecture et Habitants. Les intérieurs privés de la bourgeoisie à la fin du XIXe siècle (Bruxelles, quartier Léopold – extension nord-est) (verhandeling voor het behalen van een doctorsgraad in de kunstgeschiedenis), Université Libre de Bruxelles, Brussel, 1994, pp. 329-330.