Statut juridique

Beschermd sinds 14 juli 1994

Onderzoek en redactie

2006-2008

 

Bekijk de weerhouden gebouwen
Vormt samen met de Palmerstonlaan, de Ambiorixsquare en Margaretasquare de centrale as van de Noord-Oostwijk. De Kardinaalsstraat en Willem de Zwijgerstraat en de Orteliusstraat en Palmerstonlaan vertrekken of monden symmetrisch uit op de square. Het westelijk gedeelte loopt noordwaarts over in de Gutenbergsquare en zuidwaarts in de Livingstonelaan.

Maria-Louizasquare, luchtfoto van 1953, voor de bouwwoede van appartementsgebouwen, foto's Polyfoto (© Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet).

Aangelegd volgens het rooilijnenplan van de Noord-Oostwijk ontworpen door architect Gédéon Bordiau en goedgekeurd bij K.B. van 20.12.1875.

Zoals de meeste straten in de wijk verwijst de naam van de Maria-Louizasquare naar de geschiedenis van ons land. Zijn naam werd toegekend bij de collegebesluiten van de Stad Brussel van 14.04 en 15.05.1877 en refereert blijkbaar aan de aartshertogin van Oostenrijk die in 1810 met Napoleon I trouwde.

Het westelijke gedeelte van de square is aangelegd op een deel van de oude Etterbeeksesteenweg. Deze was oorspronkelijk een aarden weg die tussen Etterbeek en Sint-Joost-ten-Node het kronkelige tracé van de vallei van de Maalbeek volgde. Deze bediende vooral de domaniale molens (Bulletin communal, 1861, t. I, p. 163), en liep langs verschillende waterpartijen, waaronder het oostelijke gedeelte van de grote vijver van Sint-Joost-ten-Node of Hoeyvyver.

Het tracé van Maria-Louizasquare bovenop het tracé van de grote vijver en van de Etterbeeksesteenweg, detail van het plan voor de heraanleg van het noordoostelijke gedeelte van de Leopoldswijk, ontworpen door Gédéon Bordiau, SAB/PP 957 (1879).

In 1721 stelden de bewoners van de gehuchten Sint-Joost en Etterbeek voor om bij te dragen aan de bestrating van de aarden weg. Zo ontstond vier jaar later de Etterbeeksesteenweg (Bulletin communal, 1861, t. I, p. 161). Zijn tracé werd rechtgetrokken en meerdere vijvers werden gedempt (DELIENS, P., 1982, p. 34). In de loop van de tijd verschenen bescheiden gebouwen langs de weg. De grote vijver die zeven hectare groot was (HEYMANS, V., 1995, p. 2), en zijn omgeving werden een doel voor landelijke wandelingen en er verschenen meerdere herbergen.

Op zijn plan voor de wijk splitste Bordiau de steenweg in verschillende delen, en gaf ze respectievelijk de namen Pacificatiestraat, Maria-Louizasquare en Livingstonelaan. Hij verkleinde de vijver tot anderhalve hectare (Bulletin communal, 1875, t. I, pp. 190-198) en nam hem op in de square. Deze kleine vijver vangt het water op dat via watervalletjes van de bekkens in de hoger gelegen straten naar beneden vloeit.

Schuine perspectieven van het ontwerp tonen een square met een in hoge mate pittoresk karakter, dat contrasteert met het klassieke uitzicht van de Ambiorixsquare. De oevers van de vijver zijn als romantische Engelse tuinen ingericht, met kronkelende paden die naar een artificieel eiland in rocaille leiden.

Maria-Louizasquare, detail van het plan van de heraanleg van het noordoostelijke gedeelte van de Leopoldswijk, totaaloverzicht van de squares en de tuinen, ontworpen door Gédéon Bordiau op 09.12.1875, SAB/PP 954.

In het midden van de vijver spuit een fontein, terwijl op de oostelijke oever, aan de kant van de Palmerstonlaan een bouwsel is voorzien dat lijkt op een triomfboog en van waaruit drie watervallen vertrekken.

Maria-Louizasquare, detail van het perspectief van de heraanleg van het noordoostelijke gedeelte van de Leopoldswijk, ontworpen door Gédéon Bordiau op 20.10.1875, SAB/PP 953.

De aanleg van de vijver duurde tot aan het einde van de jaren 1880. Het idee van het eiland werd opgegeven, maar de centrale fontein, die oprijst uit een klein opeenstapeling van rocaille, bleef behouden. Het bouwsel is vervangen door een artificiële grot in gewapend cement, waardoorheen een waterval stroomt. Deze constructie werd in 1886 uitgevoerd door aannemer Blaton.

Maria-Louizasquare, waterval van de artificiële grot (Verzameling Dexia Bank, s.d.).

De oevers van de vijver werden aangelegd met grasperken, bloemperken, struiken en bomen, waardoorheen een pad loopt. De niervorm van de waterpartij sluit meer aan bij de Engelse landschapstuin dan de rechthoek met afgeronde hoeken die op het plan voorzien was. In 1887 werd er vis in de vijver gezet (VANDENBREEDEN, J., et al., 1999, p. 24).

Oorspronkelijk was ten noorden van de Maria-Louizasquare een groot huizenblok gepland, tussen de verlengde Filips de Goedestraat, de toekomstige Eburonenstraat, en de Kardinaalsstraat. De square moest via de Gutenbergstraat verbonden worden met de Pacificatiestraat. Om de circulatie van de stoomtram op deze plaats te vergemakkelijken (Bulletin communal, 1891, t. I, pp. 344-346), werd de westelijke kant van het voorziene huizenblok afgesneden en als Gutenbergsquare ingericht. De aanleg hiervan werd goedgekeurd bij collegebesluit van de Stad Brussel van 06.04.1891 (Bulletin communal, 1891, t. I, p.480). Volgens hetzelfde besluit werden de rechte hoeken die de Maria-Louizasquare met de Palmerstonlaan moesten verbinden, vervangen door stompe, ‘om een betere doorstroming van deze openbare wegen te bevorderen' (Bulletin communal, 1891, t. I, p. 480).

Zicht op de Marie Louisesquare in de richting van de Orteliusstraat, met op het voorplan het standbeeld De cicade van Émile Namur (Verzameling Dexia Bank, s.d.).

Rond de vijver werden drie sculpturen geplaatst: De cicade van de beeldhouwer Émile Namur van 1906, in de jaren 1930 gevolgd door Ontstaan van een natie van Marius Vos en Luitenant-generaal Bernheim van de beeldhouwer Edmond de Valeriola (zie notities). Langs het pad werden begin 1900 houten banken van het ‘versterkte rustieke' type op metalen poten geplaatst (SAB/OW 4190).

De square werd oorspronkelijk bebouwd met herenhuizen in eclectische stijl vaak met elementen van Vlaamse renaissance en soms met neoclassicistische inslag, ontworpen tussen 1886 en 1900. De nr. 1 tot 15 werden het eerst gebouwd, tussen 1886 en 1890, met uitzondering van de nr. 7 tot 10. Deze werden gebouwd vóór 1866, en vormden tot ze in 1924 (nr. 8, 9, 10) en 1956 (nr. 7) gesloopt werden, de laatste getuigen van de bebouwing langs de voormalige Etterbeeksesteenweg (zie nr. 8).

Zicht op het westelijke deel van de Marie-Louizasquare met op het voorplan enkele huisjes, laatste getuigen van de oude bebouwing langs de Etterbeeksesteenweg, gesloopt in 1924 (Verzameling C. Dekeyser).

Net als voor de andere squares voorzag het plan van Bordiau een inspringende zone van vijf meter ten opzichte van de rooilijn, voor de aanleg van voortuintjes. Deze moesten afgeboord zijn met een bepaald type hekwerk, waarvan de tekening echter ook slechts ‘in grote lijnen gevolgd kan worden' (SAB/OW 459).

Maria-Louizasquare, gedeelte tussen de Kardinaalsstraat en de Palmerstonlaan, SAB/CP Openbare Wegen III.

Het doel van dit voorschrift is, zoals Bordiau het in 1890 schrijft, om ‘de constructie mogelijk te maken van uitbouwen, torentjes, loggia's enz., die tot doel hebben om het kazerneachtige aspect van veel huizen in Brussel te vermijden. Deze uitbouwen die normaal een deel van de openbare weg in beslag nemen, veroorzaken met de voortuintjes geen enkele hinder, en geven aan de square een absoluut noodzakelijk pittoresk en artistiek aspect' (SAB/OW 16298).

Op de Maria-Louizasquare werden uitbouwen toegestaan (zie nr. 69, 70, 75, 77) en aan sommige aanvragers ook de plaatsing van een balkon (zie nr. 67 en 68) terwijl dat voor anderen werd geweigerd (zie nr. 48).

Maria-Louizasquare, gedeelte tussen de Kardinaalsstraat en de Palmerstonlaan (foto 2007).

Een groot deel van de oorspronkelijke woningen heeft helaas plaats moeten maken voor grote appartementsgebouwen, de meeste daarvan ontworpen in de jaren 1950 tot 1970. In de twee eerste straatgedeelten, tussen de Livingstonelaan en de Gutenbergsquare, zijn alleen de twee eerste huizen bewaard gebleven. Tussen de Gutenbergsquare en de Kardinaalsstraat is niets van de oorspronkelijke bebouwing bewaard gebleven. Het straatgedeelte tussen de Kardinaalsstraat en de Palmerstonlaan is gevat tussen twee hoge appartementsgebouwen. De meeste woningen hadden hier een achterhuis, grenzend aan de Eburonenstraat; vele daarvan zijn thans verbouwd. Hetzelfde geldt voor de huizenrij tussen de Palmerstonlaan en de Willem de Zwijgerstraat, die relatief gespaard bleef, en waarvan de achterhuizen uitgeven op de Boduognatusstraat. Het laatste straatgedeelte werd op 16.09.1985 beschermd.

Maria-Louizasquare, laatste straatgedeelte tussen de Willem de Zwijgerstraat en Livingstonelaan ([i]L’Émulation[/i], 1901, pl. 31).

De hoeken van de square waren bijzonder verzorgd. Tot de hoekgebouwen die gesloopt werden behoorden de nr. 28, 29 en 30, in 1898 als geheel ontworpen met de nr. 34, 35 en 36 van de Gutenbergsquare, waarvan het laatste huis een hoektorentje bezat. Thans is slechts één huis daarvan bewaard gebleven (zie Gutenbergsquare nr. 34). Het gebouw op nr. 34-35 van de Maria-Louizasquare (1967), op de hoek met de Kardinaalsstraat, vervangt drie mooie herenhuizen in eclectische stijl, in 1896 ontworpen voor de aannemer Joseph Maeck.

Maria-Louizasquare, gedeelte tussen de Gutenbergsquare en de Kardinaalsstraat ([i]L’Émulation[/i], 1901, pl. 29-30).

Vóór de bouw van het huidige appartementsgebouw (nr. 4-5, architect E. Brioen, 1961-1963), bevond zich op nr. 4 het huis van de familie Wolfers. Het werd in 1890 als geheel ontworpen met nr. 5, door architect Oscar François, in opdracht van de industrieel Gustave Wolfers, broer van Louis Wolfers die het befaamde atelier voor edelsmeedkunst oprichtte.

Maria-Louizasquare 4 en 5 van 1890, waarschijnlijk door architect Oscar François; begin jaren 1960 gesloopt, SAB/OW 81962 (1961-1963).

Het huis had een achterhuis met atelier waarin Philippe, de zoon van Louis werkte. Op 02.08.1901 diende Gustave een bouwaanvraag in om een mansarde met werkkamer te bouwen. De plannen dragen het stempel van architect Paul Hankar, die echter op die datum al overleden was (VANDENBREEDEN, J., et al., 1999, p. 13). In 1924 liet Philippe Wolfers door architect Jean Hendrickx  achteraan op het perceel een beeldhouwatelier bouwen, dat door middel van een galerij met het huis verbonden was.

Maria-Louizasquare 4, beeldhouwersatelier met galerij die erheen voert, ontworpen door architect Jean Hendrickx voor Philippe Wolfers, SAB/OW 28170 (1924).

Nr. 5, gelegen op de verbinding tussen de rooilijn van de Livingstonelaan en die van de Maria-Louizasquare, had een gevel die insprong ten opzichte van nr. 4, waarmee het verbonden was door middel van een vooruitspringende toegangstoren. Deze vormde een handige overgang tussen de zones met en zonder voortuin; deze constellatie is ook nog terug te vinden in de gevel van het huidige appartementsgebouw dat geritmeerd wordt door achtereenvolgende uitsprongen, met elkaar verbonden door gebogen balkons.

Maria-Louizasquare 4 en 5, ontworpen in 1890, waarschijnlijk door architect Oscar François; begin jaren 1960 gesloopt, opstanden, SAB/OW 16298 (1890).

Max Wolfers, broer van Philippe, liet in 1893 een ander huis bouwen op nr. 49, eveneens door architect Oscar François. Het telde twee bouwlagen en vijf traveeën, en werd in 1902 uitgebreid met een brede travee onder een koepel, ontworpen door architect Jules Brunfaut. Het geheel werd vervangen door het voormalige Maison de la Chimie, een kantoorgebouw van zes verdiepingen (architect Robert Thery, 1960), gebouwd voor de Fédération des Industries Chimiques de Belgique [Federatie van Chemische Industrie van België]. Thans is er de permanente vertegenwoordiging van Bulgarije bij de Europese Unie gevestigd.

Maria-Louizasquare 49, huis in 1893 ontworpen voor Max Wolfers en in 1902 vergroot door architect Jules Brunfaut, vergrote opstand, SAB/OW 16323 (1902).

Enkele architecten ontwierpen meerdere huizen op de square, onder meer Édouard Elle, die in 1894 een mooi geheel van vier eclectische huizen ontwierp op nr. 18 tot 21, gesloopt in het begin van de jaren 1970, maar ook Henri Van Massenhove (zie nr. 42, 43, 47, 73).

Maria-Louizasquare 18 tot 21, ontworpen door architect Édouard Elle en begin jaren 1970 gesloopt, opstanden, SAB/OW 16308 (1894).

Meerdere huizen van deze laatste werden gesloopt, onder meer nr. 31 tot 34 (1895) en nr. 50 tot 51 (1895). Félix Mommen bestelde vijf huizen bij deze architect, nr. 42 en 43 (zie deze nr. ) en nr. 31 tot 33. Mommen was gespecialiseerd in de productie van materiaal voor kunstenaars en liet door dezelfde architect in 1894 een gebouw met kunstenaarsateliers in Sint-Joost-ten-Node ontwerpen (zie Liefdadigheidsstraat nr. 37-37a).

Op nr. 58 ontwierp Van Massenhove in 1892 het Institut chirurgical de Bruxelles, dat meermaals werd verbouwd, maar waarvan het indrukwekkende silhouet met topgevel nog altijd te zien is (zie nr. 58-61).

Van de nog bewaarde eclectische huizen, hebben er enkele in de twee eerste decennia van de twintigste eeuw grondige verbouwingen ondergaan: nr. 46 in 1924, nr. 48 en 64 respectievelijk in 1913 en 1912 door architect Henri Corr en nr. 67 in 1921 (zie deze nr.). Van de appartementsgebouwen op de square is er slechts één dat een zekere architecturale kwaliteit bezit. Het gaat om het eerste dat gebouwd werd, in 1924 voor de Société belge immobilière (zie nr. 8). Links daarvan op nr. 6-7, bevindt zich een banaal gebouw met elementen van expo 58 stijl van architect Romain De Poorter, waarvan alleen het voorontwerp van 1956 van een zekere verfijnde smaak getuigt.

Maria-Louizasquare 6-7, voorontwerp, foto, SAB/OW 71614 (1956).

De Maria-Louizasquare werd op 14.07.1994 samen met de Ambiorixsquare, de Margaretasquare en de  Palmerstonlaan als geheel beschermd.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 71655 (1883), 459 (1886), 16298 (1890), 4190 (1904); 4: 28170 (1924); 4-5: 16298 (1890-1917), 81962 (1961-1963); 6-7: 71614 (1956); 18 à 21: 16308 (1894); 28 à 30: 12003 (1898); 31 à 33: 16311 (1895); 34: 16312 (1895); 34-35: 16313 (1896), 81499 (1967); 49: 16324 (1893), 16323 (1902), 72972 (1960); 50, 51: 16325 (1895).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1861, t. I, pp. 161-163; 1877, t. I, p. 316; 1891, t. I, pp. 344-346, 480.
SAB/PP 953-954 (1875), 956-957 (1879).

Publicaties en studies
BERNAERTS, A., KERVYN DE MARCKE TEN DRIESSCHE, R., Les noms de rues à Bruxelles, éd. De Visscher, Brussel, 1951, p. 149.
DELIENS, P., Rond-Point Schuman. Histoire du quartier Nord-Est à Bruxelles, d'Ambiorix à nos jours, Paul Deliens éd., Brussel, 1982, p. 34.
HEYMANS, V., Le quartier des Squares. Marguerite, Ambiorix, Marie-Louise, Gutenberg, coll. Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 13, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1995, p. 2.
Région de Bruxelles-Capitale. Monuments et Sites protégés, Mardaga, Sprimont, 1999, p. 229.
VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., DE THAILLE, P., et al., Encyclopédie de l'Art nouveau. Tome premier. Le quartier Nord-Est à Bruxelles, CIDEP, Brussel, 1999, pp. 13, 24.