Typologie(ën)

kliniek/hospitaal/ziekenhuis

Ontwerper(s)

J. DECUYPERarchitect1948

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21244
lees meer

Beschrijving

Ziekenhuisinstelling in modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. stijl, n.o.v. architect J. Decuyper, 1948.

Gevel van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in baksteen met hardstenen elementen. Verdiepingen rusten gedeeltelijk op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die op de benedenverdieping een galerie vormen. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. VensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Binnen het bouwblok zijn nog drie paviljoenen bewaard. Zij dateren waarschijnlijk uit het begin van de 20e eeuw en behoorden tot het oude hospitaal van Elsene dat gedeeltelijk werd verbouwd en heringericht. De inplanting van deze paviljoengebouwen – de laatsten van oorspronkelijk een groter geheel – refereren naar een bouwtypologie die werd bevorderd door de zogenaamde Hoge Raad voor de Openbare Hygiëne (Conseil supérieur d’hygiène publique, 1849) en waarvan de beginselen de basis vormen voor de Hygiënisten uit de 19e eeuw; die van een per aandoening geïsoleerde paviljoenstructuur. Dit hospitaalmodel, dat in België wordt ontwikkeld tussen 1850 en 1930, geeft heel wat voordelen met zich mee, voornamelijk op het gebied van hygiëne en verluchting.

Lange rechthoekige volumes van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bakstenen gevels met hardstenen elementen, ter hoogte van de puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. geflankeerd door een toegevoegd volume onder plat dak. Zijgevels met rechthoekige ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., sommige met moneelStenen vensterstijl. in baksteen of hardsteen. Toegangen onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. via trap met ijzeren balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GAE/DS 177-61-63.