Typologie(ën)

woning
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Édouard RAMAEKERSarchitect1898-1899

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 17704
lees meer

Beschrijving

Op de twee uiteinden van de Karel Martelstraat, vijf gelijkaardige huizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. inslag i.o.v. en n.o.v. arch. Édouard Ramaekers, 1898-1899.

Drie bouwlagen, waarvan tweede tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Handelsruimte op benedenverdieping in hardsteen en witsteen, met uitzondering van nr. 3-5, die bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. is. Sommige thans beschilderd. Verdiepingen in baksteen met hardstenen en witstenen elementen. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Brugse traveeën(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën., op verdiepingen vooruitspringend en eindigend in trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.; basis van uitbouw steekboogvormig gewelf op bakstenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en fijn bewerkte steen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.; dat van dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder spitsboogvormige  ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; metalen vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. SmeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief..

Stevinstraat 80-82 en 84-86 (foto 2008).

Karel Martelstraat nr. 3-5 en Stevinstraat et 80-82. Elleboogvormig doorlopend  perceel.
Beide huizen zijn gescheiden door binnenplaats, maar met elkaar verbonden door lateraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
In Karel Martelstraat twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op benedenverdieping uitstalraam geflankeerd door deur.
In Stevinstraat, eveneens twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), die echter slechts één vertrek diep zijn. Op benedenverdieping privétoegangsdeur geflankeerd door deur naar winkel en uitstalraam.

Stevinstraat nr. 84-86. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), die van rechts Brugs en met uitstalraam en centrale deur. Linkertravee met toegangsdeur onder minder ver uitspringende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Karel Martelstraat 61-63, 59 (foto 2008).

Karel Martelstraat nr. 59, 61-63 en Sint-Quentinstraat nr. 68. Hoekperceel bebouwd met twee huizen met doorlopende  gevel en dak. Voorgevel in Karel Martelstraat. Eenvoudigere gevel in Sint-Quentinstraat waarvan traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) telkens gevat zijn in omlijsting eindigend in spitsboog. Linkergedeelte inspringend ten opzichte van de rooilijn zodat met hekwerk afgesloten binnenplaats ontstaat.
Nr. 59. Voorgevel met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Deur geflankeerd door uitstalraam. Achtergevel met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); die van links bijzonder smal en schuin en met toegangsdeur.
Karel Martelstraat nr. 61-63 en Sint-Quentinstraat nr. 68. Voorgevel symmetrisch. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) minder uitspringend en eindigend onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; toegangsdeur. Uitstalraam in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. In achtergevel drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), diegene die rooilijn volgen respectievelijk met deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; op verdiepingen blindZonder opening; blind venster, schijnopening..

Bronnen

Archieven
SAB/OW Karel Martelstraat 3-5  en Stevinstraat 80-82: 8721 (1898); Karel Martelstraat 59, 61-63 en Saint-Quentinstraat 68: 8740 (1898); Stevinstraat 84-86: 22596 (1899).