Typologie(ën)

herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1929

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2007

id

Urban : 16112
lees meer

Beschrijving

Imposant herenhuis en bijgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. getemperd door zekere classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. strengheid; n.o.v. arch. Adrien Blomme, 1929.

Gelegen op scherp hoekperceel tussen F. Rooseveltlaan en Victorialaan. Bakstenen gevels (Klampsteen) met witstenen elementen (Euville), onder leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op benedenverdieping muuropeningen onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.; op verdieping(en) rechthoekig. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster..

F. Rooseveltlaan nr. 13 – Victorialaan nr. 1. Bestaat uit twee vleugels: noordelijk volume met drie bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , en vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) , gevolgd door een tweede volume met twee bouwlagen en vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rijkelijk beglaasde en getraliede deur binnen gewelfd stenen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door terras met kunstig bewerkte smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Noordelijke zijgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); centraal balkon in tweede bouwlaag. Verhoogde benedenverdieping voorafgegaan door terras met balustersVaasvormige spijl van een borstwering..
Achtergevel met centrale afgeronde uitbouw bekroond met koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.; rechts hiervan twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en inspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Victorialaan nr. 2. Bijgebouw van één bouwlaag en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan de middelste drie met rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. In achtergevel drie garagepoorten en dienstingang.
Geometrisch tuinhek, oorspronkelijk schrijn- en smeedwerkTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen….

Bronnen

Archieven
SAB/OW 35742 (1929).