Franklin Rooseveltlaan 25

Opmerkelijk vrijstaand herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met elementen van neo-Lodewijk XVHistoriserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het midden van de 18e eeuw. Gekenmerkt door specifieke rococo-ornamenten (onregelmatige schelpvormen, rocailles, enz.) en de voorliefde voor asymmetrische lijnen., i.o.v. industrieel Lambiotte, 1930.

Indrukwekkend rechthoekig gebouw met oostelijke zijgevel naar F. Rooseveltlaan, optie die in 1935 door gemeenteraad werd betreurd.
Gevels in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen met hardstenen elementen. Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Korte gevel met vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lange gevels minder regelmatig, meer uitgewerkt en met risalietenRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Centrale hoofdingang in noordelijke gevel geflankeerd door zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en verlicht door lantaarns1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten. onder gebogen Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.; geheel gevat in monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. geblokte omlijsting met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Interieur. Erg weelderige en kwaliteitsvolle aankleding; in goede staat. Grote hal met vloer in gekleurd marmer; leuning van eretrap met jachtmotieven en op trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. sculptuur van everzwijn, afkomstig van Spaans kasteel van graven van Horne (volgens MOUTURY, S. 1998, s.p.). Schouw met getorsteGedraaid, gewrongen. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. in rood marmer; wandtapijten van Aubusson, bronzen luchters in Lodewijk XV (kopieën van die van bibliotheek Mazarine in Parijs). Achteraan salon in Lodewijk XV met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. beschilderd in Chinese stijl; ingelegd parket van rozen- en mahoniehout; ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. van deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in Lodewijk XIV. Voorkamer met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en indrukwekkende schouw met medaillonRonde of ovale cartouche. van  waarschijnlijk Lodewijk XIV.