Typologie(ën)

appartementsgebouw
historische lift

Ontwerper(s)

G. DUFASarchitect1922-1924

G. MARTINarchitect1922-1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14341
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., opgetrokken in twee fasen n.o.v. de arch. G. DUFAS en G. MARTIN, 1922 en 1924.

Vijf bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Lijstgevel in rode baksteen en (simili)-natuursteen op arduinen plint. Twee garagepoorten ter hoogte van kelderverdieping. Eerste en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) identiek: rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op begane grond, op verdiepingen deurvenster met balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. (eerste, derde en vierde verdieping) of eenvoudige ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Natuurstenen omlijsting (doorlopende over tweede en derde bouwlaag). Tweede en derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) volgens zelfde schema maar de muuropeningen zijn hier ingeschreven in lichte voorsprong met afgeronde hoeken; bekronend balkon met ijzeren leuning en stenen balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. In laatste bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per twee vóór gemeenschappelijk balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. In derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) getraliede vleugeldeur. Grote decoratieve cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. op middenpenant ter hoogte van vierde bouwlaag. Zeven dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 2484, 2867 (1922), 4757 (1924).

Tijdschriften

DEREE, H., “L'exposition du cinquantenaire de L'Émulation au Cercle Artistique et Littéraire à Bruxelles” in L'Émulation, 6, 1925, p. 82.